Kwadratuur interview

Op 19 september viert het kunstencentrum BELGIE (Hasselt) haar 20-jarig bestaan met een concertavond met festivalallures. Medewerker Koen Vandenhoudt (muzikale programmatie en productie) blikt terug op de muzikale ontwikkeling van een voor het Belgische muziekleven erg verrijkend kunstencentrum.

Bellen op de bank

Het verhaal van het kunstencentrum BELGIE begon in 1989, net op het moment dat Koen Vandenhoudt zijn woonplaats Diest inruilde voor Antwerpen. Om zijn muzikale gading te vinden trok hij in die jaren naar Eindhoven, Gent of het kunstencentrum Stuk in Leuven. "Het kunstencentrum BELGIE is gestart vanuit het idee dat er een zware nood was en het initiatief ging snel rond: hola, er gaat iets komen in Hasselt". De verhuis naar Antwerpen maakte het echter niet vanzelfsprekend om veel naar het nieuwe kunstencentrum te trekken en het zou duren tot 1995 voor hij er voor het eerst belandde. Een dik jaar later werd hij meer dan zomaar een bezoeker. "Een vriend had eens gezegd: "je moet aan de mensen van BELGIE eens wat tips geven voor groepen, want die zijn continu op zoek naar nieuwe dingen". Eind '96 ben ik daar dan mee begonnen. Het eerste concert waarvoor ze mijn advies gevolgd hebben was John S. Hall. (King Missile) en van daaruit is het allemaal verder gegaan: zij lieten mij lijsten zien van aanbiedingen die via boekingsagenten binnenkwamen en ik gaf hen groepen die interessant waren. Ik had echter snel begrepen dat er eigenlijk niks door kwam: op mijn vragen die via het kunstencentrum doorgespeeld werden aan de boekingsagenten kregen we helemaal geen reactie ofwel zeiden ze dat die groepen niet tourden. Vreemd, want drie maanden later bleek dan plots dat die groepen wel in Brussel of in Leuven speelden. Van toen af aan ben ik begonnen met de muzikanten zelf te contacteren, iets wat ik nog steeds doe: als het niet moet, komen er voor ons geen agenten aan te pas, want tussenpersonen belemmeren vaak productionele ideeën."

Koen Vandenhoudt (zittend rechts) met Kent Kessler en Erhard Hessling
Koen Vandenhoudt (zittend rechts) met Kent Kessler en Erhard Hessling

Dat het contacteren van artiesten in de beginjaren nog niet zo gemakkelijk ging herinnert Vandenhoudt zich nog heel goed. Het was de tijd van bellen en brieven schrijven, het pré-internet tijdperk. "In BELGIE hadden ze toen wel een fax: de machine bij uitstek om dan te hebben!" Geleidelijk aan werd de band met het kunstencentrum intensiever, maar het bleef een engagement op vrijwillige basis. Vandenhoudt werkte toen nog als bankbediende, een baan die in zijn ogen wel voordelen bood, want "het was een job waarbij ik mijn tijd kon gebruiken om mijn werk voor BELGIE rond te krijgen. Bellen was geen enkel probleem en BELGIE, ja, dat was mijn passie." De openheid van het kunstencentrum BELGIE was ook essentieel voor het ontstaan van de volgende stap in de samenwerking: Sound in Motion, in samenwerking met muzikant en grafisch ontwerper Pascal Cools. "We hadden al langer het idee om eens iets te doen met beeld en geluid en door in BELGIE bezig te zijn kwamen er mogelijkheden. Dat combineren van disciplines en volledig elektronisch werken, dat was toen ongekend – behalve in de Beursschouwburg dan, die waren er altijd al vroeg bij. In academische kringen en in de kunstenwereld bestond dat al, maar niet op concertniveau en wij wilden af van "daar is het podium en daar is de artiest" en heel open werken, zodat je verschillende ruimtes simultaan kon gebruiken. Die evenementen zijn voor veel mensen – inclusief mezelf – een echte ear opener geweest. Je bent er natuurlijk bewust mee bezig om de avonden op te zetten, maar om het dan ook echt mee te maken dat het werkt, dat is flippen. Beeld je in: Janek Schaefer met 5 platenspelers waarvan de laatste drie armen heeft waardoor de plaat van achter naar voor kan afgespeeld worden. En dat je daar zo, van heel dichtbij, op kon staan kijken. Later werd die serie Sound in Motion trouwens ingediend voor projectsubsidies en kreeg gunstige adviezen bij de commissie."

