Voor zijn eerste opname bij Deutsche Grammophon koos de Franse pianist Pierre-Laurent Aimard een werk waarrond hij al lange tijd opnameplannen koesterde: Bachs 'Die Kunst der Fuge'. Dit late werk is een verzameling van dertien fuga's (plus één onafgewerkte veertiende) en vier canons. Het vormt als het ware de culminatie van Bachs levenslange contrapuntische schrijfstijl en – betrekkelijk opvallend voor een barok muziekstuk – 'Die Kunst der Fuge' werd waarschijnlijk niet voor een specifieke gelegenheid geschreven. Het is muziek puur om de muziek als het ware. Ook wat het instrument betreft waarvoor Bach zijn 'Kunst der Fuge' schreef lopen de meningen uit elkaar. Sommige fugas lijken het kerkorgel treffend te passen, anderen zouden beter klinken op klavecimbel. Sommige delen halen dan weer koor, vocaal kwartet of orkest voor de geest. Aimard mikt niet op effecten en imiteert dus op zijn vleugelpiano geen van hoger genoemde instrumenten of ensembles maar haalt wel heel bewust het aparte karakter elke fuga voor de geest. Een aandachtige beluistering toont dan ook veel verrassingen in de interpretatie van elke fuga, van het zoekende, bijna aarzelende karakter van Contrapunctus III tot het wilde Contrapunctus II met zijn springende, gepunte ritmes.

Pierre-Laurent Aimard zorgt voor een strenge, soms academische interpretatie met als hoofddoel het transparant overbrengen van Bachs contrapunt. Hij neemt dan ook absoluut geen ritmische vrijheid, laat staan rubato maar met fraseringen die heel logisch en natuurlijk overkomen en gemakkelijk in de cadans van elke fuga vallen komt deze muziek ongedwongen over. Daartoe draagt ook Aimards sobere klank bij, in een opname waar nauwelijks nagalm op zit. Zelfs momenten van muzikaal drama hebben iets afstandelijks, zoals de climax in het lange Contrapunctus VIII, die ondanks Aimards harde aanslag hier toch iets ingehoudens krijgt. In Contrapunctus IX valt op hoe elke noot bewust geplaatst wordt en elke noot haar volle waarde meekrijgt, ondanks het vlugge tempo. De twee spiegelfuga's, Contrapunctus Inversus XII en XIII worden, naar algemeen gebruik, rug tegen rug gespeeld; beide fuga's kunnen namelijk volledig gespiegeld en achterstevoren uitgevoerd worden. Aimard geeft Bachs muziek zo trouw mogelijk weer en dat wordt ook duidelijk in de laatste, onvoltooide fuga, die na zeven minuten abrupt afbreekt.

Deze 'Kunst der Fuge' past ongetwijfeld in een reeks klassieke opnames van Bachs meesterwerk waaronder die van Gustav Leonhardt (op klavecimbel) of Glenn Gould.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.