Toen pianist Freddy Kampf in 1988 derde werd in het fameuze Tchaikovsky-concours, veroorzaakte dat zodanig veel controverse achter het IJzeren Gordijn, dat de man minstens evenveel publiciteit kreeg als de toenmalige winnaar. Vooral in het Oostblok bevorderde dat zijn bekendheid, maar in het Westen is Kempf nooit ten volle doorgebroken. Mede daardoor neemt hij de twee beroemdste pianoconcerti van Prokofiev niet op met een groot orkest, maar wel met het Bergen Philharmonic Orchestra. Dat is een van de oudste orkesten van Europa, maar het heeft bijlange na niet de naam en faam van pakweg zijn Duitse tegenhangers. Andrew Litton, die na furore te hebben gemaakt in Amerika overvloog naar het Europese continent, is de dirigent van dienst; een man die in de eerste plaats zuiverheid heeft nagestreefd in de partituur.

Eerst en vooral is er Prokofievs bloedmooie tweede pianoconcerto, met het openingsthema de verklanking van het "waarom?" dat de componist voelde nadat één van zijn beste vrienden zich van het leven had beroofd. Deze uitvoering is er niet één van grote contemplatie, maar des te meer van de vloeiende beweging. Litton en Kempf kiezen voor een gezwind tempo, wat het technisch foutloze parcours dat de pianist aflegt uiteraard extra opzienbarend maakt. In de grote cadens is Kempf echter niet helemaal helder en over de vier delen heen zit net iets te weinig lijn om van een topuitvoering te kunnen spreken.

In de openingsmaten van Prokofievs tweede pianosonate, die mooi tussen beide concerti gepositioneerd staat, lijkt Kempf even moeite te hebben met articuleren, maar dat is slechts schijn. De partituur is zodanig complex dat de luisteraar initieel het gevoel heeft dat er een en ander fout loopt, maar dat klopt niet helemaal. Opvallend is dat Kempf in de sonate wél veel meer aandacht heeft besteed aan terugkerende thema's en herhaalde motieven. Hij heeft de partituur dus wel degelijk in de diepte bestudeerd, hoewel hij finaal toch iets teveel percussief pianospel uit de kast haalt om de luisteraar te overtuigen.

Het derde pianoconcerto is Prokofievs meest gespeelde, omdat het zijn minst radicale is in vorm (het werk bestaat conventioneel uit drie delen van ongeveer dezelfde lengte) en thematisch materiaal. Ook hierin streefden Litton en Kempf naar een typische aanpak, met veel aandacht voor de grote lyriek en de abrupte, dynamische wijzigingen in Prokofievs stijl. Het Bergen Philharmonic Orchestra draagt Kempfs sound heel goed en laat slechts een miniem aantal uitschuivers optekenen. In de grote opnametraditie van dit werk, is deze opname dus een weinig opzienbarende, maar onbetwistbaar waardevolle interpretatie.

Meer over Sergei Prokofiev


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.