Kwadratuur interview

In het kader van het festival Opera XXI presenteert Muziektheater Transparant in samenwerking met de Vlaamse Opera op 23 juni de wereldcreatie van 'Die Entführung aus dem Paradies' van de Belgische componist Joachim Brackx. Samen met librettist Oscar van den Boogaard schreef Brackx een "opera over de organisatie van de liefde". In de aanloop naar de première ging Kwadratuur op bezoek bij de componist voor een gesprek over liefde en opera.

Joachim Brackx (foto: Toos Vergote)
Joachim Brackx (foto: Toos Vergote)

'Die Entführung aus dem Paradies' kreeg van u en uw librettist de ondertitel "opera over de organisatie van de liefde". Wat mogen we daaronder verstaan?

Iedereen weet wat liefde is en iedereen voelt liefde. Ik wilde echter geen opera maken over de liefde zelf maar wel over de manier waarop de mens de liefde organiseert. Het was voor mij een zoektocht naar de oorsprong van de idee dat liefde altijd twee per twee wordt georganiseerd. Man en man, vrouw en vrouw of vrouw en man - maakt niet uit - maar het is steeds per twee en dat vind ik fascinerend. Ik wou een opera maken die die idee aankaart en de vraag stelt of de mensen zich daarvan wel bewust zijn.

Is het daarom dat jullie gekozen hebben om door middel van de engelen een bovennatuurlijk element toe te voegen?

We noemen hen engelen, maar er is niets bovennatuurlijk aan. We willen in de opera twee soorten liefdes voorstellen die in het echte leven weliswaar niet zo gescheiden zijn. Enerzijds is er de persoonlijke, romantische liefde in de vorm van een man die verliefd is op een vrouw. Anderzijds is er de groep engelen die een ander soort liefdeservaring hebben. Ze ervaren universele liefde, die niet persoonsgebonden is en niet draait rond bezit: liefde voor elkaar en liefde voor de groep. Wanneer de vrouw even verdwijnt is er interactie tussen de man en een van de engelen, maar het is niet helemaal duidelijk wat er precies gebeurt. Op deze manier willen we de vraag stellen of onze manier van liefde wel de enige manier is om liefde te organiseren.

Hebt u zelf ook bijgedragen aan het verhaal?

Absoluut! Het verhaal is samen ontstaan. Helemaal in het begin hadden Oscar van den Boogaard en ik meteen de idee om iets te doen rond liefde. Oscar had een theaterstuk geschreven over liefde - 'Sterremix' heette dat - waarin een afdaling wordt beschreven vanuit het ideaalbeeld van liefde naar de werkelijke wereld, tot je uiteindelijk terechtkwam in een vrij banale, clichématige gezinssituatie. Oscar had toen het gevoel dat zijn toneelstuk beter een opera was geweest. Zo werd dat onze eerste inspiratiebron, al is de opera uiteindelijk helemaal anders geworden. Dat het over liefde moest gaan, stond vast, maar we hebben heel lang gepraat over wat we nu precies wilden uitdrukken. De ondertitel is er pas in een vrij laat stadium bijgekomen, nadat ik mij begon af te vragen waarover de opera eigenlijk ging.

'Entführung' is uw eerste opera en er staat al een tweede op stapel...

En een derde en een vierde!

Hoe bekijkt u als jong componist de toekomst van het genre opera? Opera wordt immers vaak verweten voorbijgestreefd en museaal te zijn.

Opera is voor mij tegelijkertijd het genre waar de toekomst ligt en een soort museum. Het is bij uitstek het genre waarin ik een samensmelting kan bekomen met andere creatieve geesten. Ik werk voor het eerst samen met een schrijver, een dramaturg en een choreograaf. Dat geeft een ander soort energie dan helemaal alleen achter je bureau te zitten schrijven. Ik vind het repetitieproces enorm boeiend door de grote betrokkenheid van de uitvoerders. Zoiets vind je telkens wanneer verschillende kunsten samenkomen. Voor mij is dit ook waar de toekomst van de muzikale evolutie ligt. Ik had als componist het gevoel dat de muziek zich ietwat heeft vastgezet. Abstracte en weinig functionele stukken worden gebracht in het negentiende eeuws kader dat onze concertpraktijk is. In het muziektheater wordt er mijns inziens meer gezocht naar andere mogelijkheden. Er zijn uitvoeringen in hangars, in boten, op straat en ga zo maar door.

