Wie anno 2009 naar een sopraansaxofoon grijpt en composities speelt die net niet binnen de klassieke lijntjes passen, zal moeten leren leven met het feit dat hij naast Steve Lacy gelegd wordt. De kans dat rietblazer Jürg Wickihalder zich daar zorgen in maakt is klein, al was het maar omdat deze Zwitser een informele student van de grootmeester was. Op 'Furioso' omringt Wickihalder zich met muzikanten die hij leerde kennen aan het Berklee College of Music: de Amerikaanse broers Mark en Kevin Zubek op respectievelijk bas en drums en de Italiaanse rietblazer Achille Succi.

Het debuutalbum van het Overseas Quartet wordt gekenmerkt door een heel licht en genuanceerd geluid. De transparantie die door de de afwezigheid van de piano extra ruimte krijgt, wordt versterkt door de keuze van blazers. Met sopraan-, altsax en basklarinet wordt de sound heel soepel en buigzaam. 'Furioso' klinkt hierdoor erg fijngevoelig, exact en afgelijnd. De plaat zal het dan ook beter doen bij liefhebbers van muzikale fijnproeverijen dan bij adrenalineverslaafden.

Het meest indrukwekkend is de uitwerking van de thema's, op twee kleine Monk-composities na allemaal van de hand van Wickihalder. De speelse muziek knipoogt duidelijk naar die van Lacy en Monk, maar dan met gevoelig minder vreemde melodische, ritmische en harmonische kronkels. De melodieën zijn van klassiekere snit en klinken bij momenten erg catchy. De stukken kunnen uit verschillende contrasterende delen bestaan, maar snel en nerveus draaien en keren is er nooit bij: de luisteraar mag steeds het overzicht bewaren. Een voor een zijn de composities mooi bewerkt, waarbij er ruimte is voor lekkere swing, bebopsouplesse, een volks wiegende ambiance met Joodse of Balkanwortels en zelfs een poppy balladsfeer, naast asymmetrische maatsoorten of voorzichtige dissonanten. Het geheel blijft echter steeds toegankelijk en zelfs klassiek, wat geen afbreuk doet aan de spelvreugde die vooral in de tweede helft van de plaat aanstekelijk werkt.

In deze constellatie is de keuze voor de ritmetanden van de broertjes Zubek ideaal. Kevin Zubek gaat zijn eigen weg en doet meer dan louter swingen, maar houdt zijn "zachtaardige" eigenheid onder de blazers. Hierin weet hij zich gesteund door de warme sonoriteit en beweeglijkheid van Mark Zubek. De blazers spelen met een erg clean geluid, wat in de thema's heel goed werkt. Solistisch kunnen ze echter minder overtuigen. De improvisaties dragen zelden en kunnen de spanning niet vasthouden, ook niet wanneer de twee blazers samen te horen zijn. Voor het doorbreken van deze vlakheid is wachten tot in de zevende track (het in 5/4 geschreven bop-achtige 'Surfing and Flying') voor de solistiche vlam in de pan slaat. In het daaropvolgende 'The Moonwalk' zorgen tempowisselingen voor extra actie die versterkt wordt de vrijere rol voor bas en drums, waarop de blazers (driestemmige!) claxonstoten plaatsen. Met 'Played Twice' (met een cenrale plaats voor de bas, gesteund door een pointillistische begeleiding) en de balladwals 'Autumn Child' wordt 'Furioso' neergelegd op een manier die bij het album als geheel past: accuraat, integer en fijnbesnaard. Het is dan ook extra jammer dat net op dit album dat tikkeltje extra ontbreekt.

Meer over Jürg Wickihalder Overseas Quartet


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.