Alles wat René Jacobs aanraakt, verandert in goud. Dat geldt specifiek voor de meest bekende muziek, die door zijn transformerende muzikale blik volledig hernieuwd en fris voor de dag komt. Bekend is dat wat hij op cd doet, live nog meer trillingen van extase geeft. Dat was niet anders voor zijn ‘Zauberflöte’ in Bozar. Puur muzikaal genot.
René Jacobs (foto: Marco Borggreve)
Onze landgenoot René Jacobs is als dirigent al een tijdlang in de tijd geëvolueerd van de barokmuziek naar de klassieken. De opnames die hij bij Harmonia Mundi maakte van de vier laatste symfonieën van Mozart zijn ondertussen nieuwe referenties. Bijgestaan door het Freiburger Barockorchester maakte hij van deze zo bekende muziek een totaal nieuwe ervaring, met meer dynamisch contrasten, meer vinnige ritmiek en een ongeëvenaarde zin voor dramatiek en melancholie. Zonder twijfel transponeerde Jacobs veel hiervan uit Mozarts opera's. Zijn aanpak van de drie Da Ponte opera's, bij hetzelfde label uitgegeven, rendeerde dan ook maximaal, dit keer ook bijgestaan door Concerto Köln. Dat Jacobs hier de allerbeste stemmen van het moment tot zijn beschikking had, speelt zeker mee in het feit dat dit internationale succesproducties geworden zijn.
Sinds de historische uitvoeringspraktijk aan belang wint, kijkt men niet meer raar op als een classicistisch werk door een gespecialiseerd "barokensemble" wordt uitgevoerd. Vaak zijn deze orkesten flexibeler, maar het is voornamelijk hun klankbeeld dat zo anders is, met een fijnere strijkersbody en blazers met een warmer timbre. Voor zijn fel bejubelde opname van 'Die Zauberflöte' ging Jacobs aan de slag met een derde toporkest uit de barokwereld: de Akademie für alte Musik Berlin. Opnieuw bijgestaan door topsolisten was deze productie goed voor zo goed als alle belangrijke muzikale onderscheidingen. Geen wonder dus dat Bozar afgeladen vol zat voor dezelfde muziek, weliswaar gebracht door andere zangers.
Akademie für Alte Musik Berlin (foto: Kristof Fischer)
Dat 'Die Zauberflöte' een absolute publiekslieveling is, vol bekende aria's en verhaalgewijs de nodige spanning en humor, betekent niet dat elke uitvoering sowieso geslaagd is. Daarbij is in de eerste plaats een volgehouden muzikale tensie van belang en de prestatie van René Jacobs in deze kan nauwelijks overschat worden. Zijn energie, zijn technisch vernuft als dirigent, zijn steeds smaakvolle muzikale keuzes vormden de onderstroom van een fenomenaal concert. Dat Akamus hierboven zijn spontane muzikaliteit kon botvieren, met een spectaculair palet aan blazersklanken, hief de muziek direct naar een nog hoger plan. Geen enkele van de vocale solisten liet steken vallen, met een extra pluim voor Daniel Schmutzhard als Papageno. Dankzij de voortreffelijke regie voor en rond het orkest, was deze concertante uitvoering bovendien geen statisch gebeuren. Toch kwam in Bozar in haar hoedanigheid van concertzaal alle terechte nadruk op Mozarts geniale orkestpartij te liggen. Een onvergetelijk concert, waarbij het publiek na het slotakkoord als in één beweging recht veerde, eveneens verlicht door zoveel wijsheid door schoonheid.
Meer over Akademie für Alte Musik Berlin, RIAS Kammerchor, René Jacobs - Die Zauberflöte
Verder bij Kwadratuur
Interessante links