Het Festival van Vlaanderen Mechelen organiseert in september en oktober een reeks concerten rond de Mechelse cultuuranimator Paul Collaer. Als grote verdediger van het modernisme tussen 1920 en 1955, had hij geen geringe invloed op het concertgebeuren van die tijd. Het is echter vreemd dat zijn naam gekoppeld wordt aan een reeks met als titel 'Wenen 1909 – 1919: wals of waanzin?', als men weet dat de man vooral het Franse modernisme verdedigde en een afkeer had van de muziek die de Weense School voortbracht. Ondanks het feit dat de heer Collaer zich mogelijk omdraait in zijn graf, kan men er niet omheen dat enkele van de geprogrammeerde stukken ware meesterwerken zijn, die bovendien nog door een fantastisch ensemble werden uitgevoerd.

Doordat kamermuziekgroep Het Collectief uit een vaste kern van muzikanten bestaat, hebben de vijf heren het voordeel van heel goed op elkaar ingespeeld te zijn. Op die manier leggen ze een coherente sound en een piekfijne timing aan boord die onontbeerlijk zijn voor nieuwe muziek. Het eerste stuk dat de revue passeerde was het nog door en door romantische 'Pianokwartet in la klein' van Gustav Mahler. Op zijn zestiende schreef Mahler het eerste deel van dit werk en daar bleef het ook bij. Nog heel sterk geworteld in Brahms' klassiek-romantische stijl verraadt het pianokwartet nog in niets de op til zijnde veranderingen in de muziek. Wel is het een duidelijke voorbode van Mahlers eigen carrière als symfonicus. De ongelofelijke theatraliteit die de componist bereikt in zo'n kleine bezetting werd extra in de verf gezet door de expressieve uitvoering van de strijkers van Het Collectief, die met hun hoofd al bij de hysterie van het later geprogrammeerde 'Pierrot Lunaire' leken te zitten.

Een iets minder geslaagd moment volgde met het 'Duo voor cello en viool' van Erwin Schulhoff, een leerling van Schönberg. Zijn muziek laveert tussen atonaliteit en modaliteit en vooral zijn dansdelen zijn vaak nogal banaal van ritme. Dat neemt niet weg dat Wilbert Aerts en Martijn Vink er alles aan deden om het stuk zo interessant mogelijk te houden.

Een andere leerling van Schönberg die aan bod kwam, was Alban Berg, de meest populaire atonale componist van zijn tijd. Schönberg had als commentaar op zijn 'Vier korte stukken voor klarinet en piano' dat ze te kort waren. Dat doet echter niet af aan de schoonheid en de muzikale intensiteit van de stukken. Klarinettist Benjamin Dieltjens wist voortreffelijk alle kleurveranderingen en dynamieknuances weer te geven die op korte tijd voorbijkomen. Jammer genoeg kwam straatlawaai de breekbare stilte verstoren, met terechte ergernis van het publiek tot gevolg. Na de pauze werd Bergs werk dan nog maar eens overgedaan, in goede traditie van de Verein für musikalische Privataufführungen.

Als apotheose kwam dan Schönbergs grootste vrij-atonale werk, het magnifieke 'Pierrot Lunaire'. Deze liedcyclus bestaat uit drie keer zeven korte liederen, gebaseerd op gedichten van de Belgische dichter Albert Giraud. Een belangrijke nieuwigheid was de zogenaamde Sprechstimme, waarbij de toonhoogte en het ritme van de spreker tamelijk accuraat worden aangeduid, zodat iets ontstaat tussen zingen en spreken. De sterke emoties die in de tekst bevat zitten, worden op weergaloze wijze weergegeven in Schönbergs toonzetting. Van een sarcastisch lachende klarinet over duister rommelende pianobassen tot hysterische uitroepen van de spreekstem; de componist tilt de poëzie op naar een niveau waar de Maan, één van de belangrijkste figuranten in het werk, slechts van kan dromen. Een vertaling van de tekst werd geprojecteerd, wat voor mensen die niet met de poëzie vertrouwd zijn een welkom hulpmiddel was. Jacqueline Janssen nam de Sprechstimme voor haar rekening en leefde zich, in haar kraakwitte outfit en make-up, helemaal uit. Zo viel ze niet alleen op door haar voortreffelijke uitvoering, waarbij ze nu eens als een deugenietachtig meisje stond te fluisteren en het dan weer als een dwaze heks uitschreeuwde. Ook in haar mimiek was ze als het ware een Pierrot, die met overdreven gezichtsuitdrukkingen zijn gemoedstoestand weergeeft. Bovendien benaderde de begeleiding van Het Collectief eenvoudigweg de perfectie; ook al is Schönbergs muziek vaak niet bedoeld om mooi te zijn, zij bewezen dat ze dat wel kán zijn.

Het Collectief: Wilbert Aerts (viool, altviool), Tony Nys (altviool), Martijn Vink (cello), Toon Fret (fluit, piccolo), Benjamin Dieltjens (klarinet, basklarinet), Thomas Dieltjens (piano), Jacqueline Janssen (spreekstem), Robin Engelen (dirigent)

Gustav Mahler: Pianokwartet in la klein (onvoltooid); Erwin Schulhoff: Duo voor cello en viool; Alban Berg: Vier stukken voor klarinet en piano opus 5; Arnold Schönberg: Pierrot Lunaire opus 21

Meer over Festival van Vlaanderen Mechelen 2007


Verder bij Kwadratuur

Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.