Franse pianoconcerti zijn eerder zeldzaam: het genre, dat in de negentiende eeuw ten volle de mogelijkheden benutte die de toen nieuwe concertvleugels boden, was voornamelijk in Duitsland populair. Saint-Saëns' vijf pianoconcerti zijn uit de negentiende eeuw dan ook de enige echt gekende Franse werken in het genre. Van de twee werken op deze plaat (concerti nummer twee en vijf) is het vijfde het bekendste. De bijnaam 'Egyptische' kreeg het omdat Saint-Saëns het schreef tijdens een reis naar dat land en omdat het middendeel teruggrijpt naar een Nubisch volkslied dat Saint-Saëns tijdens een tocht op de Nijl hoorde.

Saint Saëns was niet de man om zich aan grote experimenten te wagen maar niettemin zijn dit niet in alle opzichten zomaar klassieke concerti. Zo bestaat het tweede concerto uit de traditionele drie delen maar dat de piano heel intiem en volledig a capella het woord neemt aan het begin van het werk, is niet naar de negentiende-eeuwse gewoonte van de solist pas na een uitgebreide introductie van het orkest voor te stellen. Bovendien is de volgorde van delen (rustig-snel-nog sneller) een stapje verwijderd van de klassieke manier van een traag middendeel te flankeren met twee snelle delen. Dit concerto geeft echter indruk van een grote, dynamische versnelling in zich te hebben, ook omdat elk deel op zich al sneller en meer opgewonden eindigt dan het begint.

Voor de Franse pianiste Brigitte Engerer lijkt dit de meest natuurlijke muziek denkbaar te zijn. Ze geeft deze Saint-Saëns vlotjes, virtuoos waar nodig en elegant weer, met op veel plaatsen een speelse, Franse gratie. Die grootse allure die zeker het vijfde concerto meekrijgt is een grandeur die niet komt van een solist die het orkest bedwingt maar eentje die volgt uit een geëngageerd samenspel tussen Engerer en het Ensemble Orchestral de Paris, waarbij Engerer perfect weet wanneer ze het initiatief kan nemen en wanneer ze ruimte moet laten voor het orkest. Dat wil niet zeggen dat deze muziek niet krachtig kan klinken, zoals in de hoekdelen van dit vijfde concerto of de finale van het tweede, waarbij vooral de egale 'forte' dynamiek van Engerer opvalt.

Verder valt de krachtdadige uitvoering van het orkest op, een uitvoering die geen fijne kantjes mist maar waar het moet robuust en overdonderend kan klinken. Zo is er de razend snelle finale van het tweede concerto, ondersteund door een orkest dat veel meer doet dan louter begeleiden of de brede frases in de openingsdelen van beide concerti, waar het orkest zich overtuigend kan opwerken tot evenwaardige partner van de piano.

De concerti voor piano en orkest van Saint-Saëns hebben niet de grootsheid van Brahms of Tchaikovski maar in een uitvoering als deze, vol variatie en enthousiasme houdt een warm pleidooi voor beide werken.

Meer over Camille Saint-Saëns


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.