Yannick Nézet-Seguis, de toekomstige dirigent van het Rotterdams Filharmonisch Orkest nam met het Canadese Orchestre Métropolitain du Grand Montreal deze cd met muziek van Debussy, Britten en de Canadese twintigste-eeuwer Pierre Mercure op. Op zich hebben deze werken weinig met elkaar te maken, behalve dan de link met de zee die Debussy's symfonische gedicht 'La Mer' en Brittens 'Four Sea Inderludes' uit zijn opera Peter Grimes delen. Debussy's 'Prélude à l'après-midi d'un faune' kon hier ook niet ontbreken en het geheel wordt afgerond met een luchthartig werkje uit de late jaren veertig van Pierre Mercure: 'Kaleïdoscope'.

Nézet-Seguin houdt deze muziek levend en transparant als kamermuziek. Neem nu bijvoorbeeld het begin van La Mer, diep in het orkest, dat zo slank klinkt dat je als luisteraar nauwelijks de indruk hebt naar een groot symfonisch orkest te luisteren. In plaats van expansief te denken, in brede lijnen levert Nézet-Seguin een vrij snel tempo af, een natuurlijke vlotheid in zijn interpretatie en een aandacht voor individuele stemmen binnen het orkest, die zowel bij de strijkers als bij de blazers muzikaal en ritmisch veel vrijheid krijgen. De cellomelodie, ingekleurd door hoorns in het eerste deel van 'La Mer' is een goed voorbeeld van hoe individueel elke sectie van dit orkest kan klinken. In elk werk op deze cd hoort de luisteraar trouwens een weelde aan nieuwe details die Yannick Nézet-Seguin naar voren brengt. Melodielijnen in de middenstemmen of een tegenmelodie die anders verloren gaat zijn hier duidelijk hoorbaar. In deze kleurrijke en magische uitvoering komen het melodisch slagwerk en de harp duidelijk naar voren, zelfs op dik georkestreerde passages. De 'Prélude à l'après-midi d'un faune' wordt zo lui en sensueel mogelijk genomen, met een traag tempo, grote cesuren tussen de verschillende muzikale secties en brede, lang uitgesponnen frasen.

Een zelfde levendigheid heerst in Brittens 'Sea Interludes'. Het eerste deel bezit geen eenduidig vast tempo maar komt tot leven in de uitbarstingen van activiteit die Nézet-Seguin in deze muziek steekt en die knap het ontwakende kuststadje aan de Noordzee beschrijven waar 'Peter Grimes' zich afspeelt. Je voelt ook in dit werk hoe deze dirigent elke muzikant uitnodigt om zichzelf te overtreffen en hoe meesterlijk hij het hele orkest naar zijn hand kan zetten, met fluïde tempi en sfeerschepping op haast elke noot. De imitatie van klokkengelui in de tweede interlude is om van te snoepen.

Het werkje 'Kaleïdoscope' van Pierre Mercure is licht van sfeer een haalt veel van zijn inspiratie uit amusementsmuziek uit de late jaren veertig en vijftig. Toch past Mercures gebruik van akkoorden en klankkleuren goed bij Debussy's orkestmuziek. Het werk wordt met flair uitgevoerd, met een strakke, opzwepende ritmiek en sterke soli bij de blazers (let op de trombones in hun geslaagde imitatie van typische big-bandmuziek).

Deze levendige uitvoering doet deze muziek van drie van elkaar wat verschillende componisten veel eer aan. Nézet-Seguins enthousiasme straalt af op zijn muzikanten en maakt van deze cd een uitzonderlijke, boeiende beluistering.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.