In een nog niet zo ver verleden maakte The Bellrays uit Californië furore als ruwe garagerockband die opgezuiverd werd door de unieke stem van imposante frontnegerin Lisa Kekaula. Deze gouden formule bleek een troef te zijn voor zes succesvolle langspelers, wereldtournees met volle zalen en grotere zomerfestivalpodia allerhande. Een dikke tien jaar na zijn geboorte besloot de band met de vorige langspeler 'Have a Little Faith' echter meer en meer richting soul op te schuiven. Het is juist deze voor de hand liggende keuze (gezien de origine en interesses van Kekaula), die zich in nieuwkomer 'Hard, Sweet and Sticky' verder zet.
Het grootste probleem van 'Hard, Sweet and Sticky' is juist die transformatie. De elf songs op deze plaat kunnen elk wel bij één van aangekondigde adjectieven ondergebracht worden (hoewel: 'Sticky?'), maar een duidelijke muzikale lijn ontbreekt. Dit plaatje heeft aardig wat weg van een kleurboek (maar dan met een weinig aantrekkelijke hoes). Er wordt aanvankelijk stevig van leer getrokken met wat Skunk Anansie-achtige rockers waarin vooral de robuuste stem van Kekaula elk moment over de kop zou kunnen gaan. Stevig gitaarwerk staat bij de eerste nummers vooraan. Vooral het rauwe 'Infection' heeft met zijn prima bluesakkoorden aardig wat potentieel en knipoogt naar ouder Bellrays materiaal. Ook het leuke 'Coming Cown' ("I am an eagle with a six string / your man's on the run") is pure Harley Davidson-muziek en rock'n'rollt heerlijk in het rond. Vanaf dan laat het kwartet de teugels echter vieren. De Bellrays-vlam dooft uit tot wansmakelijk soulgezwets ('Blue Against the Sky'), ongepolijst 'ik wil rocken'-materiaal ('Psychotic Hate Man') of bejaardensensualiteit ('The Fire Next Time'). Kekaula begint zich veel te veel Tina 'oma' Turner-allures aan te meten terwijl het strakke spel van de band verwatert tot wat onopvallend geneuzel. Een zeldzame rocker die in de tweede helft van de cd de troeven nog even bloot legt (grappig genoeg getiteld 'That's Not the Way It Should Be') beklemtoont op pijnlijke manier dat er wel degelijk kan geswingd worden, maar het kalf is dan al lang verdronken. Een gebrek aan zowel identiteit als inventiviteit wurgen deze plaat. Moest 'Wedding Bells' niet zo'n mooie, benevelende ballade zijn met een heerlijk psychedelische outro, zou het verdict luiden: schoenmaker, blijf bij je leest. Nu echter blijkt dat deze band wel degelijk ook naast zijn rockschoenen kan stappen om te blijven overtuigen, is het pijnlijke oordeel: een gebrek aan duidelijke richting en goede nummers.
"Blues is the teacher / punk is the preacher" luidt de boodschap op de homepage van deze band. Spijtig genoeg is Bellrays echter duidelijk op zoek naar de juiste verhouding tussen beiden. 'Hard, Sweet and Sticky' is dan ook een beetje vanalles, vis noch vlees, een plaat die mogelijkheden aanreikt, maar geen kansen grijpt.
Meer over The Bellrays
Verder bij Kwadratuur