Met het Orgelconcert met organist Kurt Hollants koos Brass-aux-Saxes dit jaar voor de eerste keer voor een instrument dat niet tot de fanfare behoort. Voor deze gelegenheid weken ze bovendien uit naar een andere en bijzonder mooie locatie: de Abdijkerk van Tongerlo. Tevens was het naar verluidt de laatste keer dat een dergelijk concert mocht plaatsvinden in de abdij, hetgeen erg jammer is want dit orgel is erg waardevol en de kerk had een lange traditie als orgelcentrum. Het orgel heeft namelijk vier klavieren en 57 registers en is daarmee één van de grootste van het land. Voor het concert werd het orgel in deze kerk speciaal gereviseerd maar voortaan zal het enkel nog tijdens misvieringen te horen zijn.

De voorbereiding van het concert liep alvast niet vlekkeloos. Naast de noodzakelijke revisie kwam pas laat aan het licht dat de muziek bij een conventionele opstelling van orkest en publiek sterk nagalmde en dus alle nuances verloren dreigden te gaan. Brass-aux-Saxes opteerde er ten slotte voor een positie met de rug naar het middenschip (waar de kerkgangers normaal zitten). Het publiek zou dan plaats kunnen nemen in het koor en de kooromgang. Door een toeloop die groter was dan verwacht moest een deel van het publiek toch plaatsnemen in het middenschip. Wie daar zat kreeg in het eerste deel weliswaar hoorbaar mooie muziek maar door de vermenging van klanken ging er teveel verloren. 'Ceremonial prelude' van Arthur Bliss, de orgelsolo 'Sonate No.2' van Josef Rheinberger en de drie koralen van Monk, van Delft en Van der Roost (het erg mooie 'Canterbury Chorale') kwamen hierdoor deels niet over aan deze kant. Vooral voor 'A Chorale for Love, Hope and Belief' van de Nederlandse componist Marc van Delft was dit doodzonde: het ging hier om de wereldpremière van een werk dat hij speciaal voor de fanfare schreef. Vanuit de "slechte" kant deed het vooral denken aan een ander prachtig werk van zijn hand, 'A Choral for a Solemn Occasion'.

Meer geluk na de pauze, toen wij een vrijgekomen plaats in het koor mochten innemen. Vanaf 'Canzona per Organo e Orchestra a Fiato' viel het huizenhoge verschil op in akoestiek. De term Canzona verwijst naar een compositie voor twee groepen blaasinstrumenten waarbij in dit geval het orgel wordt gezien als een blaasinstrument. Het orgel wordt hier begeleid door het fanfareorkest, maar de rolverdeling wordt regelmatig doorbroken wanneer het orkest alleen speelt of in dialoog komt met het orgel. Bijzonder mooi, misschien wel het hoogtepunt van de namiddag, was het 'Adagio' uit Crucifixus van Enjott Schneider, een hedendaags klassiek werk voor orgel en saxofoonkwartet. Na 'Cantabile' van Jaak Lemmens voor orgel solo, volgde nog 'Pie Jesu' uit het Requiem van Andrew Lloyd Webber, een prachtig duet waarin Nele Mertens (bugel) en Ward Van Rompaey (trompet) er zo laat in het programma nog in slaagden bloedmooi en zuiver te soleren. Intussen hadden twee Norbertijnen de zaal verlaten nadat de presentator van dienst een gedicht had voorgelezen, waarin de nochtans overtuigd katholieke auteur Gerard Reve even de draak stak met het Kerklatijn. Het verhaal van het kind en het badwater, kortom. En omdat een orgelconcert nooit helemaal af is zonder de Finale uit de Orgelsymfonie van Saint-Saëns, werd dit de afsluiter van een solistenconcert dat al even uniek is als de samenwerking twee jaar geleden van Brass-aux-Saxes met Bert Joris en Raymond van het Groenewoud.

Hoewel het programma klassiek was opgebouwd, maakte vooral de afwisseling dit concert tot een bijzonder genietbare belevenis. Benieuwd wat deze fanfare voor het solistenconcert van volgend jaar zal bedenken.

Meer over Fanfareorkest Brass-aux-Saxes met Kurt Hollants (orgel)


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.