The Be Good Tanyas' tweede album 'Chinatown' werd oorspronkelijk in 2003 uitgebracht en is, na even uit de handel te zijn verdwenen, nu opnieuw verkrijgbaar met wat extra's op het einde. De heruitgave is te danken aan de op til zijnde release van het derde album eind dit jaar. 'Chinatown' is zoals zijn voorganger 'Blue Horse' een folky, zachtmoedige aangelegenheid waar traditionals met eigen werk en covers worden afgewisseld.
De overheersende sfeer op 'Chinatown' is één van ingehouden intimiteit die wordt benadrukt door de verstilde, traditionele arrangementen. De zang is bedeeld met een uitgesproken hoofdrol: ze treedt zodanig op de voorgrond dat de luisteraar het gevoel krijgt zich met de band in eenzelfde kamer te bevinden, waar uiteraard een gezellig haardvuur knettert. The Be Good Tanyas laten zich op songs als het gelaten 'It's Not Happening' of de Townes Van Zandt-cover 'Waiting Around to Die' begeleiden door een schare folkmuzikanten wiens inbreng van een steeds erg minimalistische, bijna fluisterende aard is. Voornaamste songschrijfster/zangeres Frazey Ford heeft vocaal iets weg van 60's folkheldin Joni Mitchell, maar beschikt over het soort southern tremolo waar Americana-dames als Gillian Welch graag gebruik van maken. Ze schiet er mee raak in 'Junkie Song', een wat voor de hand liggend betoog over het feit dat dakloze drugsverslaafden ook maar mensen zijn, waar Ford de boodschap van haar tekst echter weet over te brengen met een oprechte verbetenheid, de strot half dichtgeknepen. Deze techniek werkt echter slechts in beperkte doses want in het daaropvolgende 'Ship out on the Sea' begint de luisteraar, ondertussen gewend geraakt aan Fords stem, meer aandacht te besteden aan de minder-dan-goede teksten. Men kan zich bijvoorbeeld maar afvragen wat de zangeres eigenlijk bedoelt met frases als «Love is a feeling like a warm dark stone». Eén van de beste traditionals op het album is 'Reuben', in een versie die Alison Krauss en Gillian Welch probleemloos als de hunne hadden kunnen claimen: niemand had ooit het verschil gehoord. Helaas volgt een vrij overbodige herneming van de meer populaire traditional 'The House of the Rising Sun' die ondanks de sobere aanpak enkel herinnert aan de nog steeds definitieve (maar grijsgedraaide) Animals-versie. The Be Good Tanyas herpakken zich even in het mooie 'In Spite of All the Damage' maar ook hier verhinderen een tekst als een platgetreden pad en wat vrijblijvend banjogetokkel echte genoegdoening. Verder blijkt Samantha Parton, The Be Good Tanyas' second in command, evenmin geneigd tot lyrische innovatie in haar compositie 'Lonesome Blues' («I wish I had wings / Just like an aeroplane / I wish I had wings / Just like an aeroplane»). Folkklassieker 'In My Time of Dying' kan ondanks de inherente kwaliteit niet echt bekoren door de opnieuw brave behandeling en de routineuze harmoniezang waar «jazz»-zangeres Norah Jones haar handelsmerk van heeft gemaakt. Hoewel 'I Wish My Baby Was Born' voor nog een laatste opflakkering zorgt, is 'Chinatown' een verloren zaak, waar de a cappella bonustrack en de bijgevoegde video van 'It's Not Happening' weinig verschil aan maken.
Een aantal songs minder hadden dit 58 minuten tellende album misschien kunnen redden, maar dan nog springt geen enkele van de tracks echt in het oor. De brave songselectie, de voortkabbelende flow van de plaat en de intimistische, gelijkaardige behandeling van élk nummer bieden de luisteraar steeds minder om zich door aangesproken te voelen en de combinatie van deze factoren nekt 'Chinatown' nog voor de helft van het album verstreken is.
Meer over The Be Good Tanyas
Verder bij Kwadratuur
Interessante links