In de tijd vóór er geluidsopnames bestonden, was thuis musiceren vaak de enige manier om klassieke muziek te leren kennen. En om aan de groeiende vraag naar kamermuziekwerken te voldoen, wierpen verschillende componisten zich op het arrangeren van bestaande en gekende werken. Zo herschreef Franz Liszt de symfonieën van Beethoven voor piano bijvoorbeeld. Mozarts leerling Johann Nepomuk Hummel herschreef de zes laatste symfonieën en een hele resem pianoconcerti van zijn leermeester voor een kamermuziekbezetting met de meest courante instrumenten van die tijd: een kwartet van piano, viool, cello en dwarsfluit. Deze cd stelt twee verschillende bewerkingen voor, allereerst het achttiende pianoconcerto in Bes groot, waar de piano als solo-instrument behandeld wordt en de drie andere muzikanten de rol van het orkest op zich nemen en dan de veertigste symfonie, in g mineur, waarschijnlijk de bekendste van hen allemaal.
Hummel, die in zijn tijd gezien werd als de laatste vertegenwoordiger van het Weense classicisme, hield zich trouw aan het origineel en slaagde er zelfs in een heel overtuigend Mozartiaans klankideaal na te bootsen met deze vier instrumenten. Hij voegde echter ook metronoomcijfers toe aan de partituur, tempoaanduidingen die ons een goed beeld kunnen geven van de tempo die Mozart zelf verkoos voor zijn eigen muziek. Zo worden de trage delen van concerto en symfonie opvallend snel gespeeld, en dit is het duidelijkst merkbaar in de symfonie waar de muziek zo een vloeiend karakter krijgt. Het menuet van de veertigste, dat soms wel eens een dramatisch kantje en bijhorend trager tempo meekrijgt, klinkt hier eerder als een scherzo, met een heel vlot middendeel.
De muzikanten op deze cd kunnen alle vier een indrukwekkend curriculum voorleggen en de opname is er een geworden die uitblinkt door zijn muzikaliteit en moeiteloze samenspel. Pianiste Fumiko Shirage houdt van een wat zachtere pianoklank, wat gesluierd soms, maar schrikt niet terug van een harde aanzet als dramatisch effect, vooral in de symfonie. Ook qua balans zit deze opname precies goed. Het is verbazingwekkend hoe goed de fluit, met haar zachte klank, in het ensemble past, hoe verschillend de pianiste haar rol aanpast wanneer ze solo speelt of wanneer ze begeleidt, en hoe goed en hecht het ensemble samen klinkt. Het middendeel uit het pianoconcerto spreekt met een grote tederheid, terwijl de hoekdelen fris en levendig klinken, net als de virtuoze finale uit de veertigste symfonie. In het eerste deel van de symfonie bereiken de muzikanten een bijna orkestrale klank. Veel zorg ging naar fraseringen die precies gelijk lopen en heel stijlvol en muzikaal aandoen, zonder ooit gemaakt over te komen.
Deze plaat is een pareltje in de kamermuziek, met twee bekende werken in ongewone arrangementen die stijlvol en vol eerbied voor de originelen gebracht worden.
Meer over Wolfgang Amadeus Mozart / Johann Nepomuk Hummel
Verder bij Kwadratuur
Interessante links