Geen beroep meer ondankbaar dan dat van koorleider. Binnen de klassieke muziek is dat ongetwijfeld een van de meest ondergewaardeerde bezigheden. Zalen stromen vol voor dirigenten en orkesten met naam, maar als er een koorwerk wordt opgevoerd, mag men al van geluk spreken als in het programmaboekje wordt vermeld wie dat aspect van de uitvoering precies in goede banen heeft geleid. De tragiek van de koorleider is immers dat hij of zij grotendeels achter de schermen werkt, en tijdens het concert zelf hoogstens even mag komen groeten aan het eind. Een uitgave zoals deze rond dirigente Laurence Equilbey, die vooral haar sporen heeft verdiend in de koorwereld, is dan ook op zijn minst merkwaardig te noemen. Een commercieel product waar mensen massaal op afkomen kan deze vijfdelige boxset ongetwijfeld niet genoemd worden, en des te meer verdient label Naïve het dat deze uitgave onder de aandacht wordt gebracht. Bovendien hebben zowel liefhebbers van koorwerken als fanaten van het grote klassieke repertoire in het algemeen veel baat bij deze gebundelde set. Zo is de pianoreductie die Johannes Brahms zelf van zijn 'Ein deutsches Requiem' maakte een van de transcripties die hier aan bod komt. Dat Brahms' requiem in de kern een echt koorwerk is, wordt de laatste jaren steeds beter door dirigenten en opnametechnici aangevoeld. Het werk precies in een naaktere constellatie uitgevoerd horen, bewijst dat eens te meer. Natuurlijk gaat er veel kleur verloren door de rijke orkestpartij te herleiden tot twee piano's, maar Brahms wist wat hij deed. De monumentale, statige glorie van de partituur staat er nog altijd, zeker met iemand als Boris Berezovsky – die ideeën helemaal durft doordrukken – aan het klavier. De sopraansolo werd dan weer toevertrouwd aan de hemelse stembanden van Sandrine Piau, bij wie alle vormen van treurigheid in goede handen zijn. Accentus, het koor waarmee Equilbey vast samenwerkt, vertolkt zeer krachtig, en laat het wegvallen van de orkestpartij zich welgevallen om de finesses in de koorpartijen haarfijn uit te kiemen.

Een ander groot requiem in deze box is dat van Gabriel Fauré. Opnieuw zijn Sandrine Piau en bariton Stéphane Degout de solisten van dienst. Deze keer werd overigens geen reductie opgenomen, maar de originele versie uit 1893. Equilbey staat aan het hoofd van een iets uitgedund Orchestre National de France – ook in deze klassieker zoekt de dirigente heel duidelijk naar een transparantie die veelal voorbehouden blijft aan kamermuziek of a capella-zang. De meest briljante versie van Fauré's requiem is dit niet, maar wel blinkt ze uit in intimiteit, alweer met Piau in een huiveringwekkende solorol overigens. De derde gekende lange partij hier aanwezig, is die van 'Die sieben letzten Worte unseres Erlösers am Kreuze' (vertaald 'De zeven laatste woorden van Christus aan het kruis') van Joseph Haydn. Van dat stuk circuleren de originele orkestpartij, een versie voor strijkkwartet, een voor klavier en tevens een met toevoeging van koor. Dat het stuk Haydn niet snel losliet, is logisch: het is een van zijn meest geestdriftige en mooie composities. De Akademie für Alte Musik Berlin laat dat blijken, alweer onder het baton van Equilbey. Accentus slaagt er in om moeiteloos aan te sluiten bij het energieke orkestgeluid van Akamus, met een zeer ontroerende versie tot gevolg, die meer wiegt en spartelt dan in de drogere, weliswaar meer gecondenseerde kamermuziekeditie.

Verrassend zijn tot slot nog de twee cd's die volgen. Enerzijds wijdt Equilbey een volledig schijfje aan de muziek van Pascal Dusapin, een van de meest vooraanstaande componisten van dit moment en huidig seizoen nog te gast in De Munt met twee aandoenlijke creaties. De drie stukken die hier onder de titel 'Requiem' werden gebundeld, raken aan een mystieke sfeer die verder gaat daar waar Fauré en Brahms ophielden om de conventies van hun tijd niet te doorbreken. Dense, behendig gecomponeerde zanglijnen laat Dusapin in een voortdurend spel van spanning en ontspanning oplossen in schijnbaar tijdsloze klankenwolken, ineengefrutseld als een delicaat vlechtwerk. Dusapin kan gerust dé ontdekking van deze uitgave worden genoemd. Tot slot is er nog een schijfje met louter transcripties voor koor. Samuel Barbers 'Adagio' of Gustav Mahlers 'Adagietto' uit de vijfde symfonie openen dit album op dubbelzinnige wijze: echt verrijken doen de teksten die verschillende arrangeurs op de werken kleefden niet. Door verderop ook naar Bach, Chopin, maar ook Ravel, Debussy en zelf Alban Berg te grijpen, is 'Transcriptions' een zeer heterogene verzameling, die men kan beluisteren omdat de contrastwerking tot een wel heel merkwaardig programma leidt. Geregeld zal naar dit schijfje niet worden gegrepen, maar dat geldt absoluut wel voor de Brahms, Haydn en Dusapin-cd's. Naïve biedt deze set overigens aan voor een bijna ridicuul zachte prijs. Met pakjestijd in het vooruitzicht, is dit een ideale tip voor al dan niet zingende familieleden.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.