Heinrich von Herzogenberg werd geboren in het Oostenrijkse Graz in 1843 en stamde af uit een oude Franse adellijke familie. Als jonge componist werd hij aangetrokken door nieuw-Duitse school van Wagner en Liszt maar na enkele vroege symfonische gedichten (een progressief genre bij uitstek) heroriënteerde hij zijn muzikale stijl op die van zijn tijdgenoot Johannes Brahms. En omdat kamermuziek, een genre dat door de nieuw-Duitse school als conservatief en burgerlijk beschouwd werd, een groot deel van Brahms' oeuvre inneemt, is het ook niet verwonderlijk dat ook Herzogenberg erg actief was binnen dit genre.
Herzogenbergs eerste twee pianotrio's dateren uit 1878 en 1882 en dragen onmiskenbaar de sporen van Brahms' muziek: in de intieme toon, het heroïsche karakter van melodie en harmonie (beide trio's staan in mineurtoonaard) en in het strikt vasthouden aan klassieke vormen en polyfonie toont zich de invloed van een componist die schreef met veel respect voor traditie.
Het Duitse ATOS pianotrio speelt deze muziek op een enthousiaste en frisse manier. Uit verschillende passages van deze opname spreekt een zeldzame musiceervreugde. Het tweede thema van het eerste deel van het eerste trio klinkt ritmisch genoeg, met een zorgeloos, opgeruimd karakter. Het tweede deel van dit trio is een reeks inventieve variaties op een lyrische hoofdmelodie en een van die variaties slaat een vrolijke, volkse toon aan met een onschuldige melodie die zo uit een van Dvoraks werken had kunnen komen. Dit tweede deel wordt heel zorgvuldig gefraseerd zonder dat von Herzogenbergs lieflijke melodie ergens geknutseld over gaat komen. Het scherzo van dit trio is een razendsnel en virtuoos deeltje, terwijl de finale begint met een ernstige inleiding in mineur, die de muzikanten van het ATOS trio de kans geeft een haast onhoorbaar zachte 'piano' dynamiek naar boven te halen.
Het tweede trio, in d mineur op.36 kent een veel meer bewogen eerste deel. Het ATOS trio houdt vast aan een stormachtige interpretatie van deze muziek, die alle virtuositeit van Herzogenbergs werk op de voorgrond haalt. Het deel zelf wordt op de meest summiere en bescheiden manier afgerond; na een wilde climax volgen slechts enkele korte, zachte eindakkoorden. Het derde deel, 'Allegro Molto' haalt in haar middensectie inspiratie uit de volksmuziek, zeker door het gebruik van enkele opvallende, diepe dubbelgrepen in de cello die een bourdonbas imiteren. Dezelfde warme, uitnodigende kamermuzikale toon van de hele cd blijft overtuigend aanwezig in de finale van dit werk, dat verschillende melodielijnen polyfoon verwerkt op een manier die Brahms zelf waardig is.
Wie von Herzogenberg afschildert als weinig meer dan een epigoon van Brahms, doet deze inventieve en melodieuze muziek oneer aan. Het ATOS trio zorgt voor een uitvoering die uitnodigt tot steeds opnieuw beluisteren en behandelt deze muziek op een heel vlotte en muzikaal logische manier.
Meer over Heinrich von Herzogenberg
Verder bij Kwadratuur
Interessante links