Vergeleken met het enorme aantal cantates of orgelwerken dat Johann Sebastian Bach componeerde, zijn concerti voor solo-instrumenten en orkest eerder zeldzaam binnen zijn oeuvre. Slechts vijfentwintig concertante werken zijn bewaard gebleven, een fractie van bijvoorbeeld de tweehonderdvijftig cantates die hij schreef. Bach componeerde zijn instrumentale, niet-religieuze werken hoofdzakelijk tijdens zijn verblijf aan het prinselijke hof in Cöthen, waar religieuze muziek als godslasterlijk werd beschouwd. Na 1730, toen Bach kantor in Leipzig geworden was en daarnaast ook directeur van het Collegium Musicum, een gezelschap van liefhebbers dat tweewekelijks concerten gaf, keerde hij terug naar zijn eerdere concertante composities. De zware werkdruk die beide functies met zich meebrachten, dwong hem ertoe zijn concerti voor hobo of viool aan te passen als klavierconcerti en het zijn die eigen bewerkingen die bewaard zijn gebleven, terwijl de originele concerti sindsdien verloren zijn gegaan.

Voor een eerste opname bij Virgin koos de jonge Franse pianist David Fray eigenzinnig voor een combinatie van Bachs muziek met die van zijn modernistische landgenoot Pierre Boulez maar deze nieuwe cd focust volledig op Bachs muziek. Van de vier concerti die hier voorgesteld worden - dat zijn concerti BWV 1052, 1055, 1056 en 1058 - zijn er twee oorspronkelijk geschreven voor viool en twee voor hobo (of oboe d'amore).

De Deutsche Kammerphilharmonie Bremen speelt Bach met een oertraditionele, grote bezetting van twaalf violen, vier alten, drie celli en twee contrabassen. Geen aparte basso continuo groep dus, zodat Fray echt als evenwaardige partner tegenover het orkest staat. Maar ondanks die grote bezetting klinkt deze Bach slank en accuraat genoeg, een stijl van begeleiden die David Frays minutieuze lezing mooi vergezelt. De kwaliteit van het orkest blijkt overduidelijk uit de manier waarop de grote sectie eerste violen doorheen deze concerti als één man speelt.

Fray gebruikt een moderne concertvleugel (totaal uit den boze voor adepten van oude authentieke uitvoeringspraktijk) voor deze indrukwekkende interpretatie en dat heeft ook zijn weerslag op de manier waarop hij deze muziek interpreteert. Het langzame deel uit het concerto in F mineur klinkt bij hem veel introverter dan het op hobo zou klinken en hij plaatst zijn noten spaarzamer dan een klavecinist dat zou doen. Zijn lezing is niet altijd vrij van wat romantische grootspraak maar over het algemeen is dit een Bach die secuur en stijlvol genoeg klinkt. In de trage delen slaagt hij erin om met een minimum aan interpretatieve mogelijkheden – weinig rubato bijvoorbeeld – toch heel gevoelig over te komen. Jammer dat we ons niet van de indruk kunnen ontdoen dat het laatste deel van het concerto in g mineur, BWV 1058 wat snel opgenomen werd, met een haastig einde en niet hetzelfde engagement als de rest van de cd.

David Fray bekijkt deze Bach op een heel persoonlijke manier, niet strikt gebonden aan traditie of de gewoontes van de authentieke uitvoeringspraktijk maar hij blijft een plezier om te beluisteren. Dit is een ontdekking van een getalenteerde, jonge pianist die op deze opname die toont hoe men met moderne middelen Bachs concerti toch heel betekenisvol en muzikaal kunt doen klinken.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.