Een prijs voor "mooiste cover" zal de Franse cellogod Jean-Guihen Queyras voor zijn laatste opname met celloconcerti van Vivaldi allicht niet binnenrijven. Op de schouder van de virtuoos prijkt een cellokam, waar men met een beetje fantasie kinderlijk speelgoed in zou kunnen zien. Toch is dit geen opname voor kinderen, hoewel ook de jongste luisteraars gebeten zullen zijn door de aanstekelijke werken die Queyras samen met wie anders dan de Akademie für Alte Musik Berlin in vuur en vlam zet. Onder leiding van Georg Kallweit klinkt dat ensemble weer alsof het onder stroom staat: een gevoel dat bij Vivaldi (vanzelfsprekend) zeer goed werkt. Bovendien pakt Queyras zelf de zeven concerti op dit album aan met een haast kinderlijke bevlogenheid, die de virtuoze stukken een erg grappig aanschijn geeft en de eerder melancholische tegelijk nooit te zwaarwichtig zal maken. Dat is opmerkelijk, want Queyras is evengoed thuis in het repertoire tot en met de 21e eeuw. Weinigen doen het hem na, maar de Fransman verplaatst zich met het grootste gemak in de tijd heen en weer tussen Barok en hedendaags repertoire, en telkens benadert hij de muziek bovendien vanuit een standpunt dat gerechtvaardigd wordt door het tijdskader. Voor deze opname geldt dat des te meer: het is Queyras' tweede Barokopname na een quasi onovertroffen lezing van Bachs cellosuites, en geholpen door een orkest dat zich vrij beweegt in het Barokrepertoire zijn de uitvoeringen stuk voor stuk voor de volle honderd procent authentiek.

Een saaie opsomming van zomaar wat werken voor cello en orkest is deze cd in geen geval. Vivaldi liet 27 concerto's na voor deze bezetting en dus moest er geselecteerd worden. Slechte werken zijn er op deze opname niet terug te vinden en men kan dan ook vermoeden dat Queyras alle partituren uitgebreid heeft bestudeerd. Bovendien wilde hij niet continu de typische concertovormen op elkaar laten volgen. Deze bestaan telkens uit een snel, een traag en wederom een snel deel en dat stramien zou op den duur kunnen vervelen, ondanks de grote inventiviteit van Vivaldi als componist. Daarom werden ook 'Sinfonia's' opgenomen, onder meer van de hand van Antonio Caldara, tevens een Venetiaanse grootmeester. Dat zijn aardige verpozingen, die de term "intermezzo" overigens gemakkelijk overstijgen omwille van hun compositorisch vernuft en hun intrinsieke esthetiek. Ook een dubbelconcerto of een gewijzigde (kleinere) bezetting zorgt halfweg de cd voor afwisseling, waardoor dit album op geen enkel moment gaat tegenstaan. Daarmee lost Queyras de verwachtingen in die zijn concert in De Gentse Bijloke had nagelaten eind oktober van vorig jaar. Ook toen al kwam de combinatie Akamus en Queyras voor als een logisch samenspel, waarin viriliteit en diepte in klank kwamen te zegevieren. Opnametechnisch lijkt men overigens de ideale samenhang tussen solist en orkest te hebben gevonden. De Akademie für Alte Musik Berlin lijkt in een lichter contrast te staan met Queyras zelf, die nog steeds een vlijmscherpe, maar eerder diepe klank voortbrengt.

Ooit betekenden de celloconcerti van Vivaldi een triomf voor de cello, want met zijn minstens 27 concerti gaf de componist een aantal van zijn virtuoze leerlingen prachtig materiaal in handen. Door de tijd zijn die werken wat verdrongen geraakt, en dat ten onrechte, zo blijkt hier. Ze dragen onmiskenbaar de stempel van Vivaldi, met een enorme stuwing in de snellere delen en subtiel geschakeerde, lyrisch onweerstaanbare middendelen. Met een cellist als Queyras, die de moeilijkste grepen neemt alsof het kinderspel is, zullen deze werken nu eindelijk in ere worden hersteld. Niet met een volledige opname noch via een cd waarbij honderden bladzijden musicologische duiding komt, maar wel via een historisch onderbouwd, tot de nok gevuld schijfje waar het spelplezier vanaf spat. Schoonheid, vuur, vreugde en melancholie: bij Vivaldi hoort men het leven zelf in een notendop?

Meer over Antonio Vivaldi, Antonio Caldara


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.