"Sedert wanneer passen de zes befaamde cellosuites van Bach niet meer op twee schijfjes?", vraagt de gemiddelde luisteraar zich af bij het zien van deze omvangrijke cd-set. Dat de in Canada woonachtige celliste Josephine van Lier voor een 4CD-box heeft geopteerd, heeft echter zijn redenen. Op elke cd staan nu twee suites verzameld, wat een totaalsom van acht oplevert. Heeft van Lier dan misschien twee extra suites gevonden of gemaakt? Nee, maar wel speelt ze de vijfde suite in totaal drie keer. Waarom? Dat heeft alles te maken met het opzet van van Liers opname. Er bestaan al zodanig veel interpretaties van de zes cellosuites van Bach, dat deze mevrouw zich niet geschikt voelde om daar nog maar eens een interpretatie bovenop te doen, zonder meer. Wat kan er nog toegevoegd worden aan de grote traditie van Casals en Rostropovich tot Bijlsma en Wispelwey?

Omdat van Lier toch eindeloos gefascineerd was en is door de suites, besloot ze de hele polemiek rond de instrumentatie eens van naderbij te bekijken. Quasi alle uitvoerders van oude muziek zijn in twee kampen te verdelen: diegenen pro en diegenen contra de "historische uitvoeringspraktijk", met andere woorden diegenen die wel en niet op oude instrumenten willen spelen. Van Lier is in dat opzicht een consensus-figuur. Zij beseft dat beide kampen hun waarde hebben en besloot voor de zes cellosuites in totaal vier verschillende celli te gebruiken. Op die manier krijgt de luisteraar in een concertavond (of op deze cd-opname) ineens het hele spectrum over zich. Van een hedendaagse <i>carbon fire cello</i> (waarvan van Lier zelf zegt dat hij de diepte en de warmte van de gewone cello mist) tot een modern volbloed-instrument, alsook een oude barokcello met darmsnaren en een hedendaags ontworpen (barokke) piccolo-cello voor de zesde suite.

Het is fascinerend om de klanken te vergelijken en zo heeft de vierde cd (met nog twee extra uitvoeringen van de vijfde suite) zeker zijn meerwaarde. Vooral cello-fanatici zullen in de wolken zijn met een release als deze. Van Lier heeft juist dat publiek overigens extra in de watten willen leggen, via een lijvig cd-boekje dat (zelfs voor de niet-leek) interessante weetjes bevat over de verschillende cello's. Verrassend is bovendien dat er, net als in Van Liers persoonlijke ervaring, eigenlijk geen instrument blijkt te zijn dat finaal "het best geschikt is" voor dit repertoire. Een dergelijke uitspraak kan de luisteraar gewoon niet doen, omdat de klank telkens op een andere manier waardevol is.

Toch is het overduidelijk dat celliste Josephine van Lier niet het nieuwste instrumentale wonder is, zoals Wispelwey of Truls Mørk dat zijn. Haar opnamecyclus mist in zijn geheel coherentie door de verschillende instrumenten, maar dat valt alles bij elkaar wel mee. Minder aanvaardbaar zijn de technische haperingen, zoals in de zesde suite. Ondanks de bouw van een specifiek instrument dat op maat werd gemaakt van dit stuk, verliest de suite al haar spontaniteit en haar flow door deze wankele uitvoering. In de overige stukken kan men van Lier minder betrappen op virtuositeitsfoutjes, maar de interpretaties getuigen niet van een kracht of een visie die iets toevoegt aan de omvangrijke traditie die het werk op zijn rug torst.

Uiteindelijk zullen dus uitsluitend cello-fanaten gebaat zijn bij deze opname. Ze is uiterlijk een beetje kitscherig, maar het cd-boekje getuigt van het nodige intellect en de oerdegelijke uitvoeringen zijn in die mate conventioneel dat ze weinigen echt tegen de borst zullen stoten. Het interessante concept werd dus vrij goed uitgewerkt. Een gezamenlijke bravo voor Josephine van Lier?

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.