Het siert de jonge pianist Herbert Schuch dat hij voor zijn vierde opname bij het Duitse label Oehms Classics koos voor minder gewaardeerd en te weinig gekend repertoire. Schuch selecteerde de stukken overigens niet lukraak, maar stak een coherent recital in elkaar met Franz Schubert als rode draad. Hoofdzakelijk neemt Schuch echter Schumann onder handen en diens ‘Variationen über ein Thema von Schubert’ (de zogeheten ‘Sehnsuchtswalzervariationen’) vormen de brug naar een tweede cd waarop Schuch enkele korten werken speelt van Czerny, von Weber en Schubert zelf.
De opbouw is in die zin evenwichtig dat Schuch zijn eerste cd integraal wijdt aan Schumann, om vervolgens op het tweede schijfje meer speelse uitstapjes te doen. Het is bovendien belangrijk dat de werken niet lukraak gekozen werden, want het intrinsiek waardevolle concept zet de muziek daadwerkelijk kracht bij. De cd voelt eigenlijk aan als een lange ademteug, een zeer natuurlijke beweging die zich absoluut niet in vreemde bochten wringt. Het jeugdige karakter van Schuch is daarin nog een versterkende factor: met zijn jongensachtige finesse en soepelheid pakt Schuch de werken stuk voor stuk in een behoorlijk snel tempo onder handen, zonder storende haperingen en met een tikkeltje opgeruimde bravoure.
Anderzijds gaat Schuch met zijn behoorlijk vurige aanpak soms voorbij aan enkele interessante klemtonen die de partituur van onder meer de ‘Sehnsuchtswalzervariationen’ toelaat. De uitvoeringen op deze cd zijn stuk voor stuk nogal conventioneel en de pianist gaat heel bewust extreme uitvergrotingen uit de weg. Dat is een betwistbare keuze, omdat ook de grote lijn daar op den duur onder gaat lijden. Door zijn partituren nogal fragmentarisch op te vatten, maakt Schuch immers mooie miniatuurtekeningen, maar het plaatje in zijn geheel is in onder meer Schumanns variaties op een thema van Schubert nogal vertroebeld.
Schuch doet echter mooie dingen met het repertoire van de underdog. Zo is zijn uitvoering van Schumanns ‘Carnaval’ erg speels en lichtvoetig, zoals het werk ook behoort uitgevoerd te worden. De vraag is echter of een jonge pianist niet beter de inmiddels klassiek geworden stukken uitvoert, gezien het dan eenvoudiger wordt om de kwaliteit van een interpretatie af te wegen. De tijd dat Schuch nog een zuiver Ravel-programma uitbracht, ligt helaas ver van ons af. Want hoe men het ook draait of keert, deze muziek laat zich geen tientallen keren beluisteren, behalve misschien de fantastische ‘Intermezzi’ van Schumann en de prachtige ‘Acht Tänze’ van Schubert.
De nieuwste cd van Herbert Schuch is dus een zeer verdienstelijke uitgave met een interessant interview als bijlage (met onder meer een subtiele verwijzing naar de literatuurgeschiedenis in de gedaante van de figuur Thomas Mann), maar essentieel zullen deze partituren nooit worden. Een bijzonder genietbaar album voor wie houdt van gepassioneerd pianospel, een kleine afknapper voor wie een intellectuele benadering van de romantiek liever op de voorgrond ziet staan.
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links