Als Beethovens tijdgenoot en Mozarts student Johann Nepomuk Hummel vandaag de dag eerder herinnerd wordt in een plagerige canon die Mozart over hem schreef, dan doet dat Hummels vaak originele, melodieuze en kundig georkestreerde muziek oneer aan. Hummel was in de eerste plaats concertpianist en het is dan ook dankzij zijn boeiende oeuvre voor piano, acht pianosonates en acht concerti bijvoorbeeld, dat men vandaag zijn muziek herontdekt. Maar hij schreef voor piano met het zelfde gemak als voor een hele reeks van andere instrumenten, ook voor blazers zoals deze uitgave met Hummels fagotconcert, een variatiereeks voor hobo en orkest en zijn septet opus 74 bewijst.

Het Tsjechisch Nonet maakt in het septet dankbaar gebruik van Hummels wat ongewone instrumentale combinatie van lage strijkers, piano, fluit, hobo en hoorn. Terwijl de hoge houten dit werk een lichtere textuur verlenen dan in gelijkaardige kamermuziekwerken van Schubert, Beethoven of Ferdinand Ries het geval is, zorgt hoorniste Vladimira Klanska waar dat nodig is voor een erg solide bas. Het trio uit dit tweede deel weerklinkt met al de Boheemse elegantie die de muzikanten van het Tsjechisch Nonet kunnen opbrengen, met een net niet clichématig aanbrengen van modulaties of nieuwe melodieën. Het derde deel, een reeks variaties op een langzaam themaatje getuigt van een uitzonderlijke schoonheid en illustreert prachtig Hummels gave voor mooie, bescheiden melodieën. Hummels talent op de piano schemert door in de meer virtuoze variaties, die een feilloze pianistische techniek toch heel muzikaal en ongedwongen doen klinken.

De Praga Camerata, dat de twee solisten in de twee andere werken begeleidt, houdt een Mozartiaanse lichtheid in haar uitvoering, die heel transparant en overzichtelijk klinkt. Hoboïst Vladislav Borovka toont een feilloze beheersing van zijn instrument, met een uiterst zuiver allerhoogste register en snelle trekken waar geen speld tussen is te krijgen. Maar wat hij op technisch vlak bewijst, verliest hij wat op muzikaal gebied. Hoewel hij een mooie klank bezit, komt zijn interpretatie erg vlak over, met weinig variatie in de manier waarop hij melodieën inkleurt. Fagottist Pavel Langpauls solide klank staat ver verwijderd van de frêle klank die men op oude instrumenten of in Franse orkesten wel eens wil horen. Hij bezit een erg directe manier van spelen, laat zijn basnoten stevig doorklinken maar moet zijn tempo in het eerste deel wat inhouden op snellere trekken. Het langzame middendeel houdt hij heerlijk lyrisch en de finale is een voorbeeld van ongecompliceerde vrolijkheid.

Terwijl de variaties voor hobo en orkest misschien wat zwakjes uitvallen, is het septet op.74 is een heuglijk origineel en boeiend werk en samen met het fagotconcerto zijn zij zonder meer het ontdekken waard.

Meer over Johann Nepomuk Hummel


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.