"Ik heb in Brazilië geleerd dat muziek een manier van leven is. Het plezier van muziek maken wordt in België te vaak vergeten. Als je bijvoorbeeld Steven De Bruyne harmonica ziet spelen, voel je dat hij dat gráág doet. Er is niets zo saai als een strijkorkest te zien spelen dat niet in zijn goede biotoop op het podium staat." Aldus Tuur Florizoone in de studentenkrant Veto, een kleine twee jaar geleden. Tricycle, de groep van accordeonist-pianist Florizoone, saxofonist Philippe Laloy en contrabassist Vincent Noiret, had toentertijd pas zijn debuut 'Orange for Tea' uitgebracht; sinds enkele maanden ligt opvolger 'King Size' in de winkel. Dat Florzioone & co. met veel liefde en plezier aan hun muziek werken, valt al op zodra je het hoesje van hun laatste cd beetneemt: in het verzorgde artwork (met een knipoog naar 'Abbey Road' van de Beatles op de rugcover) is duidelijk heel wat inspanning gekropen. En natuurlijk hóór je het ook: de toegankelijke (want melodieuze, repetitieve en ritmisch heldere) musette-gekleurde jazz van Tricycle is immers mooie muziek, met een charmante gevoelslading, vrij van pretentie en opdringerigheid.

Tricycle is dus, zoals vermeld, een trio. Een Belgisch trio zelfs: in een tijd waarin men nagenoeg enkel nog van Vlaamse (en in mindere mate van Waalse of Brusselse) muzikanten spreekt, is Tricycle de (bijna anachronistisch lijkende) belichaming van de Belgische, tricolore identiteit. Laloy is van oorsprong Etterbeeknaar, Noiret komt uit Namen, en Florizoone's geboorteplek is Leuven: ziedaar de federale staat in drie mensenlevens samengevat. Voor de groep heeft die heimatmix overigens een aardig voordeel, want ze kon zich voor de productie van 'King Size' – die volledig in eigen beheer gebeurde – zowel door de Vlaamse als de Franse gemeenschap laten subsidiëren. De centen kwamen ongetwijfeld goed van pas, aangezien Tricycle zichzelf "eens goed wilde verwennen" tijdens de opnamesessies (dixit de tekst op het cd-doosje). Dit betekent dat de heren zich een extra pleziertje hebben gegund: ze hebben drie bevriende gastmuzikanten uitgenodigd. Het gevolg daarvan is een gevarieerd klankkleurpalet.

De waardevolste gastbijdragen komen van drummer-percussionist Stephan Pougin, die op grofweg de helft van de tracks meespeelt. Verwacht daarbij geen intense ritmes: bij Tricycle komt het basisritme van het samenspel tussen accordeon (of piano) en sax; Pougins percussieklanken zijn hierbij hoogstens een ondersteunend, beheerst achtergrondaccent. Dit is goed te merken op de lang uitgesponnen track 'Ode à Lydie (for M.S. Talbot)': Florizoone toont hier zijn behendigheid op piano, met een spel dat al van nature veel ritmische dynamiek bevat. De door Laloy geschreven 'Ode' draagt overigens een fijne, ouderwetse sfeer met zich mee – hij had de begingeneriek voor een televisieserie uit de jaren vijftig kunnen zijn. Het is enkel op de vrolijke fluitdeun 'Tupyzinho' (gecomponeerd door de Braziliaan Carlos Malta, en vergelijkbaar met St. Germains oude hit 'So Flute') dat Pougins drums voor een stevige ritmische stuwkracht kunnen zorgen.

Het staat buiten kijf dat alle muzikanten op 'King Size' uitzonderlijk begaafde instrumentalisten zijn. De muziekliefhebber die iets méér zoekt dan alleen maar perfect gespeelde, "mooie" geluiden, blijft echter wel op zijn honger zitten. De mannen van Tricycle lijken muziek te maken met een figuurlijke kuisheidsgordel aan: meestal kiezen ze de weg van voorspelbare, consonante melodielijnen of terugkerende thema's. Muziektechnisch is deze weg niet per definitie de gemakkelijkste, maar voor de luisteraar is ze wél de minst uitdagende. Bij elk nummer ben je benieuwd waarmee Tricycle je gaat verrassen, maar helaas vervalt deze verwachting vaak in een ontgoocheling: Tricycle maakt namelijk géén spannende jazz. 'King Size' is een cd zonder climaxen: ze kuiert gezellig voort, en ze blijft daarbij binnen de lijntjes van het welvoeglijke. Zo is er bijvoorbeeld het nummer 'Belly Button': een Amélie Poulain-gekleurde accordeonintro zet hier het korte basisthema in, waarna de track geen noemenswaardige evoluties meer ondergaat. Natuurlijk vallen bas en sax nog wel mee in, maar de sax neemt na enkele minuten doodeenvoudig het basisthema over. Andere nummers, zoals '4 & 3 + 4' of 'Epilogue', lijden aan hetzelfde euvel. Er is wezenlijk niets mis met repetitiviteit, maar er mag toch wel een béétje melodieuze inhoud zijn ook?

Net als Tricycle's vorige plaat, laat 'King Size' een gevoel na van voorspelbaarheid en easy listening. Tricycle lijkt de luisteraar vooral te willen behagen met onschuldige en vriendelijke muziek, en dat is jammer. Aan elke noot die op deze cd weerklinkt kan je nochtans horen dat er méér inzit: de kennis en kunde is er ongetwijfeld, alleen de experimenteerlust ontbreekt. Een typisch Belgische eigenschap misschien...? Het hoeft alleszins niet eeuwig zo te blijven.

Meer over Tricycle


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.