Wie het Hagen Quartett bezig hoorde in de Gentse Miryzaal op 4 oktober zal het bevestigen: de noblesse en absolute vanzelfsprekendheid van hun samenspel in een zoektocht naar de absolute schoonheid lonen nog steeds. Geen grote gestes, maar een aristocratische speelhouding; geen hardheid of expressieve overdrijvingen, maar een gepolijst klankbeeld en evenwicht. Wat Goethe zei over het strijkkwartet, dat hem deed denken aan een goed gesprek tussen vier intelligente mensen, lijkt op het lijf geschreven van de Hagens. Goed voor superieure kamermuziek in ijzersterk repertoire. Bril af en diepe buiging!
Hagen Quartett (foto: Harald Hoffmann)
Men kon de voorbije jaren prachtige jonge kwartetten aan het werk zien in Gent. De bevlogenheid en virtuositeit van bijvoorbeeld het Quatuor Ebène, Jersusalem Quartet, Arcanto Quartett, Belcea Quartet of Pavel Haas Quartet zorgde voor spannende concerten op het scherp van de snee. Vaak is hier in een meer of mindere mate sprake van een exces dat de muziek frisheid en intensiteit verleent, en dat spreekt aan. Extra interessant is het daarom om in het begin van het nieuwe seizoen een kwartet te zien dat nog tot de vorige generatie behoort: het Hagen Quartett. Met hun dertigjarig bestaan plaatst dit strijkkwartet zich onvermijdelijk in een andere traditie. Het exces wordt hier geschuwd: in alles is er beheersing en mate.
Het repertoire op het programma leende zich echter wel tot een beetje buitensporigheid: Beethovens strijkkwartetten waren het terrein voor de componist om zijn muzikale revoluties in te ontketenen. Dit was al zo in de zes strijkkwartetten uit zijn vroege periode, waarbij hij voornamelijk door ritmische spitsvondigheden een heel ander gevoel creëerde dan in hetgeen daarvoor door Haydn en Mozart was geschreven. Maar het meest gekend is wel de baanbrekende weg die hij in zijn vijf laatste strijkkwartetten ging. De taal is hier ongekend intens, vaak geconcentreerd rond een langzaam deel, zoals de variatiereeks uit het twaalfde strijkkwartet. Dat een snijdende aanpak tot op het bot van de partituur rendeert, kon men horen in de integrale cd-opname van het Artemis Quartet, maar dit was niet de weg van de Hagens. Het meesterlijke opus 127 ontstond bij hen vanuit dezelfde aanpak die zo rendeerde in hun opname van de Mozartkwartetten. De intuïtief doorvoelde muzikale lijn verbond zich met een weten in de muziek tot een absolute topuitvoering.
Hagen Quartett (foto: Harald Hoffmann)
De twee vroege kwartetten leverden meer sporadisch vuurwerk, zeker in het derde kwartet. Hierin blonk slechts de finale echt uit. Het vijfde kwartet induceerde meer speelvreugde en met humor benadrukten de Oostenrijkers Beethovens vreemde accenten, zoals in de mooie variatiereeks. Maar wat aan spanning ontbrak in het begin van het concert, compenseerde het Hagen Quartett met het onbetwiste hoogtepunt in de vorm van het twaalfde strijkkwartet. Hiermee bewezen ze dat zij na dertig jaar nog mee de standaard bepalen in dit repertoire. Ook al is het kwartet weg bij het gele label, jarenlang een bewijs van hun internationale faam: het Hagen Quartett staat als een huis. Wat? Een marmerglanzend-klassieke tempel. Een fenomenale opening van het luik kamermuziek waarmee De Bijloke dit seizoen uitpakt!
Meer over Hagen Quartett
Verder bij Kwadratuur
Interessante links