Er kan over alles gediscussieerd worden. Althans, over bijna alles. Dat het klarinetconcerto en –kwintet van Mozart nog altijd de referentiepunten bij uitstek zijn voor klarinettisten overal ter wereld, behoeft eigenlijk niet in twijfel te worden getrokken. Zo is het veelbetekenend dat de meest gereputeerde klarinettist van dit moment, Martin Fröst, na ongeveer tien jaar zopas een nieuwe opname van het concerto heeft afgeleverd. Dat het om een standaardwerk gaat, betekent immers niet dat het meteen al zijn geheimen prijsgeeft. Men kan onder het schijnbaar eenvoudige oppervlak zoveel schoonheid terugvinden, dat het een partituur is die blijft verwonderen. Bovendien ziet het sprankelende genie dat Mozart is helemaal in de drie delen vervat: een pittig, glimlachend allegro, een als het ware versteend adagio en een rondo dat spelenderwijs naar een prachtig einde voert. In ongeveer dezelfde periode kwam Mozarts klarinetkwintet tot stand, hoewel het concerto slechts kort voor de dood van de componist werd gefinaliseerd. Toch heeft dit werk niet de dramatische maturiteit van bijvoorbeeld het requiem: de delen verhouden zich als een losmazig netwerk en willen samen niet per se een coherente muzikale orde vestigen. Dit geldt nog meer voor het kwintet: de lyriek dient er zowel de vitaliteit als de melancholie, waarbij de luisteraar – naar classicistisch goeddunken – geen verlichtend bestaansbesef wordt meegegeven.

In feite is het concerto geschreven voor een bassetklarinet. In zijn tijd was Mozarts vriend Anton Stadler, aan wie het stuk werd opgedragen, zowat de enige die een dergelijk instrument ter zijner beschikking had en tegenwoordig zijn er quasi geen historische exemplaren meer van te vinden. Een sporadische keer wordt er nog een gebouwd en het is een dergelijke (moderne) klarinet die Romain Guyot op de kop kon tikken. Die wilde absoluut een Mozart-opname maken op een bassetklarinet, om de oorspronkelijke partituur tot op de letter te kunnen uitvoeren. Tegenwoordig worden enkele noten immers meestal geoctaveerd, omdat ze niet te spelen zijn op de doorsnee klarinet. De bassetklarinet, die qua register vier halve tonen dieper kan gaan dan haar meer gangbare broer, heeft echter een geheel ander timbre, waardoor Guyots interpretatie niet zomaar kan worden vergeleken met die van anderen. Het instrument klinkt wat ronder, produceert ook een wat meer nasale toon en kan qua klank niet charismatisch projecteren. Guyot moet dus zien om te gaan met de beperkingen van de bassetklarinet waarmee hij aan de slag ging. Doordat het instrument minder perspectief biedt, zou Guyot creatiever moeten zijn met zijn partij, maar dat laat hij na. Hij speelt goed, maar wordt nooit helemaal een met zijn enigszins tegenstribbelende instrument. Het begin van het hartroerende adagio is bijvoorbeeld niet de deugddoende kopmassage die het werk in andere uitvoeringen wel eens lijkt.

Guyot wilde absoluut het Chamber Orchestra of Europe aan zijn zijde, het orkest waar hij zelf trouwens deel van uitmaakt. Daarvoor was hij al eerste pupiter bij de orkest van de Parijse opera en bij het spraakmakende Mahler Chamber Orchestra. Door expliciet zonder dirigent te willen opnemen, moest Guyot niet alleen met zijn eigen partij bezig zijn, maar het geheel ook in goede banen leiden. Mozarts orkestrale schriftuur is niet van een complexiteit dat er zonder dirigent dingen in het honderd lopen, maar de responsiviteit van een orkest op het moment zelf triggeren met alleen de ogen en de lichaamstaal, kan niet gemakkelijk zijn. Bovendien had een extra visie misschien meer symfonisch kleur kunnen geven aan een orkest dat nu in de eerste plaats functioneel lijkt mee te draaien binnen het concerto. De orkestrale introductie van het allegro maakt dat bijvoorbeeld al kenbaar. In het rondo verloopt de werking met contrasten vrij vlot, hoewel ze nog dramatischer had mogen worden uitgewerkt. Dezelfde commentaren kan men overigens meenemen naar het klarinetkwintet. Het wordt zorgvuldig ingespeeld, maar geen van de vijf leden vervult zijn sporadische solistenrol met een aanstekelijke overtuigingskracht. Guyots eerste opname als solist voor Mirare mag er dan ook zijn, maar een donderslag bij heldere hemel is zijn debuut helemaal niet.

Meer over Wolfgang Amadeus Mozart


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.