Drie strijkkwartetten van Shostakovich op de tot dan toe mooiste dag van het jaar? De nog volle zomeravond weerhield luisteraars niet om hiervoor af te zakken naar de Gentse Miryzaal. De status van het Jerusalem Quartet als een van ’s werelds topkwartetten zat daar voor iets tussen. Toch werd het concert geen onverdeeld succesverhaal.
Waar het eerste strijkkwartet een nog wat vrijblijvend-experimentele sfeer ademt, is het vijftiende doordrongen van serieux en vergroeiing met het genre, van kennis van zijn mogelijkheden. Het eerste kwartet is een kort werk, met neo-klassieke elementen, geijkte structuren als variatie- en sonatevorm. Het grote raffinement van de Jersusalems ten spijt kwam de muziek weinig van de grond. Uiteraard is hun virtuositeit indrukwekkend, bevat de muziek een staalkaart van de mogelijkheden van de vier strijkers. Vooral de altviool en cello lijkt Shostakovich te hebben willen emanciperen. Deze lijn zet hij in het achtste kwartet verder, maar dan muzikaal oneindig veel interessanter. Het is een enorm kwetsbaar werk, dat de componist zelf bij de eerste uitvoering tot tranen toe zou geroerd hebben. Tegelijk bevat het uitbarstingen van emotionele ontreddering, marsachtig, of getormenteerd-lyrisch. Dat Shostakovich hierin het een en ander recycleert uit vorig werk is gemeenzaam bekend. Intensiteit en spanning over het hele werk zijn de kernwoorden voor een goede uitvoering. Het Jerusalem Quartet slaagt erin de hoogtes en laagtes interessant te houden, de aandacht te blijven capteren. Een echte emotionele mokerslag toedienen doen ze echter niet.
Het is alweer een tijdje geleden dat het Jerusalem Quartet zich met twee Shostakovich-cd's liet opmerken op de internationale platenmarkt. Meer recent lijken ze zich meer met Mozart, Schubert, Schumann en Brahms in te laten. Omschakelen tussen het evenwichtig-intellectueel raffinement van de Austro-Germaanse componisten en de grotesk-effectrijke wereld van Shostakovich kan geen probleem vormen voor een topensemble. Maar misschien is het engagement wel anders, en zeker op zo'n warme lentedag: vandaar de afstand? Los echter van het al dan niet emotioneel betrokken zijn, dit kwartet bewees opnieuw zijn sterstatus – kwartetten met dit volume en zoveel ambachtelijke naturel zijn er immers niet veel. De Bijloke mag dus trots zijn op dit concert, en het is nu al uitkijken naar een volgende Gentse passage van deze jonge wolven.