Mahlers eerste symfonie uit 1889 blijft een van zijn meest populaire, ook al werd hij in Mahlers tijd op heel wat onbegrip onthaald. Zoals elke van Mahlers tien symfonieën is ook de eerste sterk autobiografisch getint. Het vertelt in vier nog klassiek opgevatte delen Mahlers zoektocht naar zingeving in het leven door middel van een typisch Mahleriaanse collage van hoogromantische lyriek, joodse melodietjes, Oostenrijkse en Boheemse volksmuziek en citaten uit Mahlers eigen liederen. Het is een zoektocht die uitmondt in een onstuimige finale na taferelen die eenvoud en natuurschoon maar ook pijn en dood beschrijven. Onder een eigen label (CSO Resound) nam het Chicago Symphony Orchestra deze symfonie op, als opvolger van Mahlers zesde symfonie (CSOR 901 804) die vorig jaar verscheen. Dirigent op beide cd's was Bernard Haitink, sinds 2006 muziekdirecteur van het orkest.

De geluidstechnici die bij CSO Resound werken hebben alvast hun best gedaan om de verschillen in dynamiek in de uitvoering zo groot mogelijk te maken. Zo komt het bijvoorbeeld dat de hele inleiding van het eerste deel, de enkele noot 'la' uitgespreid van hoog naar laag in het hele orkest, de klarinetmotiefjes, het gedempte trompetgeschal, de hoornmelodie, Mahlers hele visie van een stilletjes ontluikende natuur haast onhoorbaar zacht uitgevoerd wordt. De inzet van de finale die uit de luidsprekers knalt, 'een schreeuw van smart' aldus Mahler, kan de luisteraar echter uit zijn zetel doen springen.

De hoofdsectie van het eerste deel krijgt bij Haitink minder een gevoel van vrolijke strijdlustigheid en meer een gelukzalig, berustend karakter. Mahlers alter ego slentert bij Haitink als het ware rustigjes door de natuur, niet vol plannen en ideeën zoals in de meeste andere uitvoeringen maar kalm genietend van het moois dat zich rondom hem afspeelt. Nadeel van die gematigde aanpak is dan weer dat nergens in het eerste deel de luisteraar echt het gevoel krijgt dat de muzikanten van het Chicago Symphony Orchestra zich volledig aan de muziek geven. De laatste maten van het deel, die zonder meer overhaast uitgevoerd moeten worden (en hier eveneens zo gebracht worden) passen hier dan ook wat vreemd bij de rest van het deel.

Het scherzo (Mahlers originele onderschrift was 'Mit Vollen Segeln', 'Met Volle Zeilen') klinkt ook wat gematigd, al blijven de laatste maten natuurlijk puur vuurwerk, dankzij de stevige kopersectie van het CSO. Haitink kiest beslist voor een rustieke aanpak van dit tweede deel, als ware dit een authentieke Oostenrijkse boerendans. Het orkest speelt vrij zwaar en men heeft niet zoveel verbeelding nodig om zware boerenlaarzen te horen meestampen met deze muziek.

De manier waarop het orkest deze eerste symfonie onder knie heeft blijkt ook uit het begin van het derde deel, waarbij de canon op 'Broeder Jacob' in mineur langzaam en heel gelijkmatig aanzwelt. Wie echter veel klezmer, satire en melancholie verwacht in wat erop volgt, komt wat bedrogen uit: Haitink houdt het hoofd koel en presenteert dit groteske deel met iets wat sterk een classicistische helderheid benadert. De finale klinkt ruw en agressief genoeg, al krijgt men de indruk dat zelfs de machtige sectie koperblazers van het CSO steeds iets bewaart voor de laatste minuten van de symfonie. De marsgedeeltes die de finale, na veel bloed, zweet en tranen, haar glansrijke overwinning bezorgen, houdt Haitink sterk in toom, wat hen een soort van ingehouden nobelheid verleent.

Wie meer spektakel verwacht in Mahlers muziek mag andere uitvoeringen zoeken (die van Simon Rattle en Birmingham uit 1991 blijft een ongeëvenaard muzikaal festijn) mar Haitinks zin voor proportie en detail en de grote kwaliteit van het Chicago Symphony Orchestra zorgen ervoor dat dit toch een benijdenswaardig knappe uitvoering van Mahlers eerste symfonie blijft.

Meer over Gustav Mahler


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.