Eén van de boegbeelden van de Franstalige Vlamingen is ongetwijfeld de literaire grootmeester Maurice Maeterlinck. Van deze voorlopige enige Belgische Nobelprijswinnaar is nog een enorme afstand af te leggen naar de iets lichter op te vatten muziek van Les Mecs Du Nord. Beiden hebben evenwel hun thuisgrond in Gent én misschien nog belangrijker als aanknopingspunt: de gepresteerde taal is (meestentijds) Frans. Verder kan dit pad enkel verlaten worden.

Les Mecs Du Nord wordt gevormd door een kerngroep van vijf muzikanten. Spilfiguur is Yannick Van Loo (ook gekend van zijn soloproject Jaynickel én ‘officieel’ de beste ukelelespeler van de wereld) die onder meer tekende voor de muziek en de woorden. Wat de groep presteerde voor hun debuutplaat ‘Carbonnade Flamande’ laat zich niet onder één noemer plaatsen. Grofweg bezeilen ze de zeeën van de folk, de gipsy, de musette en het chanson, wat ze vooral op basis van allerlei snaarinstrumenten (van ukelele, over gitaar, tot banjo) en vaak een flinke dosis viool bereiken. Ook van staande bas en sporadisch een toets synths, weinig blazers of wat percussie kan voor de volledigheid gewag worden gemaakt.

Het uiterste begin van ‘Carbonnade Flamande’ klinkt een ogenblik duister en mysterieus (intro en muzikale intermezzo’s van ‘Soucoupe Volante’), maar laat evenzeer verwachten dat de rest van de plaat zal uitmonden in een vaststaande schwung. Bewaarheid wordt dit onmiddellijk in ‘Wicked Embrace’. Dit is één van de drie niet-Franstalige nummers, dat hier op sleeptouw wordt genomen door een aanstootgevend banjoloopje. De uitbundige sfeer is onmiddellijk gezet en wordt doorgedreven in ‘Il y Des Gens’ en ‘Les Emmerdeurs’ (met een knalprestatie van violiste en enige vrouw binnen het collectief: Charlotte Peyskens). Onderweg zijn er verder sluwe knipogen naar wereldmuziek en folk én steeds is er de indruk van het knappe snarenspel van Yannick Van Loo.

Net wanneer het album alleen maar feestmuziek lijkt te bevatten, gooit Les Mecs Du Nord het roer om en laten de heren en dame horen dat ze het ook via een meer sobere en sereen-melancholische aanpak kunnen (‘Fric Froc Frac’ en wat verder ‘La Valse Du Mauvais Temps’). ‘Le Voyageur’ houdt twijfelend het midden tussen een Willem Vermandere-klassieker en puur Frans chanson, terwijl ‘Malentendu’ en vooral ‘Moi Non Plus’ veel zekerder de richting van dat laatste kiezen. Het minder overtuigende ‘Monochrome’ klinkt vervolgens als ouderwetse Engelse folk, maar dan met een enerverend achtergrondkoor. Eindigen doet Les Mecs Du Nord zoals ze begonnen: in duisternis en cabaret-aandoend mysterie (‘Annuel Fair’ ), maar ultiem ook nog feestend met de titeltrack. Toepasselijk sluit het geheel af met applaus.

Enkele jaren eerder, in de hoogdagen van het folk- en boombalgebeuren, waren Les Mecs Du Nord waarschijnlijk heet geweest. De vette jaren van het genre (of noem het beweging), zijn ondertussen evenwel voorbij, zodat ze waarschijnlijk niet wekelijks in stomende en van zweet doordrongen zalen zullen weerklinken. Net dat is nu jammer, want het is waarschijnlijk die atmosfeer waar hun muziek het schoonst uit de verf zou komen. Toch kan geenszins geproclameerd worden dat het resultaat niet aan te horen is. Een goeie plaat is  ‘Carbonnade Flamande’ zeker, maar laat het een souvenir zijn van een puik concert.

 

Meer over Les Mecs Du Nord


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.