Dirigenten die het voor hun veertigste tot een post bij een groot orkest schoppen, mogen gerust "jonge revelaties" genoemd worden. De Rus Vasily Petrenko is er zo een: hij werd in 2006 benoemd bij het Royal Liverpool Philharmonic Orchestra en blijft daar op zijn minst tot 2015. Een nieuwe wind moest in Liverpool blazen, en Petrenko was de uitgelezen figuur om ongewoon Russisch repertoire op het eiland te laten klinken. Vrij snel veroorzaakten zijn registraties van de Shostakovich-symfonieën (bij Naxos) of minder frequent opgevoerd werk van Rachmaninov de nodige ophef, en inmiddels staat Petrenko op de loonbon bij EMI Classics, nog steeds een van de meest gereputeerde labels op de markt. Het ziet er naar uit dat de dirigent alle Rachmaninov-symfonieën zal opnemen, wat enigszins merkwaardig is gezien de tweede in 2011 nog schitterend door Antonio Pappano voor dezelfde platenmaatschappij onder handen werd genomen. Uiteraard is de aanpak van een Rus helemaal anders dan die van de flamboyante Italiaan, dus dat belooft binnenkort interessant vergelijkingsmateriaal op te leveren. Eerst stortte Petrenko zich echter op de derde symfonie, een werk dat lang heeft moeten strijden voor erkenning en nog altijd door bepaalde muziekhistorici geringschattend wordt bekeken. Helaas staat het relatief weinig op de affiches, wat een opname anderzijds extra aantrekkelijk maakt.

Om in de stemming te komen eerst een voorgerecht, dat meteen vrij zwaar op de maag valt. Rachmaninovs 'Caprice Bohémien' is immers geen toetje dat men in een paar happen naar binnen kan werken. Petrenko laat de monumentaliteit van de partituur met plezier volledig intact, en laat niet na het culminatiepunt van dit stuk erg robuust in de verf te zetten. Het tegendeel is waar voor de 'Vocalise', een geliefd bisnummer. De sentimentaliteit probeert Petrenko niet te omspelen, en precies zijn gretigheid in het omarmen van de oer-Russische melodie werkt goed. Tot slot komt Petrenko tot Rachmaninovs derde symfonie, waarvan de folkloristische kiemen reeds in de eerste minuten duidelijk worden. Hoewel Rachmaninov een groot deel van de partituur schreef terwijl hij aan het meer van Luzerne verbleef, wasemt de partituur langs alle kanten Rusland. De première was geen succes, allicht omdat het publiek nog niet gewend was aan de grotere spaarzaamheid qua middelen waarmee Rachmaninov zich sedert de jaren '30 op het componeren stortte. De muziek is niet meer zo overvloedig als bijvoorbeeld in de tweede symfonie, maar juist daarom meer compact. Het vermogen om de luisteraar mee te nemen is nog altijd onmiskenbaar aanwezig, zoals bijvoorbeeld blijkt uit hoe feeëriek de harp het adagio komt binnen getokkeld.

Niet alle Russische muziek vraagt om uitvoerders die de plaatselijke zeden in eigen persoon hebben aanschouwd of gevoeld, maar deze symfonie allicht wel. Dat is meteen ook de verklaring waarom deze opname niet de allerbeste is. De strijkers zijn iets te welgemanierd en missen de extravagantie om de veelheid aan motieven (zoals de dansen aan het slot) met een sluw tintje te spelen. Ook bij de houtblazers is het vergeefs verlangen naar totale overgave, naar de moed om de muziek volledig tot staan te brengen en langzaam uit de schulp te ontluiken. Wel klinkt de Royal Liverpool Philharmonic Orchestra onder Petrenko erg vinnig en de dirigent voelt ook duidelijk waar het allemaal om gaat. De partituur bloeit organisch, maar de ultieme intensiteit wordt niet bereikt. Hoewel niet de beste, is deze cd met uitstekende opnamekwaliteit wel een van de beste registraties van het huidige en het vorige decennium. Wie zich dus niet wil verlaten op ouder materiaal, zit bij Petrenko en het RLPO goed.

Meer over Sergei Rachmaninov


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.