Het Duitse label CPO gaf de laatste jaren een hele reeks cd's uit met zowel vocale- als orkest- en kamermuziek van de Oostenrijkse componist Heinrich von Herzogenberg. Von Herzogenberg was een laat negentiende-eeuwse romanticus die, ondanks de grote kwaliteit van zijn muziek, nooit helemaal van onder de schaduw van bekendere componisten als Schumann of Brahms uit is gekomen. In het negentiende-eeuwse Duitsland, waar componisten hetzij voor hetzij tegen de grote muzikale vernieuwer Richard Wagner kant kozen, koos von Herzogenberg, na enkele experimenten met 'progressieve' genres als symfonische gedichten, de kant van conservatief Johannes Brahms. Geen wonder dan dat Herzogenberg een groot aantal kamermuziekwerken schreef. Kamermuziek werd immers door de nieuwe Duitse school van Wagner en Liszt verfoeid als een burgerlijk en ouderwets genre. Een gevolg is dat Herzogenberg nooit helemaal van zijn etiket als Brahms-epigoon is afgeraakt maar gezien de schoonheid van Brahms' muziek kan dat eerder als een compliment bekeken worden. De schaduw van Brahms hangt dan ook over elk stuk dat op deze dubbel-cd staat: twee strijktrio's (op.27/1 en 27/2), twee klavierkwartetten (op.75 en 95) en de 'Legenden' op.62 voor cello en piano. Von Herzogenberg bezit hetzelfde gevoel voor melancholie en diepzinnigheid van Brahms en speelt net als Brahms een ingenieus compositietechnisch spel met muzikale motieven. Flauwe afkooksels zijn deze werken dus zeker niet. Harmonisch, melodisch en wat polyfonie betreft verraden deze werken een componist die inventief schrijft en stevig in zijn schoenen staat. Passages zoals het trage deel uit het klavierkwartet opus 75 zijn, met hun uitgesponnen melodieën en het eindeloos variëren van een bondig kernmotief, prachtige composities op zichzelf, zonder dat men een vergelijking hoeft te maken met de bekendere kamermuziek van Brahms of Schumann.

De wereld van de Oostenrijkse volksmuziek, van Franz Schubert is ook nooit veraf, zoals blijkt uit het openingsdeel van het trio op.27/1. Het scherzo uit het tweede trio, op.27/2 is een onversneden Oostenrijkse ländler die van de drie muzikanten op de cd een gemoedelijke en vriendelijke en naïeve lezing meekrijgt. De uitvoering klinkt over het algemeen echter gewichtig en met voldoende diepgang, zoals men dat van een Duits ensemble mag verwachten. De drie strijkers mengen uitstekend met elkaar, met violist Wolfgang Schröder die met zijn klank perfect in de donkere textuur van altviool en cello weet te kruipen en ook op zijn topnoten nooit ijl of scherp gaat klinken. Cellist Ramon Joffé mengt heerlijk met het basregister van de piano en zet een prachtig poëtische lezing neer van het driedelige 'Legenden' voor cello en piano. Pianist Andreas Fröhlich verleent de twee klavierkwartetten een indrukwekkende grootsheid zonder overdreven hard of verbeten te gaan klinken. De heroïek die aan de oppervlakte komt in het tweede kwartet, in Bes majeur, opus 95 blijft warm in plaats van agressief.

Een Brahms-epigoon was von Herzogenberg misschien wel maar dan uitsluitend in de beste betekenis van het woord: als iemand die de hoge kwaliteit van Brahms' muziek steeds wist te evenaren. Deze twee plaatjes leveren dan ook vijf pareltjes van kamermuziekwerken af die meer dan één herbeluistering waard zijn.

Meer over Heinrich von Herzogenberg


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.