Johann Wilhelm Wilms werd in 1772 in Westfalen geboren maar vertrok op zijn negentiende naar Amsterdam om als componist maar ook als leraar, orkestmuzikant en concertpianist werk te zoeken. Componeren deed hij vanwege een druk werkschema en een publiek dat hem niet steeds even sterk apprecieerde grotendeels in zijn vrije tijd. Toch is Wilms' oeuvre behoorlijk omvangrijk en omvat het composities in zowat elk genre behalve opera: zeven symfonieën, concerti, kamermuziek voor verschillende bezettingen...

De twee sonates voor piano quatre mains werden in 1813 en 1814 gecomponeerd. Wilms was geen nostalgisch classicus en goed op de hoogte van de vernieuwingen die zich in Europa op muzikaal gebied afspeelden. Beide sonates dragen dan ook de stempel van Beethoven en hoeven niet onder te doen voor werken van Beethovens tijdgenoten als Hummel, Ries of Weber. Wilms schrijft harmonisch en melodisch vindingrijke muziek. Hij gebruikt bovendien alle mogelijkheden op gebied van dynamiek en tessituur die de toen nieuwe pianoforte hem bood. Dat blijkt duidelijk uit de finale van de eerste sonate, waarin Wilms met het verscheidene malen terugkerende rondothema zowel de hoogste als de laagste regionen van zijn klavier verkent.

De uitvoering, door het pianoduo Hans-Peter en Volker Stenzl is doeltreffend maar zonder al te veel charme. De soms hamerende aanpak van beide muzikanten werkt nog wel in de snelle delen van deze twee sonates maar neemt veel elegantie weg in de trage middendelen. Bovendien produceren vier handen op een moderne concertvleugel aardig wat klankvolume (beslist meer dan ze op een vroeg negentiende-eeuwse pianoforte zouden produceren) en dat komt het ingetogen karakter van deze muziek niet altijd ten goede. Waar slechts een pianist speelt wordt de muziek meteen veel lichter. De aanslag klinkt over het algemeen vrij ruw en steeds erg direct, slotnoten kunnen bovendien erg bruusk overkomen en ook hier zou wat meer variatie deze muziek meteen een stuk aangenamer op te beluisteren maken. Los daarvan bezit deze uitvoering wel een classicistische charme en zin voor proportie, zoals in het eerste deel van de tweede sonate, met haar klassieke melodievoering en vele loopjes en versieringen.

De muziek van Johann Wilhelm Wilms zal men niet snel op cd terugvinden en het grootste deel van zijn oeuvre werd simpelweg nog nooit opgenomen. Mooie uitvoeringen van zijn orkestmuziek, die zeker gehoord mag worden, vindt men met het Budapest Festival Orchestra (Channel Classics 25207 – samen met muziek van tijdgenoten Beethoven, Rossini en Weber) of Concerto Köln (de twee laatste symfonieën – Deutsche Grammophon 474 508-2). Die bewijzen wat deze plaat ook bewijst: dat Wilms een erg verdienstelijke 'kleine meester' was en boeiende en mooie muziek schreef. Jammer genoeg komt de uitvoering van deze elegante sonates wat te ruw over om echt te kunnen charmeren.

Meer over Johann Wilhelm Wilms


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.