Een cd met een schare aan opera-aria's mag dan misschien niet al te origineel zijn, het is en blijft voor een jonge zanger de ideale manier om zijn kunsten te tonen. Zo is ook deze recente cd van de Nieuw-Zeelandse basbariton Jonathan Lemalu opgesteld. Lemalu tracht zich, met wisselend succes, zowel in de bariton- als de basrichting te profileren. Als laatste nummer waagt de amper 28-jarige zanger zich zelfs aan Wagner...
Van bij de eerste aria valt Lemalu's ronde, ietwat bronzen stemgeluid op. Hij beschikt over een expressief timbre met vooral een warme laagte. Daarom klinken vooral de basaria's overtuigend. In Bartolo's wraakaria uit Mozarts 'Figaro' kan hij bijvoorbeeld zijn razendsnelle articulatie demonstreren en toont hij te beschikken over de kracht en uithouding die de aria vragen. De twee andere aria's uit 'Figaro' overtuigen minder. Voor het speelse 'Non più andrai' ontbreekt het Lemalu aan lichtheid in het hogere register, waar zijn stem bovendien mager gaat klinken. Dit wordt nog meer een probleem in de aria van de graaf, een échte baritonrol. De coloraturen in het snelle deel van deze aria zijn vrij log en mankeren precisie. Leporello's aria uit 'Don Giovanni' lijkt hem beter te liggen. Hier bewijst hij een erg muzikaal zanger te zijn, die snel meegaat in de dynamische contrasten of de sfeerwisselingen van het stuk. Dat zijn ook de positieve kanten aan de beide aria's van Rossini. In de aria 'La calunnia' bouwt hij vanuit een mooi pianissimo op naar de indrukwekkende woede-uitbarsting op het woord cannone. Rossini is echter dé coloratuurcomponist bij uitstek en is het opnieuw daarin dat Lemalu in beide aria's tekort schiet.
Behalve Mozarts Bartolo staat er nog een echte basaria op deze plaat. In Tchaikovski's 'Eugen Onegin' bezingt de oude Prins Gremin zijn liefde voor Tatyana. Hier verrast Jonathan Lemalu met een erg doorleefde vertolking en een perfect beheerste ademtechniek. Die stelt hem in staat Tchaikovski's lange bogen moeiteloos te overspannen. Bovendien slaagt hij er hier wel in om in de grote tessituur zijn warmte te bewaren, met een indrukwekkende laagte aan het slot. Het is jammer dat hij absoluut een Wagnermonoloog heeft willen toevoegen aan de cd. Het is een huizenhoog cliché, maar Wagner vraagt rijpe stemmen. Het fragment uit 'Der Fliegende Holländer' verbrokkelt door een gebrek aan spanning. De brede melodieën met de nodige uitstapjes in de hoogte vragen het uiterste en meer van deze jonge stem. Bovendien wordt hij niet onmiddellijk geholpen door dirigent James Judd. Het orkest speelt weliswaar proper, maar blijft opvallend afzijdig wanneer Wagner om grote uitbarstingen vraagt. Ook voor dirigent en orkest blijkt dit laatste fragment een stapje te ver want in de andere nummers zijn ze attente begeleiders. Zo krijgt Lemalu in Mozart de nodige ademruimte en is er ruimte voor mooie instrumentale frasering. De twee duivelaria's van Gounod en Boito klinken dan weer passend donker en snedig.
Jonathan Lemalu bewijst op deze plaat best wel voldoende kwaliteiten te hebben. Een helpende hand in de keuze van het repertoire had echter veel kunnen voorkomen...

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.