Hoewel een geniaal pianist en componist, was Isaac Albéniz niet bepaald het soort zoon waar zijn ouders op lagen te wachten. Op de leeftijd van vier speelde hij reeds publieke concerten op piano, vier jaar later maakte hij zijn eerste tournee doorheen Catalonië en componeerde hij zijn eerste werken voor piano. Hij liep twee keer weg van huis en de laatste keer, toen hij pas twaalf jaar oud was, nam hij definitief een schip richting Zuid-Amerika, in de hoop het daar te gaan maken. Het ironische in ’s mans levensverhaal is dat Albéniz vandaag de dag vooral hoog staat aangeschreven als componist voor gitaar, terwijl hij eigenlijk geen enkel van zijn werken effectief voor dat instrument heeft geschreven. Wel liet hij zich soms ontvallen dat hij de interpretaties op gitaar minstens even mooi vond als die op piano, maar dat veranderde zijn voorliefde voor het klavier geenszins.

Het zijn vooral de werken uit zijn latere leven, toen Albéniz net te horen had gekregen dat hij leed aan een ongeneeslijke nierziekte, die hem (onder gitaristen) wereldberoemd hebben gemaakt. De ‘Suite España’ of de serie ‘Iberia’ (vier bundels bestaande uit telkens drie Spaanse “impressies”) waren voor hem de synthese van zijn stijl, die hij ontleende aan zowel Franz Liszt (bij wie hij zoveel mogelijk lessen wilde volgen en voor wie hij immens ontzag koesterde), als het impressionisme, naast de Andalusische volksmuziek. Vooral dit laatste is een interessant gegeven voor wie ‘Evocación’ beluistert: de flamencogitaar is nooit expliciet aanwezig in de romantische muziek van Albéniz, maar evenmin is ze totaal afwezig. De sfeer van het Spaanse vasteland zit nu eenmaal diep verankerd in Albéniz’ composities, hetzij in de pianowerken, hetzij in zijn niet te onderschatten aantal opera’s.

Tegenwoordig wordt Albéniz niet zo vaak meer op piano uitgevoerd, om de simpele reden dat er genoeg andere interessante muziek op pianisten ligt te wachten. Het probleem inherent aan deze muziek is de zoetsappige nasmaak: Albéniz heeft niet de verhalende of architecturale kracht van andere grote romantische componisten, noch de spontaniteit en de nadrukkelijkheid waarmee men in de flamenco altijd uitpakt. Deze muziek schippert dus tussen beide in, wat het ook voor de luisteraar niet bepaald uitdagend of intrigerend maakt. Schier onmogelijk moet het voor Fabian Spindler en Wulfin Lieske geweest zijn om dit bij voorbaat ondergewaardeerde repertoire nieuw leven te blazen, maar ze maken er alsnog het beste van. Met technisch gemak en zonder al te veel bravoure tokkelen de muzikanten zich heel subtiel een weg doorheen de bekende stukken, die ze op aangename wijze opnieuw vormgeven.

Het ambitieuze opzet van Challenge Classics, dat van deze Albéniz-uitgave meteen een sierlijke dubbel-cd heeft gemaakt, is een verstandige keuze geweest. Een score plakken op deze voortreffelijk uitgevoerde, maar eigenlijk niet zo boeiende opname, is anderzijds per definitie onmogelijk. Voor de niet-liefhebber heeft ‘Evocación’ namelijk geen meerwaarde te bieden, gezien het duo de bestaande cliché’s (romantische gitaarmuziek in kabbelende, lichtvoetige interpretaties) alleen maar bevestigt. Diegenen die wel thuis zijn in gitaarmuziek, zullen deze opname dan weer wel met veel genoegen kunnen smaken, want Challenge Classics heeft niet voor niets twee van de allerbeste gitaristen van dit moment gestrikt. Of om het kernachtig uit te drukken: love it or hate it.

Meer over Isaac Albéniz


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.