Je moet het maar durven: de ECM-catalogus in een studio ergens te lande uitspitten op zoek naar materiaal om twee abstracte klanktapijten van over het uur mee in elkaar te flansen. Geen uitdaging te groot voor Chileen Ricardo Villalobos (uitgegroeid tot een icoon van de Germaanse dance-scène) en Duitser Max Loderbauer (onder andere lid van het ensemble Moritz von Oswald Trio, gekend om zijn geflirt met acid jazz), twee muzikanten die hun achtergrond even lieten voor wat die was en met 'Re: ECM' met rasechte ambient op de proppen zijn gekomen. In het boekje bij deze uitgave laat het duo vreemd genoeg uitschijnen dat ze met deze muziek clubs willen veroveren. Ritme is volgens hen immers in die mate universeel dat zelfs gefragmenteerde, hakkelige pulsen voor een emotionele vibe kunnen zorgen op de dansvloer, ver voorbij de mogelijkheden van de gemiddelde dansmuziek. Een dergelijke uitspraak is niet alleen pretentieus, maar ook ongegrond: tenzij men het publiek eerst verdoofd met tonnen LSD, is de kans dat een DJ hiermee wegkomt immers onbestaande.

Wie 'Re: ECM' als trage soundscape benadert, wacht echter wél een verrassing van formaat. Villalobos en Loderbauer kregen van ECM-baas Manfred Eicher de totale vrijheid wat de keuze van de door hen bewerkte albums betrof, met een gevarieerde tracklist als resultaat. John Abercrombie, Miroslav Vitous, Wolfert Brederode, Louis Sclavis en Bennie Maupin passeren de revue, maar even goed krijgen Arvo Pärt en andere spiritueel getinte uitstpajes een kans. Uit opnames rond deze musici nam het duo telkens bepaalde loops, die ze aan elkaar kleefden. Dit vormt de dromerige, glibberige melodische grondlaag. Hier rond legde men vervolgens ritmische cellen, dikwijls weinig regelmatige structuren die als een web rondom de melodie worden gelegd. De bewerking van Bennie Maupins 'The Jewel in the Lotus', illustreert deze werkwijze misschien nog het best. Het effect is verbijsterend, verbazend en hallucinant tegelijk: de luisteraar kan het aantal prikkels dat hem of haar simultaan bereikt onmogelijk meester en de trance die vanuit een dergelijke overdaad aan input ontstaat, herbergt de kracht van deze plaat.

Het experiment neemt nog meer opzienbarende proporties aan als men leest dat het duo alles akoestisch in de studio opnam en dus de ontelbare loops gelijktijdig op het basismotief heeft losgelaten. Spontaniteit is voor het duo niet voor niets van primordiaal belang. Hoewel een dergelijke "improvisatoire" aanpak perfect aansluit bij het idee dat albums met grotendeels jazzmuziek vanuit de improvisatie opnieuw gestalte moeten worden gegeven, zorgt de formule ervoor dat quasi alle tracks onvolkomen aanvoelen. Deze bewerkingen lijken volgens een bepaalde willekeur gestuurd te worden en wie ontwaakt uit de trance, hoort kabbelende elektronica die de luisteraar niet terug kan meezuigen naar de diepte. Villalobos en Loderbauer vragen dus een bepaalde bereidheid van hun publiek, die niet zo noodzakelijk zou geweest zijn mits binnen de muziek zelf toeval minder rol zou gespeeld hebben.

Beide heren hebben in het cd-boekje nog meer mooie praatjes in huis. Zo is de grote beperking van elektronische muziek volgens hen het ontbreken van een architecturale dimensie, die ze hier letterlijk proberen te construeren door verschillende microfoons en speakers zodanig te plaatsen dat er toch diepte in de klank ontstaat; diepte die niet louter wordt gesimuleerd, maar zich ook daadwerkelijk bij de creatie openbaart. Een dergelijk idee auditief ontwarren uit 'Re: ECM' is moeilijk, maar niettemin blijft er genoeg magie over om van de plaat te genieten - zonder alle bijkomstige intellectuele poespas.

Het hele verhaal rondom het concept wordt overigens helemaal irrelevant voor wie de ECM-cataloog een beetje kent en de originelen in de bewerkingen hoort nazinderen. Zo zullen jazzliefhebbers grote musici aan het werk horen in een dimensie voorbij die van het gebruikelijk instrumentarium, in termen van erotiserende of angstaanjagende geluidsgolven. Schotelt 'Re: ECM' dan de essentie van klank voor, of is het project gemakkelijk te herleiden tot een geïntelellectualiseerde dwaling? Dergelijke vragen moet men voor zichzelf zien te beantwoorden, en liefst na meerdere luisterbeurten. Want zelfs bij diegenen die niet afkerig tegenover elektronica staan, kan dit album op sommige dagen een miezerig effect hebben, of de luisteraar zelfs totaal onverschillig achterlaten. Maar misschien maakt precies die schijnbare verbintenis met de a priori gemoedstoestand van de luisteraar deze muzikale ervaring des te meer intrigerend?

Meer over Ricardo Villalobos & Max Loderbauer


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.