Toen de levende brassbandlegende Richard Evans in 1992 aangezocht werd om de National Youth Brass Band of Scotland (NYBBS) te dirigeren, gaf hij zijn jawoord, maar stipuleerde onmiddellijk dat het voor maximaal twee jaar zou zijn. Achttien jaar (met in die periode een zware hartoperatie) later heeft de intussen 76-jarige grijsaard er nog altijd niet genoeg van.

De NYBBS, opgericht in 1958, laat enkel brassbandmuzikanten onder de 21 jaar toe, hoofdzakelijk uit Schotland maar ook uit Duitsland, Engeland, Noord-Ierland en de Far Oër sloten al jonge beloften aan. Ook al zijn er jaarlijks zo’n 150 deelnemers, de concurrentie is naar verluidt hard en kandidaten falen meestal bij hun eerste sollicitatie. Anderzijds krijgen jonge muzikanten wel nieuwe kansen, is er intussen ook een zogenaamde Reserve Section en werd er zelfs een Children’s Band opgericht voor wie dertien of jonger is. Ex-leden zijn onder meer trompettist John Wallace, James Gourlay (dirigent en bastubist), Russell Gray (cornettist/dirigent) en ‘s werelds twee beste dames op alto (Sheona White en Leslie Howie).

In 2008 werd ter gelegenheid van de 50ste verjaardag ‘Alba’ opgenomen, maar het duurde even voor de cd wat meer aandacht kreeg. Het album is geen lukraak samenraapsel van muziekstukken, maar een doordachte hommage aan de vele muzikanten van de NYBBS. Zo is de ultrakorte opener ‘Alba’, geschreven door Alan Fernie (ook al een ex-lid), een van de favoriete werken van het orkest. Aan het hele repertoire is trouwens te zien dat de dirigent heel wat in de pap te brokken had: Evans houdt er nogal traditionele ideeën op na over hoe een concert in elkaar hoort te zitten en zijn keuzes doen het nagenoeg altijd. Zo is een mars – een onderdeel waarmee hij trouwens geregeld trofeeën wint – voor hem incontournable en ‘The New Colonial March’ toont dat zijn plechtige interpretatie van dit genre onaangetast is.

Klassieke werken staan bij hem minstens even hoog aangeschreven als originele brassbandcomposities: een heerlijk gevoelig ‘Salut d’Amour’ van Elgar, het donker onheilspellende ‘Montagues and Capulets’ van Prokofiev met al het zware koper in een glansrol en Wagners ‘Introduction To Act III: Lohengrin’. Dansende levensvreugde is het motto in ‘Czardas’ van Johan Strauss en ook het nochtans statige ‘Little Fugue in G Minor’ van J.S. Bach klinkt erg vitaal.

Vertegenwoordigers van het lichtere genre zijn ‘Anything Goes’ van Cole Porter en ‘Eleanor Rigby’ van The Beatles. Uit de meer religieuze catalogus van de brassbandmuziek komen ‘I’ll Walk With God’ en ‘Hymns Of Praise’ van Evans’ boezemvriend Goff Richards. Ook hier is de toon plechtig maar krijgt het melodieuze alle nodige speelruimte. Het mooiste werk is echter ongetwijfeld de driedelige afsluiter ‘Little Suite For Brass’ van Malcolm Arnold, in 1963 gecomponeerd voor de vijfde verjaardag van dit orkest: in elk deel krijgen de verschillende secties en solisten hun moment de gloire. De zeemzoete cornetsolo in het tweede deel, ‘Siciliano’ is ronduit heerlijk rustgevend.

Opvallend is wel dat er geen enkel werk te vinden is van de hand van Paul Lovatt-Cooper: de man is nochtans populair, deels dankzij heel wat werken voor jeugdorkesten, en hij heeft bovendien een bijzondere band met de NYBBS. Toch blijft de mix van bekend en minder bekend repertoire boeien en de gedachte dat de mooie klank en het speelplezier van allemaal jonge leeuwen en leeuwinnen afkomstig is, maakt dit schijfje alleen maar aantrekkelijker.

Meer over National Youth Brass Band of Scotland


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.