Pornovideo's, van drugs en drank uitpuilende biografieën en een opeenstapeling van tattoos, make-up, plateauzolen en enorme hairdo's is wat het vaakst met de Amerikaanse hardrockbende Mötley Crüe wordt geassocieerd. Hoewel het viertal uiteraard in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is voor deze al dan niet relevante kanttekeningen, wordt vaak vergeten dat The Crüe wel degelijk een pioniersfunctie bekleedde tijdens het ontstaan en groeien van glam metal. Zwaarder geïnspireerd door de bluesy punk van The New York Dolls dan hun poppy tegenhangers Poison of W.A.S.P. en vooral beruchter dan eender welke hardrockband uit de jaren tachtig (zèlfs Guns N' Roses) maar op muzikaal vlak nooit een echte dijkenbreker: ziehier Mötley Crüe ten voeten uit.

Sinds bassist, componist en onverbeterlijke bad-ass Nikki Sixx in 1981 dit kwaadaardige kwartet uit de grond stampte, maakten de heren in negen jaar vijf heavy metal-klassiekers op rij. Na een heleboel interne rommelingen en decadente verslavingen, tijdelijke vertrekken van zanger Vince Neil en drummer Tommy Lee en drie latere platen die slechts een afspiegeling waren van hoe de groep ooit had geklonken, besloot Mötley Crüe in 2004 om terug met de originele line-up enkele nieuwe nummers op te nemen en zelfs op tournee te gaan. De 'Red, White and Crüe'-tour is dan ook mooi gedocumenteerd op deze live-dubbelaar, die als snoepje moet dienen tot het nieuwe studioalbum volgend jaar ergens verschijnt. En het mag gezegd: hoewel hun clichématige nummers de metalen mensheid nooit volledig omver zullen doen vallen, slagen de heren er aardig in om overtuigend voor de dag te komen.

De eerste schijf belicht de vroegste periode van het viertal: het primitieve debuut 'Too Fast for Love' (1981), de eerste-poging-tot-glamrock 'Theatre of Pain' (1985), het kassucces 'Girls, Girls, Girls' (1987) en vooral de all time Crüe classic 'Shout at the Devil' (1983) zijn goed vertegenwoordigd. Alles wat de bende hier toont kan men in een kwalitatievere versie horen bij Alice Cooper, het jonge Guns N' Roses of zelfs het vroege Aerosmith, maar bierbuik-anthems als 'Looks that Kill', 'Red Hot', 'Wild Side' en uiteraard het steeds even swingende 'Live Wire' hebben een onherroepelijke charme. Lee drumt strakker dan zijn spandex, Mick Mars' gitaarspel en solo's zijn nog steeds erg bluesy en zelfs Neil weet zijn mannetje te staan. Het geluid is rauw en ongepolijst, wat het geheel meteen een vuile, doch ietwat geprefabriceerde garageklank meegeeft. De tweede cd vertegenwoordigt later Crüe-werk: hun meest verkochte album 'Dr. Feelgood' (1989), een verrassend nummer van het geflopte 'Generation Swine' (1997) en de twee matige nieuwe singles die vorig jaar op de markt verschenen. Belegen ballads als 'Glitter' of 'Without You' zijn zonder meer te cheesy voor woorden, maar het is quasi onmogelijk om op 'Kickstart My Heart' of het vaak over het hoofd geziene 'Primal Scream' stil te blijven staan. Dat de band afsluit met de covers 'Helter Skelter' en 'Anarchy in the UK' is op zich wel een nogal lamme zet.

De punky glamrock van The Crüe is kwalitatief allesbehalve diepgaand, maar zorgt wel voor simpel en verdomd leuk entertainment, vooral op de eerste helft van dit dubbelalbum. Twee uur ervan is net iets te veel van het goede en alles is zo doorzichtig als het groots is, maar het kan nooit kwaad om van tijd tot tijd eens stevige gitaren en stuwende drums door de kamer te laten knallen. Integendeel.

Meer over Mötley Crüe


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.