Talloze componisten, binnen en buiten de Duitstalige wereld hebben Johann Wolfgang von Goethes toneelstuk ‘Faust’ gebruikt als basis voor composities. Liszt schreef een ‘Faust Symphonie’, Mahler baseerde zijn achtste symfonie op de tekst van Goethe en Schubert zijn lied ‘Gretchen am Spinnrade’, Gounod en Spohr schreven elk een opera op het thema en Berlioz de grootschalige cantate ‘la Damnation de Faust’. Veel minder vaak gespeeld als de werken van Berlioz of Gounod zijn Robert Schumanns ‘Szenes aus Goethes Faust’, een kijk op een aantal scènes uit het drama waar Goethe in totaal meer dan veertig jaar aan werkte. Net zoals Goethe lang aan ‘Faust’ schreef, nam ook Schuman de tijd voor zijn ‘Szenes aus Goethes Faust’. De eerste delen dateren uit 1844 maar de ouverture werd pas in 1853 geschreven, in het jaar voordat Schumann krankzinnig werd.

Naar ‘goede’ gewoonte van platenlabel Naxos, zijn Goethes teksten niet afgedrukt in het bijhorende cd-boekje. De luisteraar moet het dus met een beknopt overzicht van het Faust-verhaal doen en kan, indien gewenst op internet de volledige tekst downloaden en afdrukken. Dat is al lichtjes vervelend bij het beluisteren van een gekende opera maar in een nagenoeg onbekend werk als dit, dat bovendien gebaseerd is op een groot literair opus, wordt het echt een gemis.

Gelukkig blijven de zangers over het algemeen goed verstaanbaar. Dat is in deze muziek niet zo vanzelfsprekend en de krachtige operastemmen die de cast van deze productie uitmaken, hadden net zo goed op klank(volume) en kracht kunnen zingen. Dat doen ze niet en het resultaat is dat sopraan Christiane Libor, die Gretchen zingt of Daniel Kirch, die Ariel vertolkt uitstekend te verstaan zijn. Minder fijne stemmen hadden dit in hoofdzaak vocale werk ongetwijfeld kapot gezongen maar de nadruk ligt hier gelukkig meer op articulatie en op een vlotte lezing van de muziek dan op zuivere klankproductie. Faust zelf wordt gezongen door bariton Jaakko Kortekangas, wiens tekst uitstekend verstaanbaar blijft. Langere, vocaal zware scènes, zoals de ‘Sonnenaufgang’ zingt hij schijnbaar zonder veel moeite en met een stem waaruit tot aan het eind van de scène een uitstekende beheersing spreekt.

Het Warshaw Philharmonic Orchestra verzorgt een orkestpartij die met veel nuance uitgevoerd wordt. Dat wil in de eerste plaats zeggen dat het orkest niet steeds domineert in wat in wezen een koorwerk is. De ouverture klinkt heroïsch genoeg en het orkest mag stevig uit de hoek komen op een aantal momenten, zoals de ‘Szene im Dom’ maar het koor krijgt op elk moment voldoende ademruimte. Zo is zelfs op grandioze ‘tutti’ passages de tekst een centrale rol toegewezen. Wanneer individuele instrumenten naar voren komen, gebeurt dat op een bescheiden maar erg capabele manier die elke sololijn op een samenhangende manier in het geheel doet passen.

De kleine vocale soli die door de koorzangers verzorgd worden, maken niet altijd dezelfde indruk maar zijn op technisch vlak steeds in orde, al klinkt de ene koorstem wel wat scherper dan de andere. Als groep klinkt het Warshaw Philharmonic Choir egaal en de sfeer die zangers en orkestmuzikanten maken aan het eind van ‘Fausts Tod’ is ongeëvenaard intiem.

De ‘Szenes aus Goethes Faust’ is een van die werken van Schumann die zelden gespeeld worden. De enorme bezetting in het koor en bij de solisten is daar niet in kleine mate verantwoordelijk voor. Nochtans mag het werk zonder meer gehoord worden want het toont een Schumann op het hoogtepunt van zijn compositorisch kunnen. Platenlabel Naxos werkt zelden met de bekendste orkesten maar dat doet geen afbreuk aan de uitvoering wanneer een orkest als het Warshaw Philharmonic Orchestra en dirigent Antoni Wit aan de muziek zo een prachtige lezing meegeven.

Meer over Robert Schumann


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.