De Franse pianist Eric Le Sage neemt het integrale oeuvre voor piano van Schumann op en dat als voorbereiding op de tweehonderdste verjaardag van de componist in 2010. Met deze derde uitgave neemt hij een zijspoor en richt hij zich op Schumanns kamermuziek voor solo-instrumenten en piano. Zo bevat de eerste van deze dubbel-cd werk voor hobo, klarinet, hoorn, altviool, cello en piano en de tweede van Schumanns drie vioolsonates.
Alle elementen die de twee vorige cd's zo de moeite waard maakten zijn ook op deze uitgave aanwezig: het rusteloze en impulsieve in Schumanns muziek is bijna continu present, maar Eric Le Sage verliest nergens controle en voert deze werken met een klassieke striktheid uit. Bovendien ademt deze muziek een ernst en diepgang uit die Schumann zo gemakkelijk te onderscheiden maakt van andere pianovirtuozen uit zijn tijd en die lang niet elke pianist juist kan weergeven. Violist Gordan Nikolitch voelt Le Sage perfect aan en ook in zijn spelen ontdekt men een energie en drama waaronder echter een perfect gevoel voor proportie en beheersing schuilgaat. Het stormachtige eerste deel van de tweede sonate is een goed voorbeeld daarvan en krijgt net veel meer impact met een interpretatie die het verdriet en de twijfel die in de muziek zitten niet breed uitsmeert. Het trage deel van de eerste sonate wordt met een intieme intensiteit uitgevoerd die eerder Schubert voor de geest lijkt te halen.
Ook de andere muzikanten op deze dubbel-cd stellen niet teleur. Een blik op de uitvoerders, met namen als cellist Jean-Guihen Queyras, klarinettist Paul Meyer en hoboïst François Leleux schept alvast hoge verwachtingen. De drie romances voor hobo en piano op.94 bewaren hun charmerende eenvoud. Leleux maakt echter erg veel kleur en zorgt voor een soepele, zangerige uitvoering. Erg knap is het contrast tussen de lyrische melodie van de tweede romance en de meer bewogen middensectie. Ook klarinettist Paul Meyer geeft de wilde emotiewisselingen in Schumanns muziek treffend weer, tussen de stormachtige finale van de 'Fantasiestücke' en de tedere melodielijnen die er net op volgen. De 'Märchenbilber' krijgen dat typische Schumanneske gevoel voor heroïek mee, met tragisch-strijdvaardige middendelen en heel melancholische hoekdelen. Altviool en klarinet gaan trouwens prachtig samen, onder andere in de rijke 'piano' passages in het slotdeel van de 'Märchenerzählungen'. Het 'Adagio & Allegro' op.70 voor hoorn en piano tot slot krijgt een gedreven en vlotte uitvoering mee van hoornist Bruno Schneider. Het is altijd aangenaam om dit werk in zijn originele bezetting te horen, zonder dat de veeleisende hoornpartij hoorbaar moeite kost. Schneider speelt echter met een uitstekende beheersing van elk register, een erg soepele klank en een lichte vibrato die dit werk quasi moeiteloos doet overkomen.
Dit blijft een absolute aanrader die Schumanns muziek alle eer aan doet. Erg integere, diepzinnige interpretaties met schitterende muzikanten is precies wat deze muziek nodig heeft.
Meer over Robert Schumann
Verder bij Kwadratuur
Interessante links