Hoe luistert men in deze tijden naar de aartsmoeilijke vioolpartita's van Bach? Het is een vraag waar de luisteraar bij de nieuwste opname van Isabelle Faust voor Harmonia Mundi meteen mee geconfronteerd wordt. De technisch haast onspeelbare trekken die elkaar in snel tempo opvolgen, zorgen voor een sonoor geheel dat zich amper lijkt te ontwikkelen. Aan topvioliste Isabelle Faust om daar structuur, orde en een rechtlijnig verhaal in te steken. Een schier onmogelijke opdracht lijkt het, hoewel voorgangers zoals Grumiaux, Ehnes of Milstein het haar met verve voordeden.

Vanaf het allereerste deel van de tweede partita (BWV 1004) blijkt reeds dat Faust consequent kiest voor de sobere aanpak. Ze gebruikt bijvoorbeeld geen vibrato en ze interpreteert een partita als één continuüm, waarin ze enkele grote klemtonen legt. Meer dan bijvoorbeeld Grumiaux, die vaak minuscule details in de partituur uitvergroot, gaat Faust voor de grote lijn en zo zet ze het monumentale van de partita's extra in de verf. Zelfs wie de stukken al kent, hoort ze bij Faust op een nieuwe en frisse manier opnieuw tot leven komen, alsof Faust ter plekke een uurtje de meest opzienbarende trekken aaneen improviseert. Hoe ze zichzelf bijvoorbeeld varieert in de herhalingen, dat is gewoon een schitterend staaltje vioolspel!

In feite is een partita een bundeling van dansen, zoals ook de overbekende cellosuites van Johann Sebastian Bach die de componist in ongeveer dezelfde periode van zijn leven schreef (tussen 1717 en 1723). Dezelfde principes, namelijk variatiereeksen op een thema en zelfs kleine fuga’s, komen in beide werken terug, hoewel de vioolpartita's de cellosuites in vingervlugheid dubbel en dik naar de kroon steken. Virtuositeit is echter geen waardemeter voor de pracht van de muziek en de kwaliteit van Bachs cellosuites staat hoe dan ook buiten kijf. De meer ontoegankelijke vioolpartita's, die Bach bundelde met drie vioolsonates (voor viool solo wel te verstaan) en samen Sei Solo – a violino senza Basso accompagnato doopte, zijn tot op heden minder bekend, omwille van hun minder krachtige melodische passages. Daar zal Isabelle Faust, ondanks haar vlammende uitvoering, helaas weinig verandering in brengen. De muziek blijft nu eenmaal moeilijk naar waarde te schatten…

Naast het latente danskarakter van de partita’s heeft Isabelle Faust ook goed begrepen dat Bach de stukken eigenlijk als meerstemmige composities bedacht heeft. Niet alleen in de fugatische passages, maar eigenlijk over de ganse compositie heen ervaart de luisteraar dat een vertaling van deze partita's naar klavier ongetwijfeld een polyfone tweestemmige pianopartij zou opleveren. Alweer een extra moeilijkheid dus, die Isabelle Faust met ongezien meesterschap nog maar eens de baas kan.

Weinig labels investeren tot slot zoveel moeite om hun muziek aantrekkelijk te maken als Harmonia Mundi. Ook deze keer komt de cd in een prachtig gestileerde hoes met voldoende situering en duiding van de muziek. Veel minder transparant zijn de partita's zelf, die Isabelle Faust aan een rotvaart laat weerklinken. Haar meesterschap in deze partituur maakt de BWV 1004 – 1006 (de tweede partita, de tweede sonate en de derde partita) niet gemakkelijker verteerbaar, als wel intenser. Nu nog hopen dat Faust ook de eerste en de derde sonates plus de eerste partita onder handen zal nemen!

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.