Het achttiende-eeuwse Dresden, de hoofdstad van het katholieke prinsdom Saksen was een van de rijkste steden uit de Duitse barok. Onder de regeerperiodes van Friedrich Augustus II en later Friedrich Augustus III, keurvorst van Saksen en koning van Polen, ontwikkelde Dresden zich als een van de grootste cultuursteden van het continent, een rijkdom die nog versterkt werd door het huwelijk van Friedrich Augustus III met aartshertogin Maria Josepha van Oostenrijk in 1719. Onder Weense invloed ontwikkelde zich in Dresden een vorm van passiespel dat 'Sepolchro' genoemd werd en een aantal personages uit het Oude en Nieuwe Testament naar voren schoof die hun commentaar gaven bij het Paasgebeuren. In Zelenka's 'I Penitenti al Sepolchro del Redentore' uit 1736 nemen drie solisten zo de rollen van Maria Magdalena, Koning David en Sint Pieter aan. Juist hoe nauw zo een 'Sepolchro' verbonden was met de wereld van de Italiaanse opera, blijkt uit het feit dat ze vaak een volledig gekostumeerde podiumopvoering meekregen, net als in een echte opera. Zelenka's 'I Penitenti' valt echter ook op door de kwaliteit en expressie van zijn muziek, die origineel is en hoge eisen stelt aan de uitvoerders en door de lengte van de verschillende delen en aria's, die gemakkelijk stuk voor stuk dubbel zo lang zijn als gelijkaardige aria's in opera's van Händel of cantates van Bach.

Het Tsjechische orkest Collegium 1704 speelt prachtig. Barokorkesten blijven zeldzaam in Centraal of Oost-Europa maar deze lezing van Zelenka's veeleisende en lange partituur moet in geen enkel opzicht onderdoen voor de prestaties van gevestigde ensembles uit West-Europa. En wie deze 'I Penitenti al Sepolchro del Redentore' beluistert, merkt dat Zelenka schreef voor enkele van de beste muzikanten uit Europa. In een ensemble van strijkers, fluiten, hobo's en continuo wordt elk instrument solistisch genoeg gebruikt. Een razendsnelle aria als 'Le tue corde, arpe sonora', met zijn virtuoze loopjes in de strijkers verraadt zowel Zelenka's Italiaanse stijloriëntatie als de kwaliteit van een orkest dat door Johann Georg Pisendel, een van de belangrijkste violisten uit zijn tijd geleid werd. Het recitatief 'Questa che fu possente' is dan weer een voorbeeld van levendige klankschildering, met een begeleiding die bijna volledig in pizzicato gespeeld wordt – een uitbeelding van de gouden harp waarop de Bijbelse Koning David gespeeld zou hebben.

Jammer genoeg vallen de zangers wat minder mee. Hoewel de drie solisten veel aandacht besteden aan tekstuitspraak en vibratoloos zingen en op zich dus goed binnen het idioom van barokmuziek passen, missen alt Mariana Rewerski en vooral tenor Eric Stoklossa de charme om deze mooie muziek ook echt aantrekkelijk te maken. Alt Mariana Rewerski zingt met veel expressie en drama, zeker ook in de recitatieven en haar uitvoering houdt zo een element uit de (wereldse) Italiaanse barokopera in dit religieuze oratorium. Ze gaat echter snel vermoeid klinken, wat ervoor zorgt dat lange, aangehouden noten wat kleur missen. Eric Stoklossa geeft in de tenorpartij bovendien te vaak het gevoel dat hij zich moet inspannen op hoge of aangehouden noten. Hoewel hij mooie dingen doet in (licht begeleide) recitatieven, komt de openingsaria 'Squarcia le chiome' zo veel te ruw en schreeuwerig over. Dan brengt bas Tobias Berndt het er beter van af, met een resonante basstem die strak gecontroleerd en erg zuiver klinkt.

Zelenka schreef inventieve en expressieve muziek en krijgt van het orkest een gedroomde uitvoering mee. Jammer genoeg behalen de solisten niet hetzelfde hoge niveau van de instrumentalisten en dat is een minpuntje op een cd die verder een hoog kwalitatief niveau aanhoudt en muziek voorstelt die zonder meer vaker gehoord mag worden.

Meer over Jan Dismas Zelenka


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.