Ondanks de mogelijkheden van de dansfilm, is het een genre dat nooit echt is doorgebroken. Klassiek ballet ziet men af en toe nog op dvd verschijnen en met het pas verschenen 'Pina 3D' van cineast Wim Wenders lopen filmliefhebbers opnieuw warm voor het idee. In geval van grote releases gaat het echter dikwijls om massaspektakels op maat gesneden van het lekenpubliek. Experimentele dansers krijgen vaak geen platform en hun creaties blijven beperkt tot de theaterplanken. Het kleine label BelAir Classiques zwemt gelukkig tegen de stroom in. Eerder bracht het al een documentaire uit over Sidi Larbi Cherkaoui's 'Babel' en met de regelmaat van een klok brengt het ook eerder experimentele opera-ensceneringen op dvd en blu-ray uit. Deze 'NY EXPORT: Opus Jazz' is typisch het soort project dat eigenlijk amper soortgenoten kent. Het is een dansfilm gedraaid in New York, waarin dansers veertig minuten lang zichzelf en de stad exploreren aan de hand van oudere jazzmuziek.
Als uitgangspunt dient Jerome Robbins' choreografie uit 1958, waarmee hij de Verenigde Staten en het Europese vasteland zou inpalmen. Vooral in Europa sloeg 'NY EXPORT: Opus Jazz' in als een bom, omdat het publiek de ongedwongen danstaal en de vrije choreografie nog nooit zo intens had kunnen ervaren. Robbins, wiens bekendste werk de danspassen uit 'West Side Story' zouden worden, bereikt in deze creatie een meer abstracte taal, die het direct menselijke overstijgt, maar er tegelijk sterk van doordrongen blijft. Ook de dansers ervaren deze choreografie tegelijk als concreet en als intellectueel. Het belangrijkste is echter de grote vrijheid die alle deelnemers voelen tijdens het dansen, wat ze tijdens de mooi geschoten extra's 'A ballet in sneakers' en 'Jerome Robbins: Ballets U.S.A.' zelf ook aangeven.
Dans naar film vertalen is echter niet vanzelfsprekend. Het regisseursduo Henry Joost en Jody Lee Lips ontwikkelden een wervelende reeks camerabeelden die zowel dansers als landschap echt laten spreken. Om los te breken uit de schouwburg, ging het duo op zoek naar geschikte New Yorkse locaties om het jazzballet in op te voeren. Met verlaten gebouwen, prachtige dakterrassen of gewoon een lege sportzaal, hebben ze plaatsen gevonden die telkens een pure sfeer ademen. De choreografie die de verfijnde dansers van het New York City Ballet daarin ten beste geven, wint aan kracht door de versterkende atmosfeer. Er wordt meer expliciet naar verhaal en continuïteit gevist dan in het theater het geval is, en hoewel het resultaat soms gekunsteld aandoet, voelt deze film van amper drie kwartier toch aan als een coherente stroom.
Niettegenstaande de ideale setting, sleept 'NY EXPORT: Opus Jazz' niet helemaal mee. De muziek van Robert Prince is namelijk teveel ondersteuning en te weinig ontroering. Ze is aanwezig als een soort walking bass, maar slaagt er nooit in even prominent te worden als de dans zelf. In de eerste plaats is dit dus dans, geen muziek. Ten tweede is de ooit heel erg revolutionaire choreografie van Jerome Robbins vandaag niet meer zo opzienbarend. Bepaalde ingrepen liggen teveel voor de hand en met moderne dansers was een meer gewaagde choreografie te bedenken. Dat de huidige producenten dus volledig wilden vasthouden aan het nalatenschap van Robbins, is een betwistbare keuze die tot duidelijke inzakmomenten binnen de film leidt. Toch verdient 'NY EXPORT: Opus Jazz' nog steeds aanbeveling, al was het maar om de barokke regie, de broeierige sfeer en het prachtige concept te ontdekken.