Twee huwelijkscantates en een klavecimbelconcerto: deze drie werken zijn goed voor een uurtje glasheldere Bach-composities. Het concerto is eigenlijk een transcriptie door Bach zelf van zijn eigen vioolconcerto in E, dat meer bekendheid kent in die vorm. Beide cantates werden in Leipzig gecomponeerd op verzoek, voor welbepaalde huwelijken, maar het blijft echter gokken voor wie precies. Zoals te vermoeden is, klinken deze twee werken opzwepend en vlot, gecomponeerd in toonaarden met een erg positieve klank. Het concerto valt zeker niet uit de toon met zijn stuwende, opgewekte tempo's, maar het adagio-deel legt de cd even rustig neer, bij wijze van pauze tussen een eerste en tweede deel.

'Weichet nur, betrübte Schatten' en 'O holder Tag, erwünschte Zeit' zijn cantates die qua structuur niet erg anders klinken dan de andere cantates die Bach schreef. Begeleide recitatieven worden afgewisseld met aria's, waarin hobo of viool vaak een solostem spelen boven het orkest en in dialoog gaan met de zangstem. De solistenpartij wordt echter enkel door een sopraanstem gezongen. Dit geeft het geheel een iets brozer karakter, zeker wanneer sopraan en vioolsolo hun elegante melodieën brengen. De aria 'Weichet nur, betrübte Schatten', van de gelijknamige cantate, is de opener van de cd en zet traag in met een strakke, weemoedig klinkende hobosolo. In 'Sich üben im Lieben' klinkt het dan weer veel opgewekter en speelt de hobo in duet met de sopraanstem. Ook in de tweede cantate speelt de hobo een belangrijke rol en converseren stem en instrument de hele tijd met frases die ze aan elkaar vlotjes doorgeven.

Het klavecimbelconcerto, dat tussen de twee cantates staat op de cd, is dan weer een erg opgezweept werk dat van begin tot einde en stuwend karkater heeft. De interpretatie van de Freitagsakademie is niet echt vernieuwend, maar het is zeker wel een goede uitvoering met erg aangename en verfijnde fraseringen. Het adagio bezit heel veel sfeer, klavecinist Jörg-Adreas Bötticher articuleert erg zuiver en kan veel kleuren maken dankzij de ondersteunende laag strijkers onder hem. Het derde en laatste deel krijgt een stevig tempo, waarbij de linkerhand ononderbroken ritmische snelle noten brengt.

De Freitagsakademie klinkt over het algemeen erg vlot, warm en fijn. Ze begeleiden stuwend, maar laten de zang steeds primeren, zonder al te bescheiden te zijn. Hoboïste Katharina Suske beschikt over een wondermooie, ronde klank die de perfecte samenhang met de stem mogelijk maakt. Sopraan Susanne Rydén valt in de tweede cantate wat tegen omwille van de soms benepen en scherpe hoogte, maar ze zingt quasi zonder vibrato, wat niet zonder risico is. Hier en daar lijdt de intonatie hier onder, maar je hoort duidelijk dat dit haar repertoire is. Haar zuivere stem en duidelijke articulatie zorgen voor nog extra verfijning van deze opname van huwelijkscantates.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.