Het Rundfunk Blasorchester Leipzig, dat in 1950 werd opgericht, is een van de weinige niet-militaire professionele blaasorkesten in Duitsland en brengt een breed genre van symfonische tot meer volkse blaasmuziek. Met dit eerste deel van wat een nieuwe reeks genaamd RBO Prestige Series moet worden, brengt deze harmonie een repertoire uit het eerstgenoemde genre. Dat het orkest ook onbekende werken heeft geselecteerd, maakt deze release alleen maar interessanter.

De cd is min of meer chronologisch opgebouwd en opent met werk van Gottfried Heinrich Stölzel (1690-1749), die het slachtoffer was van de bekendheid van Johann Sebastian Bach maar naar verluidt door hem toch hoog werd ingeschat. Als twintiger ondernam Stölzel een studiereis naar Italië, hetgeen zijn manier van componeren sterk zou beïnvloeden. In het driedelige 'Concerto Grosso a Quattro Cori in D' is mooi te horen hoe hij de contrapunt van de Duitse barok combineert met duidelijke Italiaanse invloeden, waaronder de driedeligheid die we kennen van Vivaldi. Het eerste snelle deel wordt gevolgd door een erg kort melodisch traag 'Largo' en eindigt met een snel mar verfijnd 'Vivace'. Van zijn grote tijdgenoot brengt het harmonieorkest 'Fantasia en fuga in g' (BWV 542), bijgenaamd de grote (er is namelijk nog een fuga in g) in een bewerking van Joseph Horowitz. Hiermee is nog maar eens bewezen dat dergelijke muziek erg geschikt is voor blaasorkesten.

Van een heel ander kaliber is de ouverture uit de opera 'Euryanthe' van Carl Maria Von Weber. Hoewel duidelijk te horen is dat Von Weber Wagner heeft beïnvloed, doet het lichtvoetige karakter van deze ouverture vooral denken aan operettemuziek. 'Pavane pour une Infante Défunte' van Ravel is samen met de fuga van Bach vermoedelijk het bekendste werk op dit schijfje. Ravel schreef het in 1899 voor piano en maakte later een bewerking voor klein orkest maar zou deze "jeugdzonde" uiteindelijk verwerpen. Het arrangement van dit delicate werk door Johan de Meij wordt door het orkest zeer sfeervol gebracht en is misschien het mooiste werk. In dit Sjostakovitsj-jaar mocht ook de Russische componist absoluut niet ontbreken. Zijn 'Ouverture op Russische en Kirgizische Volksthema's op.115' uit 1963 bloeit na een wat langdradige inleiding open tot een dynamisch en rijk geschakeerde compositie. Afsluiter is Leonard Bernsteins 'Divertimento' dat hij in 1980 schreef naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van het Boston Symphony Orchestra. Het is bijna een speels werk, dat qua stijl en ritme sterk refereert naar zijn 'Ouverture to Candide'. Het werk bestaat uit korte karakterstukjes die gebaseerd zijn op de noten b (si, van Boston) en c (do, van Centennial) en eindigt met een triomfantelijke mars.

Alle werken hier zijn bewerkingen van muziek die oorspronkelijk voor een andere orkestvorm werd geschreven. Bijgevolg is deze cd schijnbaar enkel interessant voor liefhebbers van harmonieorkesten. De repertoirekeuze, opnamekwaliteit en overtuigende uitvoering door het Rundfunk Blasorchester Leipzig maken dat deze cd ook een volwaardig alternatief is voor opnames met filharmonische of symfonische orkesten.

Meer over Rundfunk Blasorchester Leipzig


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.