Wanneer jazzmusici zich aan een bewerking van een popsong wagen, worden er altijd wel links of rechts enkele wenkbrauwen gefronst. Zulke ondernemingen leiden namelijk vaak tot jazzy karikaturen waarbij plaatsvervangende schaamtegevoelens niet zelden de kop opsteken. In de tracklist van 'The End of a Summer' valt het oog meteen op 'Kiss from a Rose', een overbekende ballad van soulzanger Seal. Het Julia Hülsmann Trio maakt er een korte, etherische schets van die de melodie in ere laat en die gelukkig het besef uitstraalt dat deze song niet nodeloos moet worden gerekt. Ook de overige composities stralen een zekere nuchterheid uit die resulteert in een plaat vol degelijke, maar vaak karakterloze pianojazz.
In Duitse jazzkringen is het trio van pianiste Julia Hülsmann al meer dan tien jaar een begrip. De groep, die voorts uit bassist Marc Muellbauer en drummer Heinrich Köbberling bestaat, wordt er alom geprezen omdat ze het melodieuze aspect van muziek vooropstelt. Dat is ook onmiskenbaar het geval op 'The End of a Summer', dat een tiental composities bevat die gemiddeld niet veel langer dan vier minuten duren. Acrobatische solo's en virtuoze thema's treft men hier niet aan, melodische interactie daarentegen des te meer. Op het eerder genoemde 'Kiss from a Rose' laat Muellbauer zijn contrabas meezingen over de ijle akkoordenbasis van Hülsmann. Het refrein dat daarop volgt neemt de pianiste zelf voor haar rekening terwijl de ritmesectie met een kleine ingreep in het metrum de swing weet te handhaven. De indrukwekkende titeltrack, een compositie van Hülsmann, baadt in een melancholische maar donkere sfeer. Dit komt vooral tot uiting in enkele opvallende akkoordenwisselingen van de linkerhand die de gevoelige melodie steeds nieuw leven lijken in te blazen.
Het tempo (voor zover dat aanwezig is) is in de meeste stukken erg traag. Het vrolijke 'Quint' vormt daarop een uitzondering. Drummer Köbberling mag zich hier een zeldzame keer laten gaan, hoewel hij ook hier niet expliciet naar voren treedt. Het is Hülsmann zelf die (weliswaar met een middelmatige solo) zichzelf in de spotlights plaatst terwijl Köbberling het geheel kruidt met inventieve roffels en andere accenten. In 'Gelb' is het samenspel van contrabas en drums van hoog niveau. Een verankerde noot van Meullbauer en het ratelen van de cymbalen vormen het muzikaal fundament waarvan Hülsmann dankbaar gebruikt maakt. De overige tracks op het album blijven spijtig genoeg wat te veel aan de oppervlakte drijven. 'Konbanwa' doet op sommige momenten zelfs wat denken aan een pianist die in een restaurant de dinerende mens van een flauw achtergrondmuziekje voorziet. Ook de weemoedige jazz van 'Senza' is in hetzelfde bedje ziek en kan geen seconde boeien. Na drie kwartier luisteren komt het einde van de plaat dan ook geen seconde te vroeg.
Ondanks een dijk van een titelnummer en een paar andere mooie momenten stijgt het Julia Hülsmann Trio zelden boven de middelmatigheid uit. 'The End of a Summer' zal waarschijnlijk dan ook snel een grijze muis worden in de omvangrijke catalogus van ECM.
Meer over Julia Hülsmann Trio
Verder bij Kwadratuur
Interessante links