George Ivanovich Gurdjieff was een Grieks-Armeense esoterist. Kernpunt van zijn leer was dat de menselijke ziel doorgaans slaapt. Tijdens zijn vele omzwervingen in Azië en Oost-Europa geraakte hij onder de indruk van allerlei soorten traditionele muziek, niet zelden religieuze. In de beleving van deze muziek, door luisteren en ritueel dansen, zag hij een krachtig middel om de ziel te doen ontwaken. Hij zou vele van deze schatten omzetten in pianomuziek met de hulp van zijn leerling Thomas de Hartmann.
Het is uit deze muziek dat pianist Vassilis Tsabropoulos en celliste Anja Lechner inspiratie putten voor hun vorige plaat, 'Chants, Hymns and Dances' uit 2004. Ook op hun nieuwe album, 'Melos', staan drie bewerkingen van muziek van Gurdjieff en de Hartmann, maar voor het leeuwendeel composities van Tsabropoulos, waarmee die op een gelijkaardige sacrale sfeer mikt maar met meer ruimte voor improvisatie en expressie. Anders dan op het vorige album lieten ze zich hierbij bijstaan door de Italiaanse jazzpercussionist U.T. Gandhi.

De titeltrack begint met een repetitief pianomotief als een mysterieus wolkendek dat de achtergrond vormt voor een deemoedige zang van de cello. Harmonisch gebeurt er weinig; af en toe verschuift er één noot in de steeds verder klaterende pianopartij maar dit gebeurt volgens een moeilijk te voorspellen regelmaat, wat de magische sfeer versterkt. Dan zwijgt de cello, waarop zich losse, contemplatieve meanders ontwikkelen –de geest van Erik Satie lijkt soms erg aanwezig-. Naadloos mondt dit intermezzo terug uit in het beginmotief, waarop de cello haar wenen hervat om ten slotte te eindigen in gesnik.
Hypnotisch en magisch als dit begint mag zijn, kan wat volgt niet meteen de hoge verwachtingen inlossen. Wanneer de tweede track, 'Song of Prosperity I', begint, lijkt het of er een uitgebreid coda aan het eerste nummer wordt ingezet en dit geldt helaas niet alleen voor deze track. Zeer vaak wordt de formule van repetitieve pianopartij met lyrische cellozang hernomen, met vaak beperkte variatie aan kleuren en melodische wendingen. Door de eenvoudige, vaak seriële harmonische structuren blijft de spanningsboog dikwijls eerder vlak, wat de meditatief-spirituele atmosfeer versterkt, maar zeker in de langere nummers gaat vervelen.
Niettemin springen enkele nummers er echt wel uit. Zo steekt 'Vocalise' op exact dezelfde manier van wal, maar het jazzvocabularium dat Tsabropoulos hier plots bovenhaalt tijdens zijn solo's werkt enorm verfrissend. Dit wordt nog in de hand gewerkt door het alerte samenspel met Gandhi, die over het algemeen overigens een vaak erg bescheiden rol speelt op dit album. De drie composities die ontleend zijn aan Gurdjieff hebben over het algemeen ook een uitgesprokener karakter. Hoewel een nummer als 'Tibetan Dance' niet veel meer is dan een uitgesponnen thema dat afwisselend door cello en piano wordt verklankt, zorgt een uiterst zorgvuldige opbouw en delicaat kleurenspel hier wél voor de betovering die in andere nummers tevergeefs nagejaagd wordt. Ook het vinnige, kortere 'Reflections And Shadows' van Tsabropoulos is erg sterk. De piano geeft hier een percussieve begeleiding voor een kronkelende cello. Duidelijke referenties naar Oosterse formules en de welgemikte, unisono geplaatste accenten maken het pittig nummer af.

'Melos' is vaak nogal flets; het verschil in intensiteit tussen doorsneemomenten en hoogtepunten is op deze plaat soms frustrerend groot. De plaat doet de ziel dan ook beurtelings ontwaken en indommelen.

Meer over Vassilis Tsabropoulos, Anja Lechner, U.T. Gandhi


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.