De opnames van cellist Pieter Wispelwey zijn al niet meer op twee handen te tellen - van Bach over Beethoven tot Rachmaninoff heeft hij reeds enorme successen geoogst met zijn cd's. De huidige cd is de eerste die hij bij Onyx uitbrengt, en hiervoor heeft hij dan ook een speciaal programma in petto: een liveopname van het celloconcerto van Walton met de Sydney Symphony Orchestra, alsook enkele werken voor cello solo. Wie denkt cd cello-suites van Bach op deze cd te vinden, zit grondig fout want hoewel sommige werken onmiskenbare sporen dragen van deze barokke grootmeester, zijn het allemaal werken uit de twintigste eeuw: naast het concerto staan ook een 'Passacaglia for solo cello' van Walton, de eerste cellosuite van Ernst Bloch en de cellosonate van György Ligeti op het programma, en een enkele beweging uit de tweede cellosonate van Benjamin Britten maakt het plaatje af.

De drieledige opbouw van het Walton-concerto en de behandeling van het melodisch materiaal hebben duidelijke wortels in de laat-romantiek maar Walton rekt de conventies heel ver. Het eerste deel opent met een vinnig klein motief in tertsen in het orkest, dat meteen aan het getiktak van een klok doet denken. Enkele maten later komt de cello met een zeer ritmisch, ietwat gefragmenteerd thema binnen, dat een huppelend ritme tegenover de striktere tik-tak beweging van het orkest zet. Zowel begeleiding als thema worden uitvoerig doorgewerkt in het eerste deel waarin ook het Sydney Symphony Orchestra opvalt door de mooie afwisseling tussen dunne, fragiele stemmenweefsels en grotere orkestrale passages waar ze een mooie, volle sound brengen zonder te dramatisch te worden. Het tweede deel wisselt voortdurend tussen het nerveuze en het vrolijke met een stormachtig openingsthema in het orkest dat abrupt tot een einde komt wanneer de cello met een vrolijk wankelend thema binnenkomt. In het vrij ongewone derde deel wisselen virtuoze cellopassages in zeer vrije tempi en sterke, snelle orkestpassages - die het Sydney Symphony Orchestra met een indrukwekkend hoeveelheid energie en verve brengen - elkaar in een wervelend tempo af. Net voor het einde komt het thema in een brede en serene vorm terug en leidt naar een mooi, romantisch en melodisch, maar toch ietwat onzeker slot leidt, alsof Walton liever het einde in het ongewisse wou laten.

In de werken voor cello solo put Wispelwey uit zijn grote ervaring om de werken een boeiende en persoonlijke interpretatie te geven. De lichtjes ongewone sfeer en hoekige ritmieken in het eerste deel van de 'Suite' van Bloch worden door zijn elegante en genuanceerde speelwijze mooi in contrast gezet met het sereen, Bachiaans allegro dat volgt. Het volkse thema in de 'Sonate' van Ligeti klinkt mooi en ongecompliceerd, en het eerste deel van de sonate doet aan de vele variatiestukken uit de klassieke literatuur denken, waar een eenvoudig thema rijkelijk versierd en gevariëerd wordt. De muziek van Ligeti is doorweekt met een diepe melancholie die zelfs door de ware vloedgolf aan virtuositeit in het tweede deel van de sonate blijft klinken, en Wispelwey brengt deze melancholische grondtoon uitstekend tot uiting. Walton zei zelf over zijn 'Passacaglia' dat het een stuk was dat "niet echt een stuk dat voor publieke uitvoering dient", maar desalniettemin is het een leuk en charmant werk. In tegenstelling tot de grootse en soms heel onconventionele sfeer van het concerto, heeft de 'Passacaglia' duidelijke roots in de cellosuites van Bach. Het trage, melodieuze openingsthema leunt nauw aan bij de oorspronkelijke barokke dansvorm en wordt dan rijkelijk gevarieerd en versierd. De variaties wisselen af tussen furieuze, virtuoze passages die een onmiskenbare moderne kleur hebben en bredere, tragere passages die duidelijk naar de barokke roots van het stuk teruggrijpen. Naast de 'Passacaglia' van Walton staat een andere barokke dans, namelijk een 'Ciaccona' uit de tweede cellosonate van Britten. Het effect van de 'Ciaccona' gaat een beetje verloren omdat hij buiten zijn oorspronkelijke context gebracht wordt, maar toch kan men van de kwieke, opgetogen sfeer van het stuk, dat zo typisch is voor Britten.

Hoewel de werken op deze cd allemaal na 1900 gecomponeerd zijn, blijft het muzikaal een heel toegankelijke cd dat een leuke dwarssnede van de moderne celloliteratuur biedt, en een waar genot is om naar te luisteren.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.