Vrijdag is Balkandag op het Sfinks festival. Dat weet iedere inwoner van Boechout en omstreken. Al was het maar omdat die gratis binnen mag bij de openingsavond van het driedaagse feest van muziek van overal.

Sfinks heeft wat Zigeunermuziek betreft een reputatie hoog te houden. Vorig jaar mocht Goran Bregovic de openingsdag kleuren en in 2008 speelde een uitgebreide versie van de Fanfare Ciocărlia ten dans. De eerste live-act die in de voetsporen van deze groten het hoofdpodium van Sfinks op mocht, was het Hongaarse Stereo Partizan. Veel werk had de technicus van dienst niet aan het duo. DJ 1000Arc dopte elektronicagewijs zijn eigen boontjes, waardoor de aandacht naar het balanceren van blazer Grego Barcza kon gaan.

Stereo Partizan
Stereo Partizan
Door de sax van Barcza te harmoniseren, werd geprobeerd om het massale blazergeluid van een echte brassband te verkrijgen. Wanneer hij overschakelde op windsynthesizer werd dat ideaal opgegeven en kwam het geluid in meer Casio-en Yamaha-achtig vaarwater terecht. Jammer daarbij was vooral dat het melodische materiaal rond de pot bleef draaien, wat nog versterkt werd door de elementaire en doorzichtige songstructuren.

Die werden uitgezet door DJ 1000Arc die zelden gebruik maakte van echte Balkansamples en doorgaans een backing track installeerde die wat vage referenties naar de originele muziek combineerde met beats. Qua live manipulatie bleef zijn inbreng beperkt. Hier en daar voegde hij een lijntje toe, stuurde hij de kleur van het geluid wat bij en laste hij een breakje in, maar echt veel actie was er in de muziek niet te bespeuren. Niet dat alle nummers hetzelfde klonken: waar in het begin de kaart van de electro getrokken werd, verschoof de muziek naar het einde toe meer richting drum’n’bass. Helaas die van de veiligere variant van de populaire dansmuziek: al te hectische beats bleven in de kast waardoor de deur naar echte opwinding gesloten bleef.

De afwezigheid van een deftig doorgetrokken opbouw zorgde er eveneens voor dat climaxen gedurende de hele set afwezig waren. Het einde van sommige nummers leek dan ook eerder lukraak gekozen, alsof de songs even goed twee minuten langer of korter hadden kunnen duren. Dit gecombineerd met het voor de hand liggende verloop en de beperkte evolutie van de verschillende songs, deed het optreden van Stereo Partizan drie kwartier ronddobberen zonder ergens aan wal te gaan.

Wie zijn hoop dan maar gevestigd had op Emir Kusturica & The No Smoking Orchestra en daarbij een stevige show verwachtte, kreeg met het tweede concert waar voor zijn geld: de zanger in zijn traditionele blauwe vleermuizenpak, het publiek dat mee op het podium mocht om te dansen, een ronddraaiende lichtgevende gitaar – geholpen door een goed getimede duisternis op het podium – en opzichtige lichteffecten tijdens het refrein van ‘Pitbull Terrier’. Klap op de vuurpijl was een circusnummer waarbij twee jonge dames een ruim twee meter lange strijkstok in de lucht hielden, waartegen de viool en Kusturica’s gitaar geschuurd werden om te komen tot een kort duet. Uiteraard mocht het publiek ook weer uit volle borst “Do you agree, fuck you MTV” meeroepen. Het moet de groep meegegeven worden: taalkundig gaan ze er op vooruit, want twee jaar geleden op Couleur Café presteerde de zanger het nog om en plein publique uit te pakken met “Are you agree…”. Toch blijft het een vreemde ervaring om een groep die zo plat voor de show kiest, te horen afgeven op een commerciële muziekzender.

Muzikaal was de doos van Emir Kusturica tijdens de openingsavond van Sfinks immers leger dan ooit. Het element Balkan in zijn Balkanpop verwaterde meer dan eens tot een gemakkelijke hoempa en de muzikanten op viool, accordeon en altsax droegen niet meer bij dat wat couleur locale. Dat het geluid in de zaal daarbij stevig klonterde, hielp de zaak uiteraard niet vooruit.

Emir Kusturica & The No Smoking Orchestra
Emir Kusturica & The No Smoking Orchestra
Toch kon niet alles op de techniek afgeschoven worden. Een band die anno 2011 nog steeds teert op het repertoire van het ondertussen ruim zeven jaar oude album ‘Unza Unza Time’ is één zaak. Dat ze er nog steeds niet in slagen de nummers strak te spelen een andere. Routineus, bij momenten erg slordig en hier en daar zelfs ronduit fout verloren geinige songs als ‘Unza Unza Time’, ‘Was Romeo Really a Jerk’ en ‘Djinji RiDji’ veel van hun charme. Het tussen alle nummers in geneuzelde en bovendien verkeerd gespeelde ‘Pink Panther’ thema pompte het muzikale niveau van de negentig minuten No Smoking Orchestra niet bepaald omhoog.

De zwakste schakel van de hele groep was opnieuw de vocalist. Zwak bij stem en met een twijfelachtige intonatie en timing (hij slaagde er zelfs in de elementaire structuur van de voor- en nazangroutines overhoop te halen) was hij niet meer dan een gemakkelijke volksmenner in een flets would-be Batmankostuum.

Dat het publiek het ondanks alles naar z’n zin had, viel niet te ontkennen. Dat de band het helemaal moest hebben van het spektakel, mag echter een reden tot ongerustheid zijn. Muzikanten die zo matig presteren in een zo voor de hand liggend repertoire eindigen al eens op de Night of the Proms, als onderwerp voor een musical of als presentator op een muziekzender. MTV bijvoorbeeld. En dat kan voor een zelfverklaarde alternatieve groep niet de bedoeling zijn.

 

Meer over Sfinks 2011: Stereo Partizan, Emir Kusturica & The No Smoking Orchestra


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.