Bij namen als Svarte Greiner en 'Knive' verwachten weinigen een licht verteerbare popplaat, doorspekt met een joie de vivre. En ja hoor, 'Knive' is een donkere ambientplaat die soms wel eens verderlicht hoog durft gaan, maar waarvan de schoonheid nog uren aan de ribben blijft kleven. Verantwoordelijke voor deze trip naar een andere dimensie, Svarte Greiner, is eigenlijk niemand minder dan Erik Skodvin, een helft van het duo Deaf Center.

Deaf Center speelde in het najaar van 2006 nog een hemels concert in het planetarium van Brussel. Er werd toen gevreesd dat de epische muziek niet onafhankelijk van de visuals zou kunnen overleven, maar die angst blijkt nu ongegrond. Op 'Knive' staan heel wat songs die Deaf Center toen speelde en ze klinken even sterk zonder projecties. Meer zelfs, de songs krijgen een meerwaarde. Door subtiel om te gaan met klanken, instrumenten en veldopnames slaagt Svarte Greiner er in om een eigen sfeer te creëren met astronomische allures.
Opener 'The Boat Was My Friend' introduceert de ingrediënten die in de latere tracks verder ontkiemen, namelijk vreemd getokkel op gitaren, onheilspellende strijkers, opnames uit een bos en een intrigerende vrouwenstem. Skodvin weet met deze ingrediënten steeds een sfeer van vertrouwen op te bouwen om die dan meteen weer doormidden te snijden met allerlei dissonante en verstorende elementen. Een track als 'My Feet, Over There' ademt door het gebruik van strijkers een zekere warmte uit die al snel omslaat in vervreemding en dreiging. De macabere sfeer blijft hangen in 'Easy on the Bones', al brengt de vrouwenstem in de verte verlichting.
Dan legt Svarte Greiner de klemtoon even op veldopnames van iemand of iets dat door een hoop gevallen bladeren wandelt. Vermengd met een dof geratel en het sporadische aanslaan van enkele snaarinstrumenten resulteert het concrete wandelgeluid in de track 'An Ordinary Hike'. 'The Black Dress' klinkt dan weer heel episch, alsof Pink Floyd terug is. Eerst voert Greiner een orgel en strijkers op, om daarna te spelen met allerlei soorten belletjes. Ondertussen bepalen knisperelektronica, veldopnames en een langspeelplaat die ten einde is onderhuids het ritme mee van deze track. Svarte Greiner vindt hier de gulden middenweg tussen abstracte, epische soundscapes en concrete, niets-zeggende veldopnames.
In 'Ulsokk' komt de fee van 'Easy on the Bones' opnieuw meezingen terwijl het wezen uit 'An Ordinary Hike' snel wegrent. 'The Dining Table' baseert zich op dezelfde ingrediënten als de voorgaande nummers, maar deze keer met een sterke percussie en een donkere monnikenzang die de luisteraar hypnotiseert. Een al even zwarte gitaarrif wisselt af met de hoge vrouwenstem. 'Final Sleep' wiegt tenslotte de luisteraar rustig in slaap met de epische engelenzang en aanzwellende strijkers.

Svarte Greiner lijkt op 'Knive' subtiel een eigen universum in klank te willen neerzetten en dat lukt hem subliem. De soberheid van uitvoering, productie en ambitie doen deze plaat uitgroeien tot een nieuwe mijlpaal in de ambient. Greiner slaagt er in om hoogtes en laagtes in klanken op zo een manier te verenigen dat er een universum ontstaat dat sinds het einde van Future Sounds of London onontsloten gebied was.

Meer over Svarte Greiner


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.