Schumanns orkestmuziek beleeft al enkele jaren een herwaardering. Waar men vroeger ten onrechte meende dat Schumann beter voor piano dan voor orkest schreef, daar experimenteert men nu met authentieke instrumenten en kleinere bezettingen om tot de ideale balans te komen die Schumann gewild had. Zo komen ook de vier symfonieën vaker op concertprogramma's terecht en enkele uitstekende opnames die de laatste jaren zijn uitgebracht zullen daar niet vreemd aan zijn. Deze uitgave combineert Schumanns bekendste symfonie (de derde, bijgenaamd 'Rheinische') met de weinig uitgevoerde originele versie van de vierde. Schumann onderwierp dit werk, chronologisch het tweede om geschreven te worden, aan een grondige revisie en orkestreerde het grotendeels opnieuw voor hij het uitgaf. Dat niemand minder dan Brahms het origineel verkoos en deze versie uiteindelijk ook zou publiceren is reden genoeg om deze oorspronkelijke vierde symfonie, die veel slanker en kernachtiger moet klinken, eens nader te bekijken.

De uitvoering, met het NHK Symphony Orchestra Tokyo onder leiding van de Duitse dirigent Jun Märkl, is klassiek en volgt in grote lijnen bekende uitvoeringen, zonder dat hij er echter in slaagt even meeslepend te zijn. Qua tempi heerst niet altijd consistentie: zo lijkt Märkl in de coda van het laatste deel van de vierde symfonie toe te werken naar een grote versnelling – en het orkest maakt die verwachting heel opwindend waar – maar dan opeens lijkt alle energie uit het orkest te verdwijnen. Tempi die over de hele lijn niet zo heel traag gespeeld worden, lijken toch opeens lood in de voeten te hebben. Schumanns 'begeleidingsmachine', een vaak even opzwepend als geraffineerde ritmische kracht onder de melodie lijkt maar niet de juiste versnelling te vinden. Passages die naar een climax toe leiden – en die zijn er te over in de hoekdelen van de derde – verliezen erg vaak stoom en dat is niet wat muziek boeiend houdt.

Mooie kantjes van de uitvoering zijn er ook wel: de trage delen bezitten zin voor melodie en komen erg goed over, in de geest van een rustige serenade, zowel in het derde deel uit de derde als het tweede uit de vierde symfonie. Door de blazers bij momenten een graadje of twee naar beneden te halen, kan Märkl soms figuraties uit de strijkers naar voren halen die doorgaans verloren gaan.

Dit is zeker geen slechte cd maar teleurstellend is hij wel, omdat we zovele andere goede opnames van Schumanns orkestmuziek kennen: denk maar aan recente uitgaven met Thomas Dausgaard (BIS-SACD-1519) of Philippe Herreweghe (HMC 901972) of de nog steeds fenomenale uitvoeringen van John Eliot Gardiner en zijn Orchestre Revolutionaire et Romantique (Archiv 457 591-2). En dat zijn opnames die wel kunnen opzwepen en van de eerste tot de laatste noot boeien.

Meer over Robert Schumann


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.