Echt doorzichtig stelt dit Amerikaanse kwartet zich niet op. Zo is de info over deze band op het wereldwijde web niet enkel nogal magertjes, terwijl de heren in Amerika schijnbaar toch een stevige aanhang kennen. Op zijn derde plaat langspeler verlaat Kinski de inmiddels platgewalste paden van de zweverige postrock. Toch staat de factor 'gitaarnoise' centraal, al wordt die met mooie melodieën samengesmolten en in al zijn verschillende vormen verkend. Dat maakt dat 'Down Below it's Chaos' de luisteraar stevig in het kruis grijpt en zowel een tour met de zware rockband Tool als het psychedelische Acid Mothers Temple doorheen de Verenigde Staten rechtvaardigt.

Rock ontmoet postrock en atmosferische pop: Kinski verzint op dit plaatje vele mooie, verschillende definities voor luidruchtige en zwevende gitaarmuziek. Melodie en energie zijn in elk geval twee elementen die op dit plaatje centraal staan. De band verzorgt zijn aanhoorders, maar slaat ze niet murw. Verder gaat dit viertal nooit echt de experimentele toer op en wordt mooi vastgehouden aan de melodie, waardoor 'Down Below it's Chaos' – vreemd genoeg - erg aaibaar overkomt. Een beetje meer lef had bij momenten geen kwaad gekund. 'Argentina Turner' is met zijn open gitaaraanslagen en vele bijklanken een stukje heerlijk dagdromen, maar echt groots klinkt het instrumentale nummer niet, laat staan dat het echt internationale klasse uitstraalt. Hoewel dit plaatje erg netjes klinkt en volledig rijmt, zondigt Kinski als eens aan het grote gevaar dat bij dit soort muziek onder het gras schuilt: vele atmosferische gitaarbands kicken erop mooi op- en af te bouwen, maar blijven soms te hardnekkig rechtdoor draven en wat aan de effectjes prullen. Grote voordeel is dan weer dat het publiek vaak niets anders verwacht en zich gewillig laat meevoeren in dit soort escapades.

Kinski zoekt ook nieuwe manieren om zijn klanklandschappen vorm te geven en dat is alvast iets wat heel 'Down Below it's Chaos' broeierig houdt. Zo krijgt een nummer als 'Child Had to Catch a Train' met de ondersteuning van een hammondorgel een warme ondertoon en is vooral het overheerlijke, dromerige 'Plan, Steal, Drive' een schot in de roos met een erg boeiende muzikale verhaallijn. Dit is een toonvoorbeeld van hoe een instrumentale song van een lieve droom kan uitgroeien tot een zoete nachtmerrie. In het volgende nummer, 'Punching Goodbye out Front', gaat alles een versnelling hoger en knipoogt Kinski zelfs even richting garagerock. Met een neutrale, nasale vocale invulling van Chris Martin (niet verwarren met de zanger van Coldplay) lijkt de groep dan weer even op het oude Helmet.

De inhoud is er, een stevige achtergrond is er, een felle sound is er en toch is de echte vonk er niet. Zo blijft dit plaatje een voortdurende twijfelaar: zuiver goud wordt er niet gescoord, maar het gaat hier duidelijk om een hard blinkend en eveneens hoogwaardig equivalent.

Meer over Kinski


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.