Opnames van pianosonates van Beethoven zijn er te over maar Garrick Ohlsson doet ook zijn duit in het zakje met dit vierde volume uit een integrale met daarop de sonates opus 26, 28 en 90. De sonates opus 26 en 28 dateren uit hetzelfde jaar, namelijk 1801. Het zijn vroege sonates maar komen uit een uiterst creatieve periode in Beethovens leven en een waarin hij de grenzen en beperkingen van traditionele vormen en genres aftastte. Zo komt het dat de sonate opus 26 niet met een sonatevorm, met haar typerende dialoog tussen twee contrasterende thema's maar met een bescheidener variatievorm. De 'Pastorale' sonate daarentegen kreeg haar bijnaam van de eerste uitgever, die gecharmeerd werd door de rustieke eenvoud van de hoekdelen. De tweedelige sonate opus 90 vormt de link naar Beethovens latere sonates en is, heel atypisch, in maar twee delen geschreven, waarbij het laatste deel een tedere, intimistische Beethoven aan het woord laat.
De Amerikaan Garrick Ohlsson presenteert een Beethoven die degelijk klinkt en zonder veel verrassingen wordt uitgevoerd. Tempi liggen nergens erg hoog maar de langzame delen van de twee vroege sonates bezitten een vlotte ritmiek en cadans die voorkomt dat de muziek stilvalt. Ohlsson houdt zich trouw aan Beethovens lange Duitse karakteromschrijvingen in de sonate opus 90 en produceert dus een tweede deel dat, trouw aan Beethovens intenties 'Sing Singbar' en zelfs redelijk langzaam voorgedragen wordt. Een dergelijk lyrische aanpak houdt de hele sonate kalmer dan gewoonlijk maar werkt niet slecht, ook niet eerste deel van de 'Pastorale' sonate, dat een sterk gevoel van rust meekrijgt op die manier.
Deze opnames komen soms echter erg droogjes over. Misschien is dat gewoon te wijten aan de opnamekwaliteit maar het zorgt ervoor dat Ohlsson moeilijk met de galm van zijn instrument kan spelen, akkoorden vaak kort en vlak neergezet worden en accenten soms al te scherp klinken, vooral in de sonate opus 26. Daar zorgen een harde aanslag in de finale of het langzame deel voor een Beethoven die even bruusk klinkt als het karakter van de componist zelf moet zijn geweest. Dat is op zich best een interessante keuze maar het neemt ook wat charme weg uit Ohlssons interpretatie.
Om Beethovens pianosonates op plaat te kunnen zetten, moet je niet zomaar de eerste de beste zijn en Garrick Ohlsson kwijt zich knap van zijn taak. Toch mist deze uitvoering dat beetje extra dat heel wat andere pianisten die zich aan Beethoven-opnames gewaagd hebben erin kunnen steken. Intieme momenten zijn er bijvoorbeeld net zoals in andere uitvoeringen maar hoewel aanslag en dynamiek zachter worden missen ze dat expressieve dat een pianist als Paul Lewis (om nu maar iemand te noemen die de laatste jaren een uitstekende Beethoven-integrale afwerkte) in deze muziek kan steken.
Meer over Ludwig van Beethoven
Verder bij Kwadratuur
Interessante links