Mag er een link gelegd worden met de recente creatie van Kris Defoort, die ook genre-overschrijdend werkt?

Absoluut! Dat is bij uitstek iets dat voor mij interessant is. Zo verkrijg je heel boeiende mogelijkheden en vermijd je ook dat opera een museum wordt. De enscenering is meestal datgene waar men bij opera het verst in durft gaan, terwijl in gesproken theater veel vrijer met het materiaal wordt omgesprongen. De werken van Shakespeare of de Griekse tragedies worden herwerkt en in een nieuwe context geplaatst, maar zoiets is in de operawereld totaal taboe. Men durft in de meeste opvoeringen amper muziek te schrappen. Daarentegen is dit iets wat met werk van een levende componist nog wel kan. Ik ben zelf van nabij betrokken bij de repetities en de regisseur heeft me vaak gevraagd om bepaalde stukken wat korter of langer te maken om ze beter te laten passen bij wat er op scène gebeurt. Dat vind ik allemaal geen probleem! Die idee dat de partituur sowieso heilig is...

Als componist heb je ongetwijfeld een eigen beeld over de regie. Is het moeilijk om dit los te laten?

Dat is inderdaad heel moeilijk, maar het is voor mij heel duidelijk: ik ben componist en geen regisseur. Welke intentie ik ook had bij het schrijven van een bepaalde aria: als de regisseur daar iets anders in leest, heb ik daar eigenlijk niets tegen in te brengen. Muziek is nu eenmaal niet semantisch. Ik heb op geen enkele manier de arrogantie om te denken dat ik perfect een bepaalde gemoedstoestand kan uitdrukken. Het is belangrijk om te geloven in de mensen met wie je samenwerkt en ik ben er van overtuigd dat Steven (Van Watermeulen, regisseur) er een sterk stuk van zal maken.

Entführung (foto: Rina Govers)
Entführung (foto: Rina Govers)

Je werkt in je opera met vrije polyfonie. Hoe gaat dit in zijn werk?

Ik doe dit wel vaker. De koorzangers krijgen een aantal mogelijkheden waaruit ze op het moment zelf mogen kiezen hoe ze een bepaalde lijn willen ontwikkelen. Ik schrijf wel de noten die ik wil horen maar de zangers hebben de vrijheid om er een eigen melodie mee op te bouwen. Je weet met andere woorden niet welke samenklanken er precies zullen ontstaan. Zoiets vind ik - ook als uitvoerder - een heel boeiend proces omdat het een soort openheid creëert. Die vrijheid is iets wat mij heel erg aanspreekt.

Zoals je zelf net aanbrengt, ben je niet alleen actief als componist maar ook als zanger. In welke mate beïnvloedt dit het componeren?

Bijzonder veel!! Die invloed kan je nauwelijks overschatten. Het is uiteraard heel belangrijk om te weten waarvoor je schrijft. Vermits ik zelf zing, is de stem het instrument dat ik het beste ken. Ik stel mij altijd de vraag hoe het voor een zanger is om mijn muziek te vertolken. Terwijl ik aan het componeren ben, zing ik trouwens zelf de hele tijd mee. De esthetiek van mijn muziek is mijns inziens ook beïnvloed door de muziek die ik zing. Ik zing vaak polyfonie en vroegbarok en ik denk dat je dat ook hoort in mijn werk. Je zou kunnen zeggen dat mijn ideale stemgebruik dichter staat bij Monteverdi dan bij Verdi.

Hieruit valt af te leiden dat vocale muziek de belangrijkste plaats inneemt in je oeuvre?

Zeker en vast! Ik schrijf op dit moment alleen nog vocale muziek. Dat is geen bewuste keuze maar iets dat zich zo ontwikkeld heeft. De komende jaren ziet het er niet naar uit dat dit zal veranderen. Ik voel mij daar prima bij, maar wil mij daar niet toe beperken. Er zijn plannen om een orkestwerk te schrijven maar dat is natuurlijk een medium waar ik mij minder zeker in voel. Ik heb immers geen rechtstreekse voeling met hoe het is om in een orkest te spelen.

Bedankt voor dit gesprek!

Meer over Die Entführung aus dem Paradies


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.