De stekker uit

Voor het zover was, moest er echter eerst nog een publiek opgebouwd worden en dat bleek niet vanzelfsprekend te zijn. Toch niet voor de muziek die Vandenhoudt in gedachten had. "Ik geef maar een voorbeeld: ik had Fridge in Londen gezien, ik heb ze gebeld, ze kwamen af. Resultaat: 20 man ... en dan zat je daar eigenlijk nog met een popgroep! Dat is ook de tijd dat ze tijdens een optreden van De Portables elders de stekker uit trokken: "sorry mannen, dat is er echt over". Op de vraag of dat ooit bij hen gebeurd is antwoordt Vandenhoudt ontkennend, al bedenkt hij zich snel en corrigeert lachend: "Bij ons is dat ook wel eens gebeurd, maar dat had toen meer te maken met een buurman." "In de periodes dat er minder volk kwam zei ik dikwijls tegen Jo (Lijnen, oprichter van het kc BELGIE en tot op vandaag belast met de algemene leiding, KVM) dat hij het voor mij persoonlijk niet moest doen. Ik wilde alleen maar signaleren welke bands belangrijk waren binnen wat er toen bewoog, waar de internationale media op dat moment mee bezig waren zonder dat het hier al bekend was. Jo vond echter dat we dat wel moesten doen, net omdat het iets was dat toen aan de gang was en zo hebben we het laten groeien." Dat proces is voor Vandenhoudt nog steeds niet voltooid, het loopt nog steeds door. Sommige concerten, ook die met relatief bekende namen, trekken naar zijn aanvoelen soms nog te weinig bezoekers. De andere kant is er echter ook: "Hoe verklaar je dat die bijzonder weirde freejazz wel volk trekt? Voor het trio van Rashied Ali, Charles Gayle en William Parker hadden we nog geen tien reservaties. Wat doe je dan? Dan zet je dus maar 50 stoelen. Komen er daar plots 180 man op af en staan ze om acht uur aan te schuiven tot buiten toe." Bottom line? "Bepaalde dingen werken, maar je kan er geen staat op maken. Het is echt onvoorspelbaar."

Geen allesweter

Wie persoonlijk contact wil hebben met de optredende muzikanten kan geen betere locatie hebben dan het kunstencentrum BELGIE. Op weinig plaatsen zit het publiek zo dicht bij de artiesten en is het napraten aan de toog in hun bijzijn zo vanzelfsprekend als in Hasselt. De hele aanpak ademt laagdrempeligheid uit en dat is volgens Vandenhoudt geen toeval. "Wij denken niet in termen als elitair, moeilijk, academisch of niches (nog zo'n dooddoener), want dat werkt gewoon niet. Van in het begin wilden we die stempel vermijden en het resultaat dat we door de jaren heen hebben opgebouwd laat zien dat je dat soort dingen effectief kan doorbreken." Met te zeggen wat het niet is, is het profiel van het kunstencentrum nog niet geschetst. Dat te doen is geen gemakkelijke opgave voor een locatie waar dronemetal, amper hoorbare akoestische folk, freejazz, fingerpicking, noise, pop en rock gewoon naast elkaar staan. Hoe zou Vandenhoudt zelf het muzikale programma beschrijven? "Omdat er zoveel diversiteit in zit, zeg ik altijd dat wij van het hele pallet van muziek, of het nu jazz, freejazz, avant-garde of pop is, de toplaag nemen van wat nu belangrijk is: dingen die nu bewegen, ergens naar toe gaan of symboliseren wat er gaande is. Als je terugkijkt op de artiesten die bij ons gestaan hebben en je zet ze allemaal op een rij, dan zie je daar de evoluties in de muziek in terug."

