Een cd opnemen met uitsluitend muziek van een minder bekende, Poolse componist is op zijn minst een gewaagde onderneming. De stijl van Szymanovski's muziek is een echte mix van de laatromantische stijl van Richard Strauss of Max Reger en het impressionisme van Debussy, Scriabin of Ravel. Op deze plaat staan orkestliederen en ook balletmuziek met gezongen delen.

De 'Songs of a Fairy-tale Princess' zijn gecomponeerd op teksten van Szymanowski's zus Zofia die de wereld van een sprookjesprinses beschrijven. De zangpartij staat vol trillers en coloraturen en is vrij hoog gecomponeerd. Het nadeel aan de impressionistische stijl van deze drie liederen is dat weinig van de muziek echt blijft hangen. De zang zweeft boven een orkestpartij die vooral uit ijle strijkers met korte blazersinterventies bestaat. De jonge sopraan Iwona Sobotka (1e laureate Koningin Elisabethwedstrijd anno 2004) maakt indruk met haar stevige techniek en mooie stem, maar mist nog wat aan maturiteit qua interpretatie en kleuren.
De ballet-pantomime 'Harnasie' vertelt het verhaal van een jonge bruid die op de dag van haar huwelijk - niet helemaal tegen haar wil in - ontvoerd wordt door rovers uit het bos. Het speelt zich af in de streek van de Karpaten, en het eerste deeltje opent met een serene hobosolo die ondersteund wordt door rustige lage strijkers. Dit beschrijft de sombere schoonheid van de desolate Karpaten. De muziek evolueert met scherpe klarinetinterventies en stuwende bassen naar een roversmars waarbij heel het orkest openbloeit, met vooral veel slagwerk (xylofoon, tamboerijn), gedempte koperblazers en een korte tenorsolo. Het werk lijkt hier en daar sterk op Stravinski's 'Sacre du Printemps' qua ritmiek en stuwing. Het kleurenpalet van het orkest van Birmingham is bijzonder rijk en alle stemmen worden duidelijk afgezet. Alle afzonderlijke inzetten zijn erg duidelijk, wat een transparante en verstaanbare textuur geeft. Hoewel de partijen vrij 'versnipperd' gecomponeerd zijn, telkens met korte motiefjes, krijgt Simon Rattle het in een mooie eenheid gegoten. Heel sterk zijn ook de homoritmische gedeelten waarbij slagwerk en strijkers samen tegen de blazers opboksen. Een klein minpuntje is het koor van Birmingham, dat enkel forte zingt en vrij gehakt fraseert. De 'Tatra Highlanders' Dance' is dan weer gebaseerd op volksmuziek en Szymanovski laat heel het orkest meedansen, met leuke motiefjes in hoorns en violen. Hier en daar komt er nog een korte solopassage voor tenor Timothy Robinson, die met sterke stem zijn partij vertolkt.

De derde een laatste bundel zijn de 'Love Songs of Hafiz', wat op deze cd Szymanovski's vroegste werk is. Hier is de laatromantische invloed het duidelijkst, zijn melodievoering is iets lyrischer en verstaanbaarder, maar het geheel blijft wel impressionistisch. Ook de stijl van Bartók is niet veraf. Mezzosopraan Katarina Karnéus bezit een speciale, vrij heldere kleur en zingt met erg veel gevoel voor nuances en fraseringen.

Over het algemeen gebruikt Szymanovski het volledige spectrum van het orkest: hij benut de mogelijkheden van alle instrumenten en de verschillende kleuren die ze kunnen voortbrengen, alle tessituren en alle dynamieken. Op zich zijn de uitvoerders op deze plaat heel goed, maar de muziek is wat minder toegankelijk. Wie zich aan het romantische liedrepertoire à la Richard Strauss verwacht, komt bedrogen uit. Toch is dit een mooie plaat, zij het met een iets minder voor de hand liggend repertoire.

Meer over Karol Szymanowski


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.