Koen Vandenhoudt en Paal Nilsen-Love (achtergrond)
Koen Vandenhoudt en Paal Nilsen-Love (achtergrond)

"Ik heb geleerd (en leer nog elke dag) dat je moet openstaan voor dingen. Kijk maar om je heen" zegt Vandenhoudt, terwijl hij met een breed gebaar de hele kamer rondwijst die volgestouwd is met cd's, boeken en tijdschriften. "Het is goed een eigen visie te hebben en ik heb wel een beeld van wat er beweegt, maar ik ben niet de allesweter. Zo werkt BELGIE ook niet. Dat is volgens mij ook de reden waarom het zo goed gaat en interessant blijft: omdat die open geest er is." Hier wordt ook duidelijk dat de muzikale programmatie van het kunstencentrum niet zijn privéterrein is. "Ik neem zelden een autonome beslissing, want we overleggen over alles, maar ik ga natuurlijk wel heel hard motiveren waarom een bepaalde band echt moet komen." Zo is er niet alleen een bepaalde vrijheid gegroeid voor Vandenhoudt. De confrontatie met andere invalshoeken is voor hem ook verrijkend. "Hoewel er zo dingen op de affiche belanden die voor mij eigenlijk niet hoeven, duwen die mij soms wel in een richting waarvan ik later zie dat er nog meer te rapen is. Bovendien werken we voor BELGIE veel samen met andere mensen en dat is zeer gezond. Denk maar aan het Open Circuit: Dramarama festival, iets waar ik verschillende jaren met Jelle Crama aan gewerkt heb. Of zie maar hoe het met Kraak begon. Ook hier is de rol van Jo weer erg belangrijk gebleken. Die is erg sterk in het samenwerken en heeft echt een neus om te beslissen wat we moeten doen en wat niet, ook al genereren bepaalde dingen niet meteen het grootste publiek. Die houding is eerder zeldzaam aan het worden in een wereld die erg geïnstitutionaliseerd wordt."

Brattleboro

Dat bij het kc BELGIE de deuren open staan voor diverse partners en invalshoeken neemt niet weg dat een bepaalde groep artiesten regelmatig in Hasselt te horen zijn. Daarbij vallen vooral de namen van de Chicago-scene op: Peter Brötzmann, Mats Gustafsson, Ken Vandermark ... Geconfronteerd met deze vaststelling ontkent Vandenhoudt niet, maar nuanceert wel onmiddellijk, want "ze komen zelden in dezelfde constellatie terug. Op de komst van de Vandermark 5 hebben we bijvoorbeeld vijf jaar moeten wachten na de eerste passage van Vandermark zelf in '98, ik denk toen samen met Paul Lytton. Toen hij dan uiteindelijk toch met zijn kwintet bij ons stond schreef de pers: hoe is het in godsnaam mogelijk dat deze groep in Hasselt, Limburg staat en niet in Brussel? En dan ben je in 2009 en dan is het eigenlijk nog altijd zo. Kijk, ik ben niet diegene die Vandermark verbiedt om ergens anders te spelen en het is voor hem ook geen noodzaak om hier te staan, maar hij waardeert de openheid en de verschillende formaties waarin wij iemand willen zetten."

Vashti Bunyan in de Parketzaal
Vashti Bunyan in de Parketzaal

Dat een bepaalde cirkel van muzikanten in Chicago het kc BELGIE in Hasselt kent, werd enkele jaren geleden duidelijk toen de Belgische (!) vibrafoniste Els Vandeweyer van muzikanten uit Chicago het Hasseltse kunstencentrum aangeraden kreeg als een goede locatie om haar muziek te brengen. Ondertussen schat Vandenhoudt de muzikanten uit de Amerikaanse stad die hij via de concerten in Hasselt heeft leren kennen op een 40-tal en hoewel hij de (muzikale) sfeer er fantastisch vindt, is het voor hem geen alleenstaand geval. "Ik heb hetzelfde bij bijvoorbeeld Brattleboro, de plaats de muzikanten van Sunburned Hand of the Man vandaan komen. Als je daar naar toe gaat dan heb je dezelfde vibe en daar wonen er misschien maar twee die ik ken." Desondanks ziet hij wel iets speciaal in de muzikanten van Chicago, al is het dan niet iets wat hem doorgaans aanspreekt. "Ik ben niet bezig met het virtuoze en het echt kunnen spelen, dat is voor mij niet prioritair, maar die gasten van Chicago zijn toevallig wel allemaal ongelooflijke muzikanten die het reguliere parcours een beetje naast zich neer leggen."

Blijven zitten

Dat ook het kunstencentrum BELGIE het reguliere parcours wel eens naast zich neerlegde, bezorgde het een muzikaal palmares waarop enkele opvallende Belgische premières prijken. Zo was het eerste optreden van Our Brother the Native (bestaande uit toen nog minderjarige tieners) buiten de VS in Hasselt, net als het eerste concert van Animal Collective (2003) in Europa, waarvan Vandenhoudt zich nog herinnert dat er mensen van wegliepen. Ook Wolf Eyes' eerste optreden op Belgische bodem speelde zich af in Hasselt. Een band waarmee het kunstencentrum een speciale band ontwikkeld heeft is het IJslandse múm. "We hadden die groep niet als eerste in België, maar wel tijdens hun eerste tournee. De hele Belgische pers wilde hen spreken, maar ze bleven mooi met ons aan een tafeltje zitten om te luisteren hoe wij samenwerkingen zagen. En kijk, enkele jaren later stonden ze op een Open Circuit rond het label FatCat. Dat terwijl ze eigenlijk midden in studio-opnames zaten. Dat bands al múm en Animal Collective doorgroeien en later, ondanks dat ze met de grootste boekingsagenten werken, toch in Hasselt spelen, dat is toch geweldig?"

múm in het Pand Koloniale Waren
múm in het Pand Koloniale Waren

En voor de toekomst? Gevraagd naar de groepen die hij voor de volgende jaren ziet komen, valt Vandenhoudt opvallend terug op bands die de volgende maanden in het kc BELGIE te horen zijn. Daarmee geconfronteerd, houdt hij echter vol dat dat niet de reden is waarom hij ze nu geeft als potentiële aanraders. "Ik heb het nogal met Blues Control. Die hebben iets heel speciaal, dat wordt wel iets, maar het zal z'n tijd nodig hebben. Die zijn ook duidelijk gefocust bezig, maar niet van "en nu gaan we carrière maken in de muziek", wel gewoon spelen. Bij Cave heb ik een zelfde gevoel als destijds bij Tussle: dat het snor zit en dat het komt. Dat hoeft daarom niet mega te worden, maar het gaat ergens naar toe. Het zijn speciale types, maar ze werken wel heel gericht. Vergeet ook niet dat ze er heel wat voor over hebben: iedereen spreekt over hen als een band van Chicago, maar die mannen komen van Columbia, Missouri en zijn dus verhuisd om verder te geraken."

Hersenactiviteit

Even weg van het kunstencentrum en meer naar zijn persoonlijke muziekbeleving toe blijkt Vandenhoudt het parcours gevolgd te hebben dat bij veel muzikanten en andere actoren op het muziekterrein bepalend geweest is: platen en boeken kopen, gelijkgestemden opzoeken en met de bekomen informatie verbanden leggen. "Neem nu John Zorn die muziek van Luc Ferrari uitbrengt, zo met de partituur op de kaft. Ik zag plots wat ik hoorde en dat vond ik fantastisch. Toen kwam ik bij een platenverzamelaar die me zei dat ik eigenlijk andere muziek van Ferrari zou moeten hebben en zo kwam ik dan weer bij diens elektronische muziek. Zo werd alles een kettingreactie: op een plaat 'Ballot Result' van de Minutemen werden honderd artiesten bedankt, waaronder John Coltrane. Dan ging ik naar de jazzwinkel; daar zeiden ze dat ik de platen van ESP moest pakken en zo groeit het lijstje."

Vibracathedral Orchestra in de Zwarte Zaal
Vibracathedral Orchestra in de Zwarte Zaal

Het belangrijkste bij dit alles was voor Vandenhoudt echter het durven loslaten, het opgeven van zijn eigen manier van luisteren om zo dingen te ontdekken. Vooral het denken in structuur en melodie heeft hij kwijt moeten spelen. "Ik speel zelf drums en ben grootgebracht met "dat is muziek en dat is lawaai". Toen ik op kot ging in 1985 was ik al lang bezig met hardcore en new wave, maar dat was nog steeds muziek met een duidelijke structuur. Op een gegeven moment zette iemand op kot een plaat op van de Meat Puppets." In de stilte die volgt lijkt Vandenhoudt de sensatie die de muziek teweeg bracht te herbeleven. "Dat is ongelooflijk muzikaal, maar als je dat de eerste keer hoort dan denk je: die gebruiken muziek als een medium. Later kwamen groepen als Shockabilly van Eugene Chadbourne en Sonic Youth en zo bleef dat maar groeien tot je besefte dat die dingen eigenlijk niet weird, maar gewoon goed waren!" "Zo leer je muziek op een heel andere manier beluisteren. Ook emotioneel, hoe mensen anders reageren dan wat als normaal gezien wordt. Ik heb daar eens een documentaire over gezien dat ze hersenen scanden tijdens het luisteren naar klassieke muziek, freejazz, hardrock enz. Die mannen stelden vast dat er bij bepaalde muziek, in dit geval freejazz, minder hersenactiviteit was dan bij andere, ha ha. Ik zou ze dat echter wel eens even willen laten proberen bij mij. Er klopt volgens mij echt iets niet in wat ze daar wilden bewijzen: ik heb al epifaniemomenten gehad bij heel uiteenlopende muziek."

Twintig minuten

Gevraagd naar de meest memorabele concertmomenten in het kc BELGIE verwijst Vandenhoudt naar het duo van Henry Grimes (een bassist die volledig uit beeld verdwenen was en jarenlang verkeerdelijk dood verklaard werd door de jazzpers) en zangeres Patty Waters, waarvoor naar Vandenhoudts zeggen oorspronkelijk 10 000 dollar gevraagd werd, voor Waters alleen. Uiteindelijk werd dat bedrag niet neergeteld, maar het concert roept nog wel herinneringen op. "Dat was een onwaarschijnlijk straf optreden tijdens een Kraak-festival en het is opvallend hoe iedereen zich dat optreden anders herinnert. Heel wat mensen is bijgebleven dat Waters weinig gezongen heeft, maar ik heb het getimed van op de dvd-opname en dat is dus niet juist! Er is effectief een bassolo van 40 minuten, maar het tweede nummer en het bisnummer waarop Waters zingt zijn samen bijna even lang. Volgens mij heeft ze trouwens bij ons nog eens gezongen zoals ze dat deed in de jaren '60, iets wat ze de jaren voor en na het concert in Hasselt nooit meer gedaan heeft!"

Henry Grimes & Patty Waters
Henry Grimes & Patty Waters

Andere speciale momenten waren het eerste optreden van Pluramon (1998), de bijzondere ontmoeting met elektronische muziekpionier Dick Raaijmakers (1999), de eerste doortocht van het Chicago Tentet van Peter Brötzmann (2004) of Yellow Swans die na Vashti Bunyan moesten spelen op een FatCat event in 2006. "Die gasten hadden een paspoort laten liggen in Londen en moesten terugkeren, net toen ze klaar stonden om hun boot te nemen. Daardoor kwamen ze pas om 21.50 bij ons aan. Ik heb ze snel gezegd waar ze konden opstellen, Vashti Bunyan eindigde haar set en bang, meteen daarna zijn de Yellow Swans begonnen: op tijd! Dat contrast was schitterend, beter bestaat gewoon niet." Tenzij dan misschien het slotconcert van de fantastische en legendarische tweedaagse iNTERaCT, eind mei 2008: Nuclear (H)assault. Net dit optreden symboliseert voor Vandenhoudt waar het kc BELGIE de afgelopen twintig jaar mee bezig geweest is. "Je kan het zien op YouTube: het is echt on-waar-schijn-lijk. Daar is volgens mij geen enkel precedent voor. De impact van wat daar gebeurde was voor mij persoonlijk en voor de mensen die er zaten – er waren er al veel naar huis omdat het zo laat was – echt abnormaal. Ook voor de muzikanten zelf overigens: mensen die al 40 jaar in de muziek staan en het zelf abnormaal vinden." Wat het dan net symboliseerde? "Dat het vanuit de muzikanten zelf kwam: individuen als Wally Shoup, Daniel Carter, Spencer Yeh, Helena Espvall en John Olson, Hans Buetow of Ben Hall van Graveyards die het plots samen deden bewegen. Heel het idee van Open Circuit (concerten waarbij artiesten in interactie met elkaar kunnen treden, door vb. zelf combinaties te kiezen, KVM) is ontstaan vanuit een gevoel dat we kregen vanuit andere evenementen, zoals bij concerten van het Tentet of No-Neck Blues Band: dingen die gaan draaien en kolken terwijl je er eigenlijk zelf maar als toeschouwer bij staat."

Nuclear (H)assault in het café (Foto: Ronny Wertelaers)
Nuclear (H)assault in het café (Foto: Ronny Wertelaers)

Over eventuele teleurstellingen moet Vandenhoudt beduidend langer nadenken en hij geraakt niet verder dan een verwijzing naar het duoconcert van Chris Corsano en Paul Flaherty, een optreden dat hij vreemd genoeg ook typeert als een van de beste. "Twintig minuten en daarna wilden ze niet meer: dat was een tegenvaller, zeker voor de mensen die om 20.30u binnenkwamen en speciaal voor dat duo waren afgezakt, maar ik heb het de muzikanten nooit kwalijk genomen. We zaten die avond met drie groepen op de affiche (waaronder Henry Grimes) en daarom hadden we afgesproken om tijdig te beginnen. Corsano en Flaherty hebben dat iets te letterlijk genomen, maar tegelijkertijd hebben ze wel met een geweldige intensiteit gespeeld: zo sterk, dat ze voelden dat het na twintig minuten op was."

Limbabwe

Gevraagd naar de acts artiesten die hij graag eens (terug) zou hebben, los van praktische problemen of budgettaire beperkingen noemt Vandenhoudt het duo van Ravi Padmanabha en Steve Baczkowski (baritonsaxofoon en Indische percussie), naast Metal Mountains van P.G. Six, Samara Lubelski en Helen Rush. "Ik heb ze al gevraagd, maar ze kunnen voorlopig niet komen omdat Rush een Engelse is en ze momenteel de Verenigde Staten niet kan verlaten wegens problemen met haar visum." Ook John Zorn krijgt een plaats in Vandenhoudts verlanglijstje, maar dan wel in een speciale setting. "Ik volg hem de laatste tijd wat minder, maar zou hem toch eens graag horen met Evan Parker om de drone-achtige circular breathing (een techniek waarbij een blazer speelt en ademt tegelijkertijd, waardoor hij lang kan spelen zonder te moeten onderbreken, KVM) van Parker gecombineerd te hebben met de dynamiek van Zorn." "Als ik iets mocht terugzetten, dan zou ik kiezen voor het Exploding Star Orchestra (de groep stond al in 2007 in Hasselt, KVM), maar dan met Roscoe Mitchell van The Art Ensemble of Chicago. Mike Reed heeft me gezegd dat die groep een heel andere vibe heeft en nu nog beter is dan bij de vorige editie."

Yellow Swans in het café
Yellow Swans in het café

Waar Vandenhoudt in 1996 vrijwillig begon met het adviseren en het programmeren voor het kc BELGIE is hij er momenteel stafmedewerker, wat hem uiteraard meer ruimte geeft om aan de muzikale programmatie te sleutelen. Toch ziet hij het niet meteen als een baan, maar eerder als zijn leven. Terugkijkend op de afgelegde weg vindt hij het ongelooflijk wat ze met een compleet onafhankelijk kunstencentrum gerealiseerd hebben. "Het komt alleen van een groep mensen die het gewoon doen, door vastberadenheid en hard werken. Nu worden we daarvoor beloond met structurele subsidies, maar het was een lijdensweg om daar te geraken: Limburg, Limbabwe, weet je wel." Toch zou het voor Vandenhoudt gerust wat meer mogen zijn. "Uiteindelijk krijg je nooit wat je nodig hebt. Wat ze geven is een beloning zodat je verder kan doen, maar eigenlijk zou ik willen dat het deftig gedoteerd werd, dat we echt kunnen werken en niet moeten bezig zijn met speciale statuten van medewerkers. Dat je een goede ploeg kunt samenstellen, met jonge, enthousiaste mensen die je ook kan verlonen om er voor te gaan." Dat dit momenteel niet het geval is, heeft zijn weerslag op de artistieke invulling. "Er gaan heel snel dingen aan ons voorbij, maar ik kan dat wel bijtrekken: ik weet waar en wanneer ik ergens moet zijn, maar het blijft een feit dat je de vinger aan de pols snel kwijt kan zijn." Toch ziet hij ook positieve kanten aan de situatie, meerbepaald in de extra inspanningen die het kunstencentrum gedaan heeft om gebouwen als het Huis Hoste en het Pand Koloniale Waren aan te kopen. Toch volstaat dit eigenlijk nog niet om Vandenhoudts muzikale ambities te realiseren. "Wij zijn vrijdag en zaterdag open, maar bieden natuurlijk wel muziek, podiumkunsten, expo's én films aan. Gecombineerd met het grote netwerk dat we opgebouwd hebben, betekent dat, dat we maar een deel van ons potentieel kunnen benutten. Er moeten dus dingen noodgedwongen blijven liggen. Daar staat natuurlijk weer tegenover dat we zo verplicht worden van heel sterk te filteren, waardoor we alleen dingen doen waar we echt van overtuigd zijn."

Meer over Koen Vandenhoudt (20 jaar kc BELGIE)